11 > Mededeling inzake financieel pakket toetredingsonderhandelingen
Kroatië
Mededeling inzake financieel pakket toetredingsonderhandelingen Kroatië
EU-voorstel | 24 november 2009
1. Algemene gegevens
Voorstel: Mededeling een financieel pakket voor de
toetredingsonderhandelingen met Kroatië
Datum Commissiedocument: 29.10.2009
* 1. Algemene gegevens
* 2. Essentie voorstel
* 3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en
regelgeving aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het
voorlopige Nederlandse oordeel over bevoegdheidsvaststelling,
subsidiariteit en proportionaliteit en hoe schat Nederland de
financiële gevolgen in?
* 4. Nederlandse positie over de mededeling
1. Algemene gegevens
Datum Commissiedocument: 29.10.2009
Nr. Commissiedocument: COM (2009) 595 final
Pre-lex:
http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/09/st15/st15361.nl09.pdf
Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
nvt
Behandelingstraject Raad:
COELA/ECNA (Raadswerkgroep EU-uitbreiding), nog niet duidelijk waneer
raadsconclusies worden aangenomen; uiterlijk december 2009.
Eerstverantwoordelijk ministerie:Ministerie van Buitenlandse Zaken
Naar boven
2. Essentie voorstel
Volgens de Commissie heeft Kroatië het afgelopen jaar aanzienlijke
voortgang geboekt in het pre-accessietraject. In het in oktober 2009
uitgebrachte voortgangsrappport verbindt de Commissie hieraan de
conclusie dat het einde van de toetredingsonderhandelingen in zicht
is. De Comissie gaat voor de doelstellingen van deze mededeling uit
van een " werkhypothese" dat Kroatië in januari 2012 zal toetreden,
waarbij wordt verondersteld dat aan de toetredingsvoorwaarden is
voldaan. Dit omvat de vereiste capaciteiten voor het beheer en de
controle van de bestaande communautaire financiële instrumenten.
Rekening houdend met de totale vooruitgang die tot nu toe door Kroatië
in het kader van de toetredingsonderhandelingen is geboekt, worden in
deze mededeling de belangrijkste punten van een financieel pakket voor
Kroatië toegelicht opdat de Raad deze kwesties eind 2009 kan
bespreken. Op deze basis zal de Commissie vervolgens aan de Raad
ontwerpen van gemeenschappelijke standpunten voorstellen voor de
onderhandelingen op het vlak van landbouw en plattelandsontwikkeling,
regionaal beleid en coördinatie van structuurinstrumenten en de
financiële en budgettaire vooruitzichten. In deze mededeling is
tegelijkertijd een evaluatie opgenomen van de financiële gevolgen van
de toetreding van Kroatië voor deze beleidsterreinen.
Een vergelijking met de EU-uitbreiding van 2004 laat zien dat de
planning voor Kroatië in grote lijnen overeenkomt met landen die qua
omvang en economisch profiel vergelijkbaar zijn, inclusief infasering
van de meeste middelen in de eerste twee jaar, met uitzondering van de
rechtstreekse betalingen in Categorie 2 (landbouw), waar een
geleidelijke infasering geldt van 10 jaar. De cijfers voor het
onderdeel Burgerschap, Vrijheid, Veiligheid en Rechtvaardigheid
(Categorie 3a) vallen relatief hoog uit, omdat zij zijn gebaseerd op
een verdeelsleutel die rekening houdt met de lengte van de relatieve
lange EU-buitengrens van Kroatië bij daadwerkelijke toetreding. De
relatieve hogere kosten voor het onderdeel Administratie (5), die
toekomen aan de Europese Commissie, zijn toe te schrijven aan de
nieuwe taal die vertolkt zal worden naar alle andere EU-talen.
Naarmate het aantal lidstaten toeneemt, nemen de kosten per nieuwe
toetreder ten aanzien van deze faciliteit daarom verhoudingsgewijs
meer toe.
Tijdens de toetredingsonderhandelingen, in de periodieke verslagen en
in de toetredingspartnerschappen is duidelijk aangegeven dat de
ontwikkeling van passende administratieve en gerechtelijke structuren
alsmede de uitbreiding van de bestuurlijke en gerechtelijke capaciteit
die nodig is om het acquis ten uitvoer te leggen, voor het
toetredingsproces van cruciaal belang zijn. De Commissie stelt voor
dat extra middelen aan Kroatië worden toegewezen ter ondersteuning van
maatregelen voor institutionele opbouw door middel van het gebruik van
de "overgangsfaciliteit", zoals ook bij de laatste uitbreiding is
overeengekomen, Voor deze doeleinden zou in totaal een bedrag van 29
miljoen euro beschikbaar moeten zijn. De uitvoeringsbepalingen voor de
overgangsfaciliteit voor institutionele opbouw komen aan de orde in
het onderhandelingshoofdstuk "andere vraagstukken".
Naar boven
3. Kondigt de Commissie acties, maatregelen of concrete wet- en regelgeving
aan voor de toekomst? Zo ja, hoe luidt dan het voorlopige Nederlandse
oordeel over bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit
en hoe schat Nederland de financiële gevolgen in?
a) Bevoegdheid: De mededeling loopt vooruit op punt 29 van het
huidige interinstitutioneel akkoord tussen het EP, Raad en Commissie
dat bepaalt dat bij de uitbreiding van de Europese Unie met nieuwe
lidstaten tijdens de door dit financiële kader bestreken periode het
Europees Parlement en de Raad op voorstel van de Commissie en
overeenkomstig punt 3, gezamenlijk het financiële kader zullen
aanpassen om met de uit de toetredingsonderhandelingen voortvloeiende
uitgaven rekening te houden.( PB C 139 van 14.6.2006) De Commissie
zal te zijner tijd echter een formeel voorstel moeten indienen wanneer
de toetredingsonderhandelingen zijn afgerond.
b) Functionele toets:
- Subsidiariteit: positief.
Proportionaliteit: positief
Onderbouwing:Vanwege de noodzaak tot budgettaire termijnplanning ligt
het in de rede dat de Europese Commissie een eerste schets van de
kosten van de toetreding van Kroatië tot de Europese Unie presenteert
Nederlands oordeel: Nederland kan in beginsel instemmen met de
toewijzingsmethodiek van de Europese Commissie die overeenkomt met de
gevolgde praktijk in eerdere toetredingsonderhandelingen. Voorts hecht
Nederland eraan te markeren dat de gebruikte datum van toetreding
indicatief is. Kroatië kan pas toetreden als het volledig aan de
politieke en economische criteria voldoet. Nederland is tegenstander
van het noemen van data. De datum van 2012 heeft derhalve louter een
indicatief karakter, omdat de Commissie nu eenmaal een meetmoment moet
hanteren. Kroatië kan daar derhalve geen enkel recht aan ontlenen.
- Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/
of decentrale overheden
Om rekening te houden met de toetreding van Kroatië, wordt in 2012
voorzien in vastleggingskredieten van in totaal EUR1561 miljoen (en
betalingskredieten ter hoogte van EUR985 miljoen). In 2013 wordt
voorzien in vastleggingskredieten van in totaal 2007 miljoen EUR (en
betalingskredieten ter hoogte van EUR1001 miljoen). De financiële
gevolgen van de toetreding van Kroatië tot de EU-27 zullen worden
afgezwakt door de verwachte bijdrage van Kroatië aan de EU-begroting
via het stelsel van de eigen middelen. Deze bijdragen worden geraamd
op 609 miljoen EUR in 2012 en 647 miljoen EUR in 2013.
Daarnaast stelt de Commissie voor dat 29 miljoen EUR extra middelen
aan Kroatië worden toegewezen ter ondersteuning van maatregelen voor
institutionele opbouw.
Bij toetreding van Kroatië zullen de financiële perspectieven van de
EU worden herzien, zoals ook gebeurd is bij eerdere toetredingen tot
de EU.
De afdrachten van Nederland aan de EU-begroting zouden aan de hand van
deze cijfers, naar verwachting additioneel ca EUR 20 mln per jaar
(vanaf 2012) kunnen bedragen.
Naar boven
4. Nederlandse positie over de mededeling
De Commissie geeft in haar mededeling `een financieel pakket voor de
toetredingsonderhandelingen met Kroatië' een eerste schets van de
kosten die zullen zijn gemoeid met de toetreding van Kroatië tot de
Europese Unie. De Commissie gaat hierbij uit van een indicatieve
toetredingsdatum in januari 2012. De Commissie is van oordeel dat de
totale financiële enveloppe voor de eerste twee jaar van de toetreding
van Kroatië (d.w.z. tot de afloop van de huidige FP-periode in 2013)
moet worden berekend op basis van een soortgelijke benadering als die
voor de vorige uitbreidingsronde het geval was (ingroei
structuurbeleid over drie jaar; ingroei GLB in 10 jaar).
Nederland dankt de Commissie voor deze eerste raming van de financiële
implicaties van de toetreding van Kroatië. Wel hecht Nederland eraan
te markeren, conform ook het gestelde in de kabinetsappreciatie
EU-uitbreiding van 30 oktober jl., dat Kroatië pas kan toetreden als
het volledig aan de politieke en economische criteria voldoet.
Nederland is tegenstander van het noemen van data. In het AO
EU-uitbreiding van 11 november jl. werd dit kabinetsstandpunt wederom
door Minister Verhagen bevestigd. De datum van 2012 in deze mededeling
heeft derhalve louter een indicatief karakter, omdat de Commissie nu
eenmaal een meetmoment moest hanteren. Kroatië kan daar geen enkel
recht aan ontlenen. Nederland zal er dan ook op toezien dat in de
Raadsconclusie over voorliggende mededeling wordt opgenomen dat niet
vooruit wordt gelopen op een mogelijke datum van toetreding, en dat de
inhoud van de voorliggende mededeling hypothetisch is.
Verder wil Nederland benadrukken dat de Raad en het EP en Commissie -
conform punt 29 van het huidige inter-institutioneel akkoord - pas op
het moment van toetreding van Kroatië een nieuwe integrale afweging
moeten maken ten aanzien van de aanpassing van het financieel kader.
De Commissie zou desbetreffend tegen die tijd een voorstel moeten
indienen. Het kan niet zo zijn dat de Raad zich al in 2009 moet
committeren aan concrete bedragen die van toepassing zijn bij
toetreding van Kroatië.
Naar boven
Laatst aangepast: 17 november 2009
Ministerie van Buitenlandse Zaken