Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis
Kamerstuk, 25 november 2009
DMO/SSO-2968301
25 november 2009
Geachte voorzitter,
Vrouwelijke Genitale Verminking (VGV) is een ernstige fysieke vorm van
de schending van de rechten van meisjes én van vrouwen. Het is een
zware, ingrijpende en onomkeerbare vorm van kindermishandeling. Het
heeft vaak veel schadelijke gevolgen voor de lichamelijke, psychische
en seksuele gezondheid en welzijn van jonge meisjes en vrouwen. Om
deze vorm van mishandeling en verminking uit te bannen zet het kabinet
in op een brede aanpak, die bestaat uit zowel preventieve als
repressieve maatregelen. Met deze Kamerbrief wil ik u - mede namens de
Minister voor Jeugd en Gezin en de Minister van Justitie - informeren
over de voortgang van één van deze maatregelen, de Verklaring tegen
Meisjesbesnijdenis.
In de Voortgangrapportage Beschermd en Weerbaar van 28 mei 2009 heb ik
aangekondigd dat ik een medisch certificaat zal invoeren. Dit is een
document dat ouders op vrijwillige basis kunnen ondertekenen om aan te
geven dat hun dochter niet zal worden besneden. Het document is er met
name op gericht om ouders en meisjes tijdens verblijf in het
buitenland te helpen om de sociale druk van om familie, vrienden of
anderen te weerstaan en aan te tonen dat de ouders van het meisje in
Nederland strafbaar zijn, wanneer VGV wordt toegepast, ook wanneer de
verminking in het buitenland is uitgevoerd. In overleg met de
veldpartijen heb ik besloten om dit document `Verklaring tegen
meisjesbesnijdenis' te noemen. Deze term sluit het beste aan bij de
aard van de verklaring en het taalgebruik van doelgroep. Ik heb
toegezegd u te informeren over de uitwerking en invoering van de
Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis. Met deze brief voldoe ik aan deze
toezegging.
Aanleiding
De verklaring is geïnspireerd op het Franse `Attest pour voyage'. De
Franse verklaring betreft een brief van de non-gouvernementele
organisatie Groupe Femmes pour Abolition Mutilations Sexuelles (GAMS),
waarin de strafbaarheid van VGV wordt benadrukt. Wanneer Fransen uit
risicogroepen naar het buitenland gaan, kunnen zij met deze brief aan
hun familieleden laten zien dat VGV in Frankrijk strafbaar is. Dit
maakt het makkelijker om weerstand te bieden aan eventuele familiedruk
om Franse meisjes te besnijden.
Draagvlak
Met het Franse voorbeeld in gedachte heb ik overleg gevoerd met FSAN
(zelforganisaties), VON (vluchtelingenorganisaties), GGD NL (JGZ),
ActiZ (JGZ), KNOV (verloskundigen), NVOG (gynaecologen), KNMG
(artsen), MOgroep Jeugdzorg (AMK's), AJN (jeugdartsen), V&VN fractie
jeugd (verpleegkundigen en verzorgenden), de pilotgemeenten VGV, en
Pharos (kennisinstituut).
In de overleggen bleek grote betrokkenheid van alle aanwezige partijen
bij de bestrijding van VGV. Iedereen onderschreef het voornemen om
ouders uit risicolanden te ondersteunen bij het beschermen van hun
dochter in het buitenland. Ik ben verheugd te kunnen melden dat er
overeenstemming is bereikt over de doelen en inhoud van de Verklaring
tegen meisjesbesnijdenis.
Doelen
De Verklaring tegen meisjesbesnijdenis is primair bedoeld als
hulpmiddel bij het weerstand bieden aan familiedruk in het buitenland.
Het geeft ouders uit risicolanden een bewijs dat VGV in Nederland
strafbaar is. In de media is gesuggereerd dat de verklaring in de
plaats van gesprekken met en voorlichting aan ouders zou komen. Dit is
niet het geval. Ondertekening van de verklaring is slechts één van de
vele maatregelen in de bestrijding van VGV. Daarnaast ben ik van
mening dat de Verklaring tegen meisjesbesnijdenis juist zal bijdragen
aan bewustwording. Wanneer de brief ter ondertekening wordt voorgelegd
aan ouders, gaat dat gepaard met een gesprek over de risico's en
gevolgen van VGV. Een secundair doel van de Verklaring tegen
meisjesbesnijdenis is dan ook ouders beter bewust maken van de
strafbaarheid en schadelijkheid van VGV.
De verklaring is in principe niet bedoeld als controlemiddel of
hulpmiddel bij vervolging. Er wordt een folder voor ouders ontwikkeld
met een omschrijving van het doel en het karakter van de verklaring.
Ook zelforganisaties gaan een belangrijke rol spelen bij het
informeren van doelgroepen over de verklaring.
Inhoud
De teksten van de Verklaring tegen meisjesbesnijdenis zijn opgesteld
in nauw overleg met het veld. Er staat in dat VGV verboden is in
Nederland en welke straffen er op staan. Daarnaast wordt ingegaan op
de schadelijke gevolgen van VGV. Het argument van strafbaarheid zal de
meeste overtuigingskracht richting familie in het buitenland hebben.
In de contacten met risicogroepen in Nederland ligt de nadruk op
gevolgen voor de gezondheid en de rechten van het kind.
Ik heb er voor gekozen om een brief te schrijven die als bijlage met
de verklaring kan worden meegegeven. In de brief benadruk ik nogmaals
dat meisjesbesnijdenis strafbaar en schadelijk is. Door een brief van
mijn hand mee te geven, verwacht ik dat de verklaring meer aanzien
krijgt in landen van herkomst in vergelijking met het Franse `Attest
pour voyage' dat is ondertekend door een non-gouvernementele
organisatie. Ook de Minister van Justitie zal de brief ondertekenen.
Om aan te tonen dat in Nederland niet alleen de overheid, maar ook
partijen in het veld achter de inhoud van de brief staan, heb ik
diverse organisaties gevraagd de brief mede te ondertekenen. Onder
andere VON, KNMG, GGD NL en ActiZ hebben dit toegezegd. Het voordeel
van een aparte brief is dat deze op meerdere plaatsen (ook los van de
verklaring) ter beschikking kan worden gesteld. Uiteraard worden de
verklaring en begeleidende brief vertaald in de talen van de meest
voorkomende risicolanden.
Invoering
Partijen zijn het er over eens dat de Verklaring tegen
Meisjesbesnijdenis door de jeugdgezondheidszorg (JGZ) wordt voorgelegd
aan ouders uit risicolanden. De JGZ bereikt in de eerste jaren
ongeveer 95% van alle kinderen. Om de administratieve lasten voor
zowel de ouders als de professionals tot een minimum te beperken,
wordt de verklaring éénmalig afgegeven. De JGZ wacht voor
ondertekening niet af tot ouders op vakantie gaan. Het is namelijk
vaak niet bekend wanneer ouders op vakantie gaan. Ouders dienen de
verklaring steeds wanneer zij naar het buitenland gaan mee te nemen.
Hoewel de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis op basis van
vrijwilligheid wordt ondertekend, kan een weigering van ondertekening
(onder bepaalde omstandigheden) wel een signaal zijn van dreigende
VGV. Ik heb de JGZ gevraagd om in de nieuwe richtlijn VGV op te nemen
wat hulpverleners op basis van hun professionale afweging kunnen doen
bij weigering van ondertekening. Daarbij rekening houdend met het
vrijwillige karakter van ondertekening. Tevens zal de verklaring
worden meegenomen als instrument bij de implementatie van de
voorgenomen Wet op de Meldcode.
Bij elk AMK is dit jaar een expert op het gebied van VGV aangesteld.
Ik overleg nog met de MOgroep Jeugdzorg om te bezien of de verklaring
kan worden meegenomen in de werkwijze van de aandachtsfunctionarissen
VGV bij de AMK's.
Ik heb GGD NL gevraagd hoe het gebruik van de verklaring het beste in
de praktijk kan worden getoetst. Voor soepele invoering van de
verklaring is het van belang te weten hoe JGZ-professionals en
risico-ouders op de verklaring reageren. Op basis van de ervaringen
kunnen de teksten en toepassing nog worden aangepast. De proefperiode
wordt 1 juni 2010 afgerond, zodat de Verklaring tegen
Meisjesbesnijdenis vóór de vakantieperiode is getest en ingevoerd.
Relatie asielprocedure
De Staatssecretaris van Justitie is voornemens -indien asiel wordt
gevraagd op grond van dreigende VGV in het land van herkomst- een
(vrijwillige) medische verklaring te vragen waarin een arts verklaart
dat er nog geen VGV heeft plaatsgevonden. Bij de aanvraag van een
vergunning voor onbepaalde tijd, na vijf jaar, zal nogmaals om zo'n
verklaring worden gevraagd. Het niet overleggen van een dergelijke
verklaring zal leiden tot afwijzing van het asielverzoek dan wel tot
niet verlening van een asielvergunning voor onbepaalde tijd. De
verwachting is dat hiervan een preventieve werking zal uitgaan,
terwijl tegelijkertijd eventueel misbruik van de asielprocedure wordt
tegengegaan. De Kamer is bij brief van 7 oktober 2009 hierover
geïnformeerd. De medische verklaring van Justitie staat los van de
Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis. Uiteraard worden de trajecten
nauw op elkaar afgestemd.
Landelijke uitrol pilots VGV
Sinds 2006 draait in zes steden een pilot ter preventie van VGV. U
bent hierover geïnformeerd in de voortgangsrapportage Beschermd en
Weerbaar van 29 mei 2009. De pilots lopen 31 december 2009 af. Ik heb
voor de aanpak van VGV jaarlijks EUR 1 miljoen beschikbaar. Deze
middelen zet ik in om de pilots VGV landelijk uit te rollen. De
implementatie van de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis maakt
onderdeel uit van mijn plannen voor de landelijke uitrol.
Om de lessen uit de pilots VGV te verspreiden worden de kennis,
ervaringen en instrumenten uit de pilots gebundeld in een handboek en
ter beschikking gesteld aan gemeenten en GGD'en. Daarnaast heb ik GGD
NL gevraagd een landelijke regierol te vervullen. Om te voorkomen dat
het handboek op de plank blijft liggen, moet worden ingezet op het
informeren en enthousiasmeren van gemeenten en GGD'en. GGD NL kan als
landelijke regisseur een rol spelen bij de agendasetting en het
organiseren van uitwisselingsbijeenkomsten. GGD NL levert ook een
bijdrage aan de invoering van de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis.
Ik onderzoek de mogelijkheid om de toepassing van de verklaring op te
nemen in het gespreksprotocol meisjesbesnijdenis voor de JGZ dat
binnenkort wordt herzien door het RIVM/Centrum Jeugdgezondheid.
De zelforganisaties spelen een belangrijke rol bij de landelijke
uitrol. Het is van groot belang om de rol van zelforganisaties goed te
verankeren in de preventieve aanpak van VGV. Per 1 december 2009
starten FSAN en VON, met subsidie van het ministerie van VWS, een
landelijke campagne tegen VGV onder zelforganisaties. De campagne
beoogt dat zoveel mogelijk zelforganisaties zich uitspreken tegen VGV.
Met de campagne worden ouders uit risicolanden ook geïnformeerd over
de invoering van de Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis.
Pharos vervult de rol van landelijk kenniscentrum op het terrein van
bestrijding van VGV. Pharos zet haar deskundigheid in voor
kennisontwikkeling en kennisoverdracht aan alle betrokken partijen,
professionals en sleutelpersonen/ zelforganisaties en het faciliteren
en ondersteunen van de Nee tegen VGV-beweging. Pharos zal de
Verklaring tegen Meisjesbesnijdenis integreren in hun trainingen voor
JGZ-professionals en sleutelpersonen.
Het wordt voor de JGZ makkelijker om de verklaring voor te leggen
indien het onderwerp meisjesbesnijdenis eerder met de ouders is
besproken, bijvoorbeeld door de verloskundige. Ik subsidieer daarom de
Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) om een
e-learning module over VGV te ontwikkelen voor verloskundigen. Ook
gynaecologen en huisartsen kunnen van deze module gebruik maken.
Tevens leidt de KNOV 10 verloskundigen op tot VGV-experts om
verloskundigen te ondersteunen bij het herkennen, registreren en
verlenen van adequate zorg.
Ik overleg met de KNOV en NVOG over de mogelijkheid dat verloskundigen
en gynaecologen in gebieden met veel risicogroepen met (toekomstige)
ouders uit risicolanden het onderwerp meisjesbesnijdenis zullen
bespreken. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat ouders tijdens de
zwangerschap het meest open staan voor informatie omtrent de
gezondheid van hun (toekomstig) kind.
Tot slot
In de volgende voortgangsrapportage Beschermd en Weerbaar, die rond de
zomer van 2010 verschijnt, zal ik u informeren over de resultaten.
Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mw. dr. J. Bussemaker
Verwijzingen
* Meisjesbesnijdenis strafbaar en schadelijkKamerstuk | 25 november
2009 | pdf, 2 pag., 27 kBBegeleidende brief
* Verklaring tegen meisjesbesnijdenisKamerstuk | 27 november 2009 |
pdf, 1 pag., 14 kB
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport