Gemeente Dalfsen

Evaluatie Rood voor Rood en VAB

26-11-2009

Verwachting dat de komende jaren 35.000 m2 bebouwing verdwijnt

Dalfsen - In 2007 heeft de gemeenteraad van Dalfsen beleidskaders vastgesteld voor het toepassen van Rood voor Rood en hergebruik van Vrijkomende Agrarische Bebouwing (VAB). De uitvoering van dit beleid is geëvalueerd. Conclusie is dat de Rood voor Rood regeling bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied. Het hergebruiken van Vrijgekomen Agrarische Bebouwing is echter nog niet in trek.

De doelstelling van Rood voor Rood, het slopen van minimaal 850 m2 landschapontsierende stallen in ruil voor een woningbouwkavel, is om de ruimtelijke kwaliteit van het buitengebied te verbeteren. Door de leegstaande stallen te slopen wordt voorkomen dat ze verpauperen. Er zijn bij de gemeente veel aanvragen voor Rood voor Rood binnengekomen en de verwachting is dat met de regeling de komende jaren veel bebouwing (circa 35.000 m2) in het buitengebied gaat verdwijnen. Ook investeren aanvragers Rood voor Rood veel in het groen op en rond hun kavel. Bijvoorbeeld door houtsingels aan te leggen en fruitbomen aan te planten. Het college doet wel enkele voorstellen om het beleidskader verder te verbeteren.

Vrijkomende Agrarische Bebouwing
Er zijn nog weinig concrete aanvragen voor hergebruiken van Vrijkomende Agrarische Bebouwing bij de gemeente binnen gekomen. Een oorzaak is bijvoorbeeld de hoge kosten om voormalige stallen geschikt te maken voor een nieuwe functie. Ook zijn er geen mogelijkheden voor uitbreiding op termijn of bedrijfsactiviteiten buiten de bebouwing. Het college heeft deze knelpunten bekeken en stelt enkele kleine wijzigingen voor maar ziet geen mogelijkheden om deze beperkingen veel verder te verruimen. Wel ziet het college graag dat het VAB-beleid in stand blijft om in het buitengebied ook ruimte te kunnen blijven bieden voor niet agrarische functies om het platteland economisch vitaal te houden.

De evaluatie is aangeboden aan de gemeenteraad en komt waarschijnlijk in de raadscommissie van 7 december aan de orde.