Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Behoud werkgelegenheid en operationele sterkte bij politie

26 november 2009

Een landelijk sociaal statuut voor politiemensen die met reorganisaties te maken krijgen. Behoud van operationele sterkte en werkgelegenheid bij de politie, met meer mogelijkheden voor mobiliteit en flexibiliteit. En de huidige politie-cao een jaar verlengen, waardoor er na de a.s. loonsverhoging op 1 januari 2010 van 3,25 procent in 2011 geen loonsverhoging plaatsvindt.

Dat is de inzet van minister Ter Horst in haar gesprekken met de vier politievakbonden. Hieronder de inzetbrief aan de bonden.

Geachte leden,

Al enige tijd ben ik met u in gesprek over de nijpende financiële situatie binnen de sector politie die is/zal ontstaan door een groot aantal financiële tegenvallers op korte en langere termijn. Wij hebben daarbij de oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen met elkaar verkend. In het verkennende gesprek op 26 oktober 2009 en het persoonlijk onderhoud van 28 oktober jl. hebben wij gezamenlijk geconcludeerd dat afspraken gemaakt moeten gaan worden over gedeeltelijke aanpassing van beleidsdoelen en herbestemming van daarmee gemoeide gelden binnen de huidige CAO. Hiertoe is afgesproken dat zowel aan werkgeverszijde als aan de zijde van vakorganisaties een inzet wordt opgesteld, die in CGOP-verband zal worden besproken. Ik heb u aangegeven dat ik de beschikbare middelen zoveel mogelijk wil inzetten ten behoeve van het behoud van werkgelegenheid en (operationele) sterkte en in het verlengde daarvan de bevordering van mobiliteit en flexibiliteit in de politiesector. In deze brief geef ik aan welke concrete inzet ik in gedachten heb. Ik wil de financiële armslag en de weerbaarheid voor de sector vergroten door de komende jaren extra in te verdienen op het beloningsstelsel, en door een nullijn voor 2011. Daarnaast wil ik de inzet van de huidige medewerkers met name vergroten door een verantwoord sociaal statuut en door verbeteringen in de inzetbaarheid van oudere medewerkers. Tot slot wil ik een vergroting van de instroom van jongeren via een aanvulling op het aspirantenstelstel. Tijdens het overleg zal ik mijn inzet voor deze onderwerpen en de achterliggende motieven verder uiteenzetten. Achtergrond bij deze inzet Het kabinet wil het politiebestel hervormen. Meer bundeling van taken op bovenregionaal en landelijk niveau moet leiden tot een efficiënte en effectieve politieorganisatie. Om dit mogelijk te maken is een goed sociaal statuut nodig, waarvan o.m. onderdeel moeten uitmaken afspraken over verhoging van mobiliteit en flexibiliteit van de politieambtenaren. Te zelfder tijd worden we geconfronteerd met de negatieve gevolgen van de kredietcrisis. Er doemen nieuwe financiële Pagina 2 van 5 Datum 9 november 2009 Kenmerk 2009-0000622941 tegenvallers op, die de werkgelegenheid binnen de sector en daarmee de sterkte onder zware druk zetten. Om die werkgelegenheid zoveel als mogelijk te waarborgen zijn binnen het bestek van het huidige Arbeidsvoorwaardenakkoord aanvullende afspraken nodig, waarbij ook van de kant van de werknemers een bijdrage wordt gevraagd. Het gaat daarbij niet slechts om een bijdrage in financiële zin, maar ook een bijdrage in termen van flexibiliteit en mobiliteit. Uitkomst beloningsonderzoek In het nog lopende Arbeidsvoorwaardenakkoord 2008-2010 is afgesproken 2,2% te reserveren voor de invoering van het nieuwe functie- en loongebouw. Inmiddels zijn in het kader van hetzelfde Akkoord de resultaten beschikbaar gekomen van het Beloningsvergelijkingsonderzoek van de AWVN. Uit het rapport komt naar voren dat, als het totaal van het salaris en de meer incidentele beloningselementen in ogenschouw worden genomen, niet kan worden gesproken van een beloningsachterstand van de sector politie ten opzichte van vergelijkbare maatschappelijke sectoren. Veeleer is de conclusie dat sprake is van een zonder meer concurrerende beloningspositie van de politie. Mijn conclusie is daarom dat de gereserveerde ruimte niet hoeft te worden gebruikt voor verbetering van het beloningsstelsel van de politie, maar op andere wijze zou kunnen worden ingezet. Mede gelet op deze ontwikkelingen, alsmede in de wetenschap dat het inkomen van de politieambtenaar per 1 januari 2010 met 3,25 % wordt verhoogd, is mijn inzet ten behoeve van het maken van nadere afspraken als vorenbedoeld de volgende. Inzet
1. CAO 2008-2010 en het vervolg daarop Mijn inzet is erop gericht het huidige, nog lopende arbeidsvoorwaardenakkoord ongemoeid te laten. Dit impliceert dat de afgesproken salarisverbetering per 1 januari 2010 van 3,25% doorgang vindt en dat de maandelijkse tegemoetkoming in de premie ziektekostenverzekering doorloopt tot december 2010. Gelet op de nijpende financiële situatie van de sector en de thans bekend zijnde meerjarige financiële tegenvallers wil ik met u afspreken om van uw kant in ieder geval tot aan 1 januari 2012 af te zien van generieke loonstijging en geen financiële middelen in te zetten op verbetering van de inkomenspositie van de individuele medewerker. De stijging van het inkomen tijdens de nog lopende cao, alsmede de uitkomst van het beloningsvergelijkingsonderzoek en de huidige financiële crisis rechtvaardigen mijns inziens alleszins dat in elk geval in 2011 geen inkomensstijging plaatsvindt.
2. Stroomlijning schalen- en periodiekenstelsel Het huidige Arbeidsvoorwaardenakkoord voorziet voor herziening van het loongebouw in reservering van 2,2% met een inverdieneffect van minimaal 1%. Er is naar voren gekomen dat het mogelijk is om bij herziening van dit loongebouw op de langere termijn meer dan 1% in te verdienen. Ik stel daarom voor dat wij bij stroomlijning van het nieuwe loongebouw uitgaan van een 14-periodiekenstelsel, waarmee een additionele financiële ruimte van 1% wordt gecreëerd. Als er op specifieke onderdelen in het beloningsgebouw achterstanden zijn, worden die gecompenseerd uit eventuele plussen elders. De totale ruimte die hiermee ontstaat (3,2%) wordt niet gebruikt voor verbetering van de inkomenspositie van de politie, maar wordt herbestemd voor het handhaven van Pagina 3 van 5 Datum 9 november 2009 Kenmerk 41 werkgelegenheid en sterkte en het daartoe vergroten van de mobiliteit en flexibiliteit binnen de sector politie. 2009-00006229Een deel van deze financiële ruimte wordt gebruikt ter dekking van een aantal extra financiële tegenvallers binnen de sector politie. Onder meer gaat het daarbij om de kosten samenhangend met het niet indexeren van de VUT-uitkering en de (te verwachten) aanpassing van de pensioenpremie aan de gestegen levensverwach-ting. Uiteraard kunt u van mij ten behoeve van onze vervolggesprekken nog een nadere uitleg/onderbouwing van deze tegenvallers verwachten. Het andere deel van deze beschikbare middelen wordt ingezet ter dekking van (voor zover van toepassing) extra kosten, samenhangend met de hierna te noemen punten en als (beperkte) reserve voor eventuele arbeidsvoorwaardelijke tegenvallers de komende periode.
3. Landelijk sociaal statuut. Reorganisaties zijn de komende jaren onontkoombaar om te voldoen aan de opdracht van het Kabinet tot doorontwikkeling van het politiebestel en intensivering van regionale en bovenregionale samenwerking. Ik wil met u komen tot een landelijk sociaal statuut dat voorziet in een zorgvuldige herplaatsingprocedure en in faciliteiten om medewerkers van werk naar werk te helpen, zowel binnen de sector politie als daarbuiten. In technisch overleg over dit statuut zijn wij elkaar dicht genaderd. Open staan in het bijzonder nog de omvang van de vergoeding voor meer-kilometers. Mijn bod van ¤ 0.45 per meerkilometer zoals in het concept sociaal statuut is neergelegd blijft onveranderd, inclusief de voorgestelde afbouwtermijn, en zonder maximumafstand. Ik meen hiermee een alleszins redelijk en royaal bod te doen. Ik ben in aanvulling hierop wel bereid met u in gesprek te gaan over de mogelijkheid de eigen bijdrage woon- werkverkeer uit het Besluit reis, verblijf en verhuiskosten politie aan te passen voor de medewerker die komt te vallen onder de werking van het sociaal statuut. Daarmee zou ook na afbouw van de extra vergoeding van meerkilometers een gunstiger financieel regime voortbestaan voor reizen in geval van gedwongen verplaatsing. De herplaatsingstermijn en uitstel van ontslagverlening van samen vijf jaar met de mogelijkheid van verlenging tot maximaal negen jaar zoals opgenomen in artikel 55n en 91 van het Barp legt, rekening houdende met de komende ontwikkelingen, op de sector een (te) groot financieel beslag. Het stelt de medewerker te lang in staat om een afwachtende houding aan te nemen en door deze ruime periode raakt hij af van het arbeidsproces. Dit is niet in het belang van de politieorganisatie, noch in het belang van de betrokken medewerker. Ik stel voor deze periode te verkorten naar per saldo 2 jaar, een en ander in combinatie met aanvullende faciliteiten op het gebied van de verbetering van mobiliteit en flexibiliteit. In het kader van onze besprekingen over het sociaal statuut hebben wij reeds een aantal extra faciliteiten ter vergroting van de mobiliteit en flexibiliteit technisch uitgewerkt. In aanvulling daarop zouden wij andere faciliteiten met u willen verkennen ter vervanging van, of in aanvulling op die technische uitwerking. In het recente technische overleg hebben wij u van onze kant informeel reeds aangegeven aan welke bespreekpunten wij hierbij denken. Ik denk daarbij in ieder geval aan (uitbreiding) van de remplacantenregeling, interne loopbaanscan, en een inspanning tot tijdelijke tewerkstelling van herplaatsingskandidaten. Pagina 4 van 5 Datum 9 november 2009 Kenmerk 2009-0000622941
4. Ophoging van de leeftijdsgrens voor nachtdienstontheffing. Maart 2010 vervalt van rechtswege het recht van de ambtenaar vanaf leeftijd 55 jaar ontheven te worden van de uitoefening van dienst of van het opleggen van consignatie tussen 00.00 en 06.00 uur (tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich daartegen verzet). Ik ben bereid om de nachtdienstontheffing te verlengen voor de duur van onze cao, op voorwaarde dat wij in die verlenging kunnen komen tot afspraken over een verantwoorde verruiming van de inzetbaarheid van oudere werknemers.
5. Politieonderwijs Ik ga graag met u in gesprek om vanaf het voorjaar 2010 een pilot mogelijk te maken in het kader van de herziening van het politieonderwijs, waardoor reeds in dat jaar (mede) gewerkt kan gaan worden met een systeem met beurs- of zakgeld-studenten in plaats van aspiranten. Aan de hand van de uitkomst van de pilot maken wij nadere afspraken over de inrichting van het aspirantenstelsel op de langere termijn.
6. FVT Ik stel voor dat wij deze test met ingang van 1 januari 2010 verplicht stellen voor alle RTGP-plichtigen, maar vooralsnog niet overgaan tot het koppelen daaraan van (de in eerste instantie met ingang van 1 januari 2012 voorziene) rechtspositionele gevolgen, totdat wij met elkaar afspraken hebben gemaakt over de facilitering van medewerkers. Ik nodig u uit voor een eerste informele bespreking op 12 november 2009, in aansluiting op het reguliere CGOP-overleg bij het CAOP.

DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, Voor deze, Directeur Politie en Veiligheidsregio's, A.F. Gaastra Pagina 5 van 5 Datum 9 november 2009 Kenmerk 2009-0000622941