Gemeente Lansingerland

Persuitnodiging
Bleiswijk 20 november 2009

Kwart eeuw Alzheimer Nederland

Bomen tegen het vergeten

Op woensdag 25 november plant wethouder Boedhoe, wethouder Maatschappelijke Ondersteuning van de gemeente Lansingerland, samen met C. Kuhlman, bestuurslid van de Stichting Alzheimer van de afdeling Delft, Westland, Oostland (DWO) om 16.30 uur een boom. Deze handeling vindt plaats nabij Dienstencentrum de Smitshoek te Bergschenhoek. Hier vindt elke maand het Alzheimercafé Lansingerland plaats. De boom staat als symbool voor de hersenen. Bij de boom komt een bordje met een tekst die aangeeft waar het de Alzeimer-vrijwilligers om begonnen is: "Groeiende aandacht tegen het vergeten". We nodigen u uit bij deze bijeenkomst aanwezig te zijn.
Het programma
Tussen 16 uur - 16.30 uur ontvangst in Dienstencentrum De Smitshoek, Smitshoek 18a te Bergschenhoek. Om 16.30 uur vindt buiten in park "De Leeuwenkuil" het volgende programma plaats:
- toespraak van het bestuurslid van de Alzheimer afdeling DWO
- toespraak van Naushad Boedhoe, wethouder gemeente Lansingerland
- planthandeling door de wethouder en het bestuurslid.
---

Arthur de Groot over SOS-ziekte (Arthur de Groot is voorzitter van de Alzheimer afdeling DWO) Taboe rond Alzheimer moet doorbroken
"Alzheimer noem ik vaak een SOS ziekte: het is sluipend, ontluisterend en slopend, dit laatste vooral voor mantelzorgers. Over de aard van de ziekte en de toenemende ondraaglijke gevolgen voor de mantelzorgers heerst veel te veel onbekendheid. Daarom zou het een enorme vooruitgang zijn als we er gewoon over durfden praten. Hardop, en zonder schaamte".
Aan het woord is Arthur de Groot, voorzitter van de Alzheimer afdeling Delft, Westland, Oostland. Het doorbreken van het taboe om het ronduit over Alzheimer te hebben, noemt hij één van de speerpunten van hun werk. "We moeten er openlijker over leren zijn. Ik begrijp best dat men zich geneert, maar dat hoeft echt niet, want het is niemands schuld. Zo zou ik graag willen dat de patiënten zelf het aandurfden om tijdig aan anderen te vertellen wat hun situatie is. Dat moeten ze uiteraard zelf willen, niemand kan het afdwingen. Maar het zou veruit het beste zijn, voor henzelf en voor de omgeving". De voordelen daarvan zouden groot zijn, denkt De Groot. Na de eerste diagnose, rekent hij voor, hebben ze gemiddeld nog acht jaar, voor de boeg, waarvan de laatste twee jaar in het verpleegtehuis. "Wat we samen kunnen doen, is ervoor zorgen dat ze het in die tijd relatief gezien zo goed mogelijk hebben, dat ze er bij blijven horen, dat ze niet worden gemeden, dat ze niet worden behandeld alsof ze gek zijn - want dat zijn ze niet: het is een ziekte. Als de omgeving accepteert dat ze zijn zoals ze zijn, helpt dat het proces te vertragen." Hoe die vertraging dan wordt bereikt?
"Je doet er niets tegen dat hun kortetermijn geheugen hen in de steek laat, dat is een onomkeerbaar proces Maar het helpt enorm als we oprechte aandacht tonen voor wat er bewaard is gebleven in hun langetermijn geheugen, hun harde schijf. Wees belangstellend naar hun verhalen over vroeger, praat over hun oude hobbies. Openheid en aandacht, dat zijn de twee belangrijkste dingen". Arthur de Groot, tot zijn uittreden locatiedirecteur aan het Delftse Grotius College, noemt nog een reden waarom het fout is om over Alzheimer onze kop in het zand te steken. "Je kan het niet voorkomen, en niet genezen, althans nog niet, dus dat is griezelig. Het enige dat we in de hand hebben: ervoor zorgen dat mensen met Alzheimer uit hun stoel blijven komen. Lichamelijke en geestelijke stimulans vertraagt de achteruitgang en houdt de kwaliteit van hun leven langer dragelijk. En laten we niet vergeten, dat het iedereen kan overkomen, dat steeds meer mensen er mee te maken krijgen, of persoonlijk of in hun familie, het is een bedreiging voor ons allemaal. Dus is het in ieders belang dat we de problemen samen aanpakken".
En die problemen liggen nu vooral op het bordje van de mantelzorgers. De Groot: "Voor de patiënten wordt meestal wel goed gezorgd. Maar de mantelzorger die de hele dag de verantwoordelijkheid heeft voor de patiënt, die verdrinkt in de moeilijkheden, moet op elke manier geholpen worden. Daarin spelen gemeenten een belangrijke rol. Die worstelen soms nog met hun aandeel daarin. Het gaat vooruit, maar optimaal is het nog niet. Niet door onwil, maar door onzekerheid over hun taak en mogelijkheden". Dat De Groot uit eigen ervaring weet waar hij het over heeft - zijn vader was Alzheimer-patiënt - speelde geen doorslaggevende rol bij zijn besluit om zich voor de Alzheimer afdeling in te zetten. "Ik wilde sowieso graag nog iets voor anderen betekenen, en dit is één van de dingen die na mijn pensioen op mijn pad zijn gekomen. Ik doe graag iets op beleidsniveau, en liever iets als dit dan werken binnen een hobbyvereniging. Mensen met dementie kunnen nu eenmaal hun eigen belangen niet meer behartigen. Dat moeten we dus met elkaar samen doen".