SGP
26 - 11 - 09 | SGP: Dijksma zet christelijk onderwijs in kwade reuk
SGP: Dijksma zet christelijk onderwijs in kwade reuk
Staatssecretaris Dijksma van Onderwijs zou beter moeten weten. Met het
op één hoop gooien van christelijke en islamitische scholen zet zij
het christelijk onderwijs in een kwade reuk. Dat stelt SGP-kamerlid
Van der Vlies in vragen aan de regering.
---
Van der Vlies vindt de vergelijking tussen christelijk en islamitisch
onderwijs kwalijk. De staatssecretaris maakte haar dwaze vergelijking
op een 'Kwaliteitsconferentie' over het primair onderwijs. Zij stelde
dat op deze scholen geleerd wordt dat het niet goed is om vrienden te
zijn met ongelovigen.
De SGP vindt die opmerking volledig ongepast, al was het maar omdat de
burgerschapsproblemen die spelen op islamtische scholen "niet
geassocieerd mogen worden met christelijke scholen die al vanaf het
ontstaan van de parlementaire democratie zonder problemen in het
onderwijsbestel functioneren."
Staatssecretaris Dijksma verklaarde verder ook nog dat de rechtsstaat
zwaarder weegt dan enige geloofsopvatting. Een domme uitspraak, want
de vrijheid van godsdienst staat niet tegenover de rechtsstaat, maar
is er in onze constitutionele orde gewoon onderdeel van. Een
staatssecretaris van onderwijs zou dat toch echt moeten weten!
---
Schriftelijke vragen
26 november 2009
B.J. van der Vlies
Schriftelijke vragen van het lid Van der Vlies aan de staatssecretaris
van Onderwijs, cultuur en wetenschap
1. Heeft u kennis genomen van uw toespraak op de website van het
ministerie van OCW?
2. Wat bedoelt u met de uitspraak dat de rechtsstaat zwaarder weegt
dan enige geloofsopvatting? Waarom plaatst u de vrijheid van
godsdienst tegenover de rechtsstaat in plaats van erin?
3. Waarop baseert u uw mening dat de geestelijke vrijheid binnen
christelijke scholen in het geding kan zijn? Beseft u dat u deze
scholen gemakkelijk in een kwade reuk kunt zetten?
4. Kunt u situaties noemen op orthodox christelijke scholen waarin
wordt geleerd dat het niet goed is om vrienden te zijn met
ongelovigen? Zo nee, waarom noemt u dit voorbeeld in één adem met
orthodox christelijke scholen? Had u geen voorbeeld bij de hand dat op
beide richtingen van toepassing is?
5. Waarom meent u orthodox christelijke en islamitische scholen op
één hoop te kunnen gooien? Erkent u dat de burgerschapsproblemen die
u binnen islamitische scholen probeert aan te pakken niet geassocieerd
mogen worden met christelijke scholen die al vanaf het ontstaan van de
parlementaire democratie zonder problemen in het onderwijsbestel
functioneren?
6. Bent u voornemens in de toekomst zorgvuldigheid aan de dag te
leggen als het gaat om het onderscheid tussen islamitische en orthodox
christelijke scholen?