Medisch Centrum Alkmaar

publicatiedatum: 25 november 2009

betere opsporing van uitbreiding borstkanker in schildwachtklier

Met een pleidooi voor het maken van een richtlijn voor de radioactieve stoffen (radiofarmaca) die worden gebruikt voor de opsporing van uitbreiding van borstkanker in de schildwachtklieren promoveert Geert Gommans op woensdag 25 november aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Gommans, organisatiemanager van het Nucleair Geneeskundig Samenwerkingsverband Noord-Holland Noord (NUGES) en organisatorisch manager van nucleaire geneeskunde in het Medisch Centrum Alkmaar en Westfriesgasthuis laat in zijn proefschrift zien hoe het detectiemiddel moet worden bereid en toegepast om de schildwachtklier eenvoudig te vinden.

Tot midden jaren 90 werden voor het vaststellen van uitbreiding bij borstkanker alle okselklieren verwijderd. Okselklieren krijgen hun lymfevocht namelijk rechtstreeks vanuit de borst aangevoerd. Door nucleair geneeskundig onderzoek - waarbij de schildwachtklier apart van de andere klieren wordt opgespoord - te combineren met een nieuwe operatietechniek, is het nu mogelijk eerst de schildwachtklieren te verwijderen. De patholoog onderzoekt de verwijderde schildwachtklieren op tumorcellen. AIs blijkt dat er geen tumorcellen in de schildwachtklier zitten, worden de overige okselklieren niet meer verwijderd. Uit studieresultaten blijkt dit voor 60% van de patiënten geldt.

De schildwachtklier is soms moeilijk te vinden in de wirwar van klierweefsel. Daarom is de kwaliteit van het te gebruiken detectiemiddel van groot belang. Het middel voor dit specifieke onderzoek, een licht radioactief eiwit, kent nog geen standaard. Gommans heeft in zijn laboratoriumstudie de beste samenstelling van het radioactieve eiwit gevonden. In gerandomiseerde klinische studies is dit radioactieve eiwit in diverse samenstellingen bij 750 patiënten getest. Momenteel wordt in het Gemini Ziekenhuis, het Medisch Centrum Alkmaar en het Westfriesgasthuis bij de schildwachtprocedure de meest optimale samenstelling gebruikt. Behalve de bereiding van het middel is ook de toepassing in de ziekenhuizen hetzelfde. Parallel aan het onderzoek over de samenstelling van het detectiemiddel is in 2005 en 2009 onderzocht hoe de Nederlandse afdelingen nucleaire geneeskunde met de schildwachtprocedure omgaan. Met een respons van respectievelijk 89 en 93 procent in 2005 en 2009 bleek uit dit onderzoek dat in Nederlandse ziekenhuizen een verscheidenheid aan werkwijzen wordt gehanteerd. Een gestandaardiseerde richtlijn voor de nucleair geneeskundige aspecten van de schildwachtklierprocedure ontbreekt. Gommans beveelt dan ook aan een dergelijke standaard mee te nemen bij aanpassing van de landelijke richtlijn voor behandeling van borstkanker.