De Nederlandse Bank
Nederlanders positief over globalisering
Persbericht
Datum 26 november 2009
Nederlanders voorzien per saldo een stijging van onze welvaart door de
globalisering: 56 procent is positief over globalisering, 14 procent
in meer of mindere mate negatief. Over de opkomst van landen als China
en India denken Nederlanders vergelijkbaar. Zij zijn bovendien
positiever over globalisering dan veel andere Europeanen, mogelijk
dankzij de open economie en van oudsher internationale oriëntatie. Wel
maken meer Nederlanders zich zorgen over de lonen en de
werkgelegenheid, hoewel slechts drie procent vreest voor de eigen
baan.
Dit blijkt uit onderzoek dat president Nout Wellink van de
Nederlandsche Bank vandaag presenteerde tijdens een symposium over
verschuivende machtsverhoudingen in de wereld. Hij noemt de uitkomsten
bemoedigend: "We staan voor grote veranderingen, maar met het juiste
beleid zijn de voordelen groter dan de nadelen." Hij roept
beleidsmakers en politici op de aanzienlijk positieve effecten van
globalisering te benadrukken. Die blijven nu vaak onderbelicht.
Dankzij Chinese importen alleen al zijn Nederlandse consumenten 300
euro goedkoper uit voor de jaarlijkse aankopen. Als distributieland
voor de rest van Europa plukt Nederland nog extra vruchten van de
groeiende handel uit Azië. En Nederlandse exporteurs hebben baat bij
de toenemende welvaart in China en India. De Aziatische verkopen van
Heineken stegen sinds 1990 bijvoorbeeld sterk.
Geen Calimero-complex
Minder optimistisch zijn de Nederlanders over de politieke invloed van
ons land. Bijna 30 procent is hierover negatief. Wellink vindt dit
onterecht: "We moeten onszelf geen Calimero-complex aanpraten.
Nederland heeft momenteel de zeventiende economie ter wereld, en de
tiende financiële sector. We verdienen dus een plaats in economische
overlegorganen, en onze informele deelname aan de G20 is niet
onlogisch." Volgens sommigen zal de machtsverschuiving ook tot meer
internationale conflictsituaties leiden, bij voorbeeld over
grondstoffen. Terwijl het Westen grondstoffen vooral als verhandelbare
goederen ziet, hebben veel opkomende landen een meer strategische en
geopolitieke benadering. China sluit al veel overeenkomsten om de
aanvoer van grondstoffen veilig te stellen, en doet ook zaken met
landen als Sudan, Iran en Myanmar.
Globalisering niet nieuw
Globalisering, de integratie van nationale economieën via stromen van
goederen, kapitaal, technologie en mensen, is niet nieuw. De Europese
ontdekkingsreizen tussen 1500 en 1800 waren al een vorm van
globalisering. Wel nieuw is de veel intensere concurrentie. Vroeger
verschilden landen zo veel, dat een concurrentievoordeel niet snel
verloren ging. De opkomst van landen is ook niet nieuw. Het huidige
groeitempo van China en India verschilt niet wezenlijk van eerdere
spurts van Japan, Taiwan of Maleisië. Wel nieuw is de enorme schaal
van de verandering. Alleen China en India hebben samen al 2,5 miljard
inwoners, bijna 40% van de wereldbevolking. Sinds 1980 steeg het
aandeel van opkomende landen in de wereldeconomie van 33% tot 42%. En
door handel met deze landen is het arbeidsaanbod in de wereld
effectief vier keer zo groot geworden.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans
(tel. 020-5243100, 0652496961) en Herman Lutke Schipholt (020-5242712,
0652496900).
Samenvatting van de belangrijkste uitkomsten van deDNB-enquête
Zie het origineel