ChristenUnie
Wettelijke erkenning voor professionals in de jeugdzorg
Wettelijke erkenning voor professionals in de jeugdzorg
donderdag 26 november 2009 09:55 Werken in de jeugdzorg wordt
professioneler georganiseerd en het beroep wordt wettelijk erkend via
een register. Dit schrijft minister Rouvoet, mede namens de minister
en de staatssecretaris van Justitie, aan de Kamer. Vandaag is een
belangrijke stap gezet in het verhogen van de professionaliteit van de
jeugdzorg. Minister Rouvoet stelt de beroepsgroepen in de jeugdzorg in
staat om hun beroep kwalitatief naar een hoger plan te tillen.
De minister spreekt hiermee zijn vertrouwen uit in de
beroepsverenigingen en de beroepsbeoefenaren in de jeugdzorg. Er wordt
ingestemd met het voorstel van de Stuurgroep actieplan
professionalisering jeugdzorg die wordt voorgezeten door Ella
Kalsbeek. Uiteindelijk leidt dit tot een betere dienstverlening aan
cliënten.
Leven lang leren
Het doel van het actieplan professionalisering is om van werkers in de
jeugdzorg betere én beter opgeleide professionals te maken, zodat de
status van het beroep toeneemt. Dat begint bij de opleiding en bij
beroepscompetenties en eindigt met een tuchtrecht. Binnen het
actieplan professionalisering zijn minimale vereisten vastgesteld
waaraan pas afgestudeerde jeudgzorgwerkers op Hbo-niveau moeten
voldoen en waaraan gedragswetenschappers moeten voldoen.
Nascholing, bedoeld om de professional in staat te stellen de
kwaliteit van zijn beroepsuitoefening op een hoog niveau te houden,
was tot nu toe in de jeugdzorg niet verplicht. Daar komt nu
verandering in. Met een wettelijke erkenning wordt naast
basisregistratie tevens herregistratie gerealiseerd. Professionals
volgen bij- en nascholing om de beroepsregistratie jeugdzorg te
behouden. Hiernaast wordt de stand van wetenschap door de
beroepsgroepen in de jeugdzorg gevat in professionele richtlijnen
zoals we die kennen in de medische sector, waarin diagnosen en
therapieën worden omschreven.
Tuchtrecht
Het sluitstuk is het tuchtrecht. Hiermee wordt het mogelijk dat
beroepsmatig handelen van professionals in eerste aanleg door
vertegenwoordigers van onder meer de eigen beroepsgroep wordt
getoetst. Aan de andere kant worden jeugdzorgcliënten beschermd tegen
ernstig falende professionals. Die kunnen in het uiterste geval door
het tuchtrechtcollege uit het register worden geschrapt.
Voor wie geldt het?
De wettelijke erkenning en het tuchtrecht geldt voor alle
jeugdzorgwerkers en gedragswetenschappers in de provinciaal
gefinancierde jeugdzorg. Het gaat dan om professionals van Bureau
Jeugdzorg, inclusief de gezinsvoogdij en jeugdreclassering, en
jeugdzorginstellingen. Via andere wetten wordt registratie en
tuchtrecht ook ingevoerd voor professionals in de gesloten jeugdzorg
en in de justitiële jeugdzorgorganisaties: Justitiële
Jeugdinrichtingen, Bureaus Halt, de Raad voor de Kinderbescherming en
Nidos.
André Rouvoet