Inspectie v/h Onderwijs

Boekhouder of wakend oog

Verslag van het onderzoek bij examencommissies in het hoger onderwijs over de garantie van het niveau.

In de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) is bepaald dat het bestuur van een instelling voor hoger onderwijs voor elke aangeboden opleiding of voor groepen opleidingen een examencommissie instelt "ten behoeve van het afnemen van examens en ten behoeve van de organisatie en de coördinatie van de tentamens". Tot de taken van de examencommissie behoren onder andere het aanwijzen van examinatoren en het vaststellen van regels met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens tentamens. In het wetsvoorstel Versterking Besturing van december 2008 wordt de rol van de examencommissie versterkt. De commissie bepaalt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. Tot de taken die de examencommissies zullen uitoefenen behoort onder andere "het borgen van de kwaliteit van de tentamens en examens". Nog explicieter dan nu zal de examencommissie volgens de beoogde wetgeving het gezaghebbende orgaan zijn dat de kwaliteit van examens en daarmee het eindniveau van studenten garandeert.

In het hier beschreven onderzoek is nagegaan of examencommissies garant staan voor het eindniveau van studenten. De centrale vraag in het onderzoek door de inspectie luidde: Staat de examencommissie er garant voor dat studenten aan wie een diploma wordt uitgereikt het beoogd niveau van de opleiding hebben gerealiseerd?

Het onderzoek is verricht onder een representatieve steekproef examencommissies. Als onderzoeksmethode werd een internetvragenlijst gebruikt en werden gesprekken gehouden op acht instellingen.

De eindconclusie van het onderzoek luidt als volgt: Examencommissies staan ten dele garant voor het eindniveau, bij de ene commissie is deze garantie aannemelijker dan bij de andere. Naar aanleiding van de conclusie geeft de inspectie de aanbeveling dat over het geheel genomen versterking van de examencommissies is geboden. Een wettelijke verankering hiervan zoals voorzien in het wetsvoorstel Versterking Besturing die versterking biedt op het punt van onafhankelijkheid, deskundigheid, kwaliteitszorg en de rol van externen is hiertoe een goede eerste stap.

De inspectie zal de ontwikkelingen met betrekking tot het wetsvoorstel Versterking Besturing en de invulling hiervan in de praktijk de komende jaren nadrukkelijk blijven monitoren, met name wat betreft de aspecten onafhankelijkheid, deskundigheid, de rol ten aanzien van de kwaliteitszorg voor toetsing en examinering en de inbreng van externen. In het najaar van 2009 zal de inspectie een conferentie organiseren om de resultaten van het onderzoek en de implicaties van nieuwe wetgeving te bespreken. In 2009 wordt bovendien hernieuwd aandacht besteed aan de validiteit van procedures voor het erkennen van verworven competenties (EVC).