`Er is nooit sprake geweest van een feministische golf'
`Het feminisme is springlevend', zegt Joyce Outshoorn, scheidend
hoogleraar Vrouwenstudies en feminist van het eerste uur. `Sinds de
jaren zestig is er een continu hoog niveau van mobilisatie. De
beweging is nooit dood geweest.' Vrijdag 27 november houdt ze haar
afscheidsrede.
Achterhaald
Het is een discipline die vaak onder vuur ligt. Vrouwenstudies
zou te persoonlijk zijn, politiek gekleurd of achterhaald
zelfs. Wordt ze er niet moe van om steeds haar vak te moeten
verdedigen? `Ja, soms word ik er wel moe van, maar ik pareer
vaak met een tegenaanval, over de achterlijkheid van de
discipline van de aanvaller,' zegt de strijdbare hoogleraar.
Outshoorn kan bogen op een rijk actieverleden. Eind jaren
zestig, begin jaren zeventig, studeerde ze politicologie en
geschiedenis in Amsterdam. In die roerige jaren raakte ze
betrokken bij de vrouwenbeweging. Ze was Dolle Mina en lid van
Wij Vrouwen Eisen, een groepering die streed voor het recht op
abortus. Daarnaast zette ze een feministische uitgeverij op en
bracht ze een feministisch wetenschappelijk tijdschrift uit.
`Kwaadwillende mensen verwijten je een te grote betrokkenheid',
zegt ze. `Maar ik ben in de eerste plaats wetenschapper. Als je
je werk goed doet, staat dat actieverleden je objectiviteit
niet in de weg. Ze hebben me nooit kunnen pakken op mijn
wetenschappelijke prestaties.'
Koerswijziging
De vakgroep Vrouwenstudies, met veel knokken opgezet in 1987,
werd in 1997 weer opgeheven. De vakken werden ondergebracht bij
de verschillende disciplines: politicologie, bestuurskunde,
sociologie en psychologie. Dat had niet zozeer met de
tijdsgeest te maken, maar vooral met een koerswijziging van de
universiteit. Die koos voor een monodisciplinaire koers,
waarbij vakken een sterke eigen identiteit hadden.
Multidisciplinaire studies zoals vrouwenstudies hadden daar
onder te leiden. Omdat de opleidingen bovendien een vaster
stramien kregen, was er minder ruimte voor keuzevakken.
Baas in eigen buik
`Voor het onderzoek heeft dat weinig veranderd', zegt
Outshoorn. `Dat kunnen we ook binnen de andere disciplines
blijven doen. Het onderwijs heeft er wel onder te leiden. Je
kunt niet meer het totaalplaatje aan bieden. En dat is
ontzettend jammer.'
Bezetting
In de jaren tachtig was er grote behoefte aan onderwijs op het
gebied van Vrouwenstudies. Studenten vroegen er zelf om. In
1982 zetten ze hun wens kracht bij met onconventionele
middelen: ze bezetten het Bestuursgebouw van de Faculteit
Sociale Wetenschappen. Outshoorn: `Vrouwenstudies had destijds
een tweeledig doel. Enerzijds wilden we een structurele
onderwijsvoorziening. Aan de andere kant wilden we de huidige
wetenschapsbeoefening bekritiseren. Vanuit een feministisch
perspectief nieuwe theorievorming mogelijk maken. De reacties
binnen de universiteit waren aanvankelijk nogal wisselend. Maar
toen we eenmaal erkend werden door de KNAW en hoogleraren
konden aanstellen, was het snel gedaan met de scepsis.'
Tijdens bezetting Bloemenhovekliniek mei 1976 (foto Toos Poels)
Links Anja Meulenbelt, rechts Joyce Outshoorn
Geen golf
Twee misverstanden wil ze de wereld uit helpen. Het feminisme
is niet dood en de klus is nog lang niet geklaard. Tijdens haar
afscheidsrede presenteert ze de uitkomsten van een
internationaal vergelijkend onderzoek naar de ontwikkeling van
vrouwenbewegingen. Onderzoekers hebben gekeken wanneer
vrouwenbewegingen succesvol zijn, in hoeverre het is gelukt om
actiepunten op de politieke agenda te krijgen. Wat bleek? Vanaf
de jaren zestig is er sprake van een continu hoog niveau van
mobilisatie.
Verbranden BH
Outshoorn: `Je kunt geen grafiek tekenen met een piek in de
jaren zeventig. Er is in die zin nooit sprake geweest van een
feministische golf. Een golf zou immers pieken en dalen
impliceren.' Wat wel veranderd is, is de manier van
actievoeren. Feministen zijn geïnstitutionaliseerd. Ze gaan
niet meer de straat op, maar zitten op sleutelposities en in
lobbygroepen. Daarom lijkt het dat de beweging is verdwenen.
Wat verklaart nu het langdurige succes van de beweging? `Heel
simpel', zegt ze. `Het feminisme is geen one issue beweging.
Als het ene bereikt is, legalisering van abortus bijvoorbeeld,
dan zijn er twintig andere problemen die aangepakt moeten
worden. Soms verandert de politieke realiteit, waardoor
verworven rechten uit het verleden opnieuw moeten worden
bevochten.'
Vergrijzing
Het is naïef om te denken dat alles wel zo'n beetje bereikt is,
meent Outshoorn. Eerder maakte ze deel uit van de
visitatiecommissie die verschillende ministeries adviseert over
emancipatie. `Beleidsmatig valt er nog een wereld te winnen',
zegt ze. `Op het gebied van integratie bijvoorbeeld. Maar ook
bij Defensie. Toen ons leger naar Uruzgan ging, werd er in de
Afghanistan-rapportage met geen woord gesproken over de positie
van vrouwen in dat land. Ondoordacht. De verhoging van de
AOW-leeftijd van 65 naar 67 jaar? Zelfde verhaal. Wat betekent
dat voor vrouwen die nooit betaalde arbeid hebben verricht?
Moeten zij nu twee jaar langer op hun AOW wachten?'
Daar komt bij dat het vergrijzingsdebat hoofdzakelijk gericht
is op arbeidsparticipatie, in het bijzonder die van vrouwen. Om
die te bewerkstelligen wil het kabinet de combinatie van zorg
en arbeid aantrekkelijk maken. Maar daarbij wordt alleen
gekeken naar kinderopvang.
Outshoorn: `Vergeten wordt dat een groot deel van de vrouwen
van 50 plus actief is in de mantelzorg, en dat ons hele
zorgstelsel daar op leunt. Als die mantelzorgers wegvallen,
moeten daar investeringen in de zorg tegenover staan. Maar daar
is geen geld voor. Ik voorzie daarom grote problemen. Problemen
die je vaak alleen maar ziet als je door een feministische bril
kijkt.'
Tijdens Conference on Gender, Sexuality and Global Change in
Zweden
(24 november 2009/Marl Pluijmen)
Nieuwsredactie - 24/11/2009
Universiteit Leiden