Gerechtelijke organisatie

Misleiding bij beursgang World Online

Den Haag, 27 november 2009 - De kern van de uitspraak van de Hoge Raad houdt in dat de klachten van World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs zijn verworpen.
Het onrechtmatig handelen van World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs staat met deze uitspraak van de Hoge Raad vast. De punten waarop het hof onrechtmatig handelen had aangenomen blijven daardoor in stand.
Daar komen nog twee punten bij waarop VEB van de Hoge Raad gelijk krijgt.

Achtergrond
In deze procedure gaat het om de vraag of World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs onrechtmatig hebben gehandeld jegens beleggers in aandelen World Online, die op de beursintroductie aandelen hebben verkregen, dan wel tussen 17 maart 2000 (de dag van de beursgang) en 3 april 2000 aandelen World Online hebben gekocht.

De Vereniging van Effectenbezitters e.a. (VEB), advocaat mr. G. Snijders in Den Haag, heeft een procedure aangespannen tegen de drie gedaagden:

1. World Online, advocaten mr. B. Winters en mr. E.M. Snijders in Amsterdam en cassatieadvocaat mr. R.A.A. Duk in Den Haag
2. ABN AMRO, advocaat mr. E. van Staden ten Brink in Den Haag
3. Goldman Sachs, advocaat mr. P.J.M. von Schmidt auf Altenstadt in Den Haag.

Op 3 mei 2007 heeft het gerechtshof in Amsterdam de vraag over onrechtmatig handelen bevestigend beantwoord (LJN BA4343). Volgens het hof hebben gedaagden een te optimistisch beeld gegeven van de waarde en de toekomstverwachting van World Online. De toenmalige bestuursvoorzitter heeft volgens het hof onduidelijkheid in het leven geroepen over haar aandelenbezit ten tijde van de beursgang. Bovendien bevat het prospectus onvolledige informatie over haar loopbaan en is in het prospectus het Zweedse bedrijf Telitel AB ten onrechte in het World Online-concern opgenomen. Tot slot heeft World Online volgens het hof in enkele persberichten aankondigingen gedaan over allianties met belangrijke bedrijven, terwijl er van deze allianties vrijwel geen was die enige werkelijke substantie had.

De procedure bij de Hoge Raad
VEB heeft tegen deze uitspraak cassatieberoep ingesteld. World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs hebben ook ieder cassatieberoep aangetekend en daarin bestreden dat zij onrechtmatig hebben gehandeld. Op 6 februari 2009 heeft advocaat-generaal mr. L. Timmerman in zijn zeer uitvoerige conclusie advies uitgebracht aan de Hoge Raad. Hij concludeert tot vernietiging van het arrest van het hof.

Uitspraak Hoge Raad
De Hoge Raad verwerpt de klachten van World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs. De punten waarop het hof onrechtmatig handelen had aangenomen blijven daardoor in stand.
VEB krijgt in haar cassatieberoep nog op twee andere punten gelijk. In de eerste plaats was het prospectus volgens de Hoge Raad misleidend door niet de prijs te vermelden waarvoor de bestuursvoorzitter haar aandelen in World Online die zij via haar vennootschap Kalexer bezat, ca. drie maanden voor de beursgang heeft verkocht. In de tweede plaats heeft ABN AMRO volgens de Hoge Raad op de eerste beursdag een misleidende openingskoers bewerkstelligd.

Gevolg van deze uitspraak
Met de uitspraak van de Hoge Raad staat nu vast dat World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs op de volgende punten onrechtmatig hebben gehandeld:

- doordat in het prospectus misleidende informatie was opgenomen omtrent de loopbaan van de bestuursvoorzitter en de verwerving van Telitel als dochtermaatschappij;

- doordat in het prospectus ten onrechte niet was vermeld dat de verkoop (bijna drie maanden voor de beursgang) door de bestuursvoorzitter van de aandelen in World Online die zij bezat via haar vennootschap Kalexer, had plaatsgevonden voor een koopprijs van $ 6,04 per aandeel;

- doordat de bestuursvoorzitter door haar uitlatingen in de pers vlak voor de beursgang een onjuiste indruk bij het publiek heeft gewekt over haar aandelenbezit in World Online. Voorts hebben World Online, ABN AMRO en Goldman Sachs nagelaten dit onjuiste beeld te corrigeren;

- doordat World Online in de periode vlak voor en na de beursgang een tiental persberichten over allianties met belangrijke bedrijven heeft uitgebracht, terwijl van deze aangekondigde allianties er vrijwel geen was die enige werkelijke substantie had; ABN AMRO en Goldman Sachs zijn daarbij tekortgeschoten in hun verplichting als lead managers om World Online zodanig te begeleiden en te instrueren dat deze niet een te rooskleurig beeld van haar onderneming schept. Ten slotte staat vast dat ABN AMRO onrechtmatig heeft gehandeld doordat zij op 17 maart 2000 een misleidende, ruim boven de vastgestelde uitgifteprijs liggende, openingskoers van ⬠50,20 heeft bewerkstelligd.

Nadere informatie
Deze procedure heeft alleen betrekking op het onrechtmatig handelen van gedaagden. Niet aan de orde is de vraag in hoeverre het misleidend handelen van gedaagden ook daadwerkelijk de beleggingsbeslissing van beleggers heeft beïnvloed en ook niet of beleggers zich bij hun beslissing (mede) door andere motieven hebben laten leiden. Het antwoord op deze vragen zal uiteindelijk van belang zijn voor de eventuele schadeplichtigheid van gedaagden.

Dit is een samenvatting van de uitspraak van de Hoge Raad van 27 november 2009. Bij verschil tussen deze samenvatting en de volledige uitspraak is laatstgenoemde bindend.

Op vrijdag 27 november zullen vanaf 10.00 uur tot 12.30 uur persraadsheren (via onderstaand telefoonnummer) bereikbaar zijn voor het geven van een toelichting op de uitspraak.

Den Haag, 27 november 2009
mw. mr. E. Hartogs, griffier
tel. 070 - 3611236

LJ Nummer

BH2162
Zie het origineel

Bron: Hoge Raad der Nederlanden Datum actualiteit: 27 november 2009 Naar boven