Omzet notariskantoren vertoont lichte stijging

25/11/2009 15:16

Capita B.V.

De gemiddelde omzet van notariskantoren vertoont in het derde kwartaal van 2009 een kleine stijging. Dat hebben het Bureau Financieel Toezicht (BFT) en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) vandaag bekend gemaakt. Het aantal notariskantoren dat onder verscherpt financieel toezicht staat, is in het derde kwartaal van 2009 gestabiliseerd. In het derde kwartaal van 2009 heeft het BFT 34 notariskantoren (4%) onder verscherpt toezicht staan vanwege hun financiële situatie. In het tweede kwartaal waren dat 35 notariskantoren. Het totaal aantal kantoren dat extra aandacht krijgt, is in het derde kwartaal van 2009 met 3% afgenomen tot 138 kantoren (17%). In het tweede kwartaal waren dat 163 kantoren. Het aantal kantoren dat onder verscherpt toezicht staat maakt onderdeel uit van het aantal kantoren dat extra aandacht krijgt.

Negatieve bewaringspositie

Eind van het derde kwartaal meldden 14 kantoren een negatieve bewaringspositie, waarvan 6 vanwege administratieve onvolkomenheden. Bij de overige 8 zal het BFT de komende maanden een additioneel onderzoek instellen.

In totaal waren er ultimo tweede kwartaal 18 kantoren met een negatieve bewaringspositie, waarvan 10 vanwege administratieve onvolkomenheden. Tegen de overige 8 heeft het BFT - na onderzoek - inmiddels een klacht ingediend. Bij deze 8 kantoren heeft het BFT vastgesteld dat de kantoren de derdengelden gebruikt hebben voor andere doeleinden dan waarvoor deze bestemd zijn. 'Dat is een doodzonde', zegt Erna Kortlang, voorzitter van de KNB. De KNB is van mening dat iedere notaris die zich hieraan schuldig maakt, uit het ambt gezet moet worden. Het is aan de tuchtrechter om deze maatregel ook daadwerkelijk op te leggen.

KNB en BFT

De Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) is een publiekrechtelijke organisatie, waarvan alle 3500 notarissen en kandidaat-notarissen in Nederland verplicht lid zijn. De belangrijkste taak van de KNB is de zorg voor een goede beroepsuitoefening.

Het toezicht op notarissen en kandidaat-notarissen is belegd bij de voorzitters van de Kamers van Toezicht over de notarissen en kandidaat-notarissen in de verschillende arrondissementen in Nederland. Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) houdt financieel toezicht op de ongeveer 800 notariskantoren in Nederland. Het BFT is ontstaan in 1999 als een voortzetting van het voormalige Centraal Bureau van Bijstand. Dat werd in 1933 ingesteld door het Ministerie van Justitie om toezicht te houden op de boekhouding van notarissen. Het BFT is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). De overheid vindt het nodig om notarissen op deze manier onder toezicht te houden vanwege met name het beheer van derdengelden. Notarissen zijn verplicht om éénmaal per jaar hun financiële gegevens (zakelijk en privé) aan het BFT te verstrekken. Vanaf 2009 hebben het BFT en de KNB besloten om aanvullend vier maal per jaar de meest relevante financiële gegevens bij notariskantoren op te vragen.

Begrippen

Het BFT geeft notariskantoren extra aandacht als bij deze kantoren sprake is van een of meerdere van onderstaande situaties:


- Negatieve bewaringspositie


- Slechte solvabiliteit


- Negatieve liquiditeit


- Teruglopende omzet


- Teruglopend of negatief resultaat (winst)

Notariskantoren komen onder verscherpt toezicht van het BFT te staan als het BFT constateert dat er een aanzienlijk financieel risico is, waarbij de continuïteit van het kantoor in het gedrang kan komen. Deze kantoren worden streng gevolgd.

De derdengeldrekening is de rekening waar het geld van cliënten op geplaatst wordt, bijvoorbeeld bij de aankoop van een huis of bij de behandeling van een erfenis. Iedere notaris in Nederland beschikt uit hoofde van zijn functie over een derdengeldrekening.

Een negatieve bewaringspositie betekent dat er op enig moment minder gelden van cliënten aanwezig zijn dan er volgens de administratieve vastleggingen van de notaris van het totaal van de cliëntenschulden zou moeten zijn.





http://www.capita.nl