Reactie brief Achmea Divisie Zorg
Kamerstuk, 26 november 2009
CZ-CB-U-2967878
26 november 2009
Geachte voorzitter,
Hierbij ontvangt u mijn reactie op de brief van Achmea Divisie Zorg
over de eerstelijnszorg.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Reactie op de brief van Achmea Divisie Zorg over de eerstelijnszorg
M.H. Schultz van Haegen.
Directeur Zorginkoop
Achmea Divisie Zorg
Postbus 30000
2200 GZ Noordwijk
CZ/EKZ/2972374
26 november 2009
Geachte Mevrouw Schultz van Haegen,
Dank voor uw brief van 5 oktober jl. Ik ben verheugd te constateren
dat wij beide de vele voordelen van ketenzorg zien. Het werk wat in de
regio Zwolle rondom diabeteszorg is verricht, is mede door u mogelijk
gemaakt. Het is één van de beste voorbeelden in Nederland, die laat
zien hoeveel kwaliteitswinst er mogelijk wordt gemaakt door goede,
integrale en patiëntgerichte zorg. Dat die kwaliteitswinst zich
vervolgens ook in doelmatigheidswinst vertaald is uiteraard ook van
groot belang, zeker in de financieel onzekere tijden waarin wij nu
verkeren.
Allereerst wil ik ingaan op de directe aanleiding van uw brief. Ik
betreur het als ik de indruk heb gewekt als Achmea een andere mening
zou zijn toegedaan dan u in uw brief vermeldt. U stelt bovendien dat
ik de suggestie zou hebben gewekt dat Achmea de ketenbekostiging
helemaal zou omarmen. Ik heb nooit bedoeld te zeggen Achmea de
ketenbekostiging nu al zou omarmen. Ik heb alleen willen zeggen dat
Achmea een voorstander is van ketenzorg, en willen aangeven dat Achmea
integrale bekostiging daarvoor een bruikbaar instrument vindt als
partijen daar klaar voor zijn. Ik heb de naam Achmea genoemd omdat de
vraag zich expliciet richtte op de -- vaak ook door u -- bepleitte
mogelijkheid van een `koptarief' en doordat in mijn beleving in de
vraag de suggestie werd gewekt alsof Achmea zich niet achter hetzelfde
einddoel stelt (hoge kwaliteit door integrale, goed gecoördineerde
zorg).
In uw brief gaat u verder in op het feit dat u (in ieder geval voor de
korte termijn) aan een alternatief voor integrale bekostiging de
voorkeur zou geven, namelijk het zogenaamde `koptarief'.
Zoals in diverse discussies al gesteld, ben ik inderdaad geen
voorstander van het werken met een `koptarief'. Voor integrale zorg
verdient het de aanbeveling dat er één aanspreekpunt is, die ook de
integrale verantwoordelijkheid voor de geleverde zorg kan en wil
dragen. Het aanspreken van `onderaannemers' op geleverde diensten en
kwaliteitsiveaus is voor de ketenaanbieder beter en krachtiger
mogelijk, indien er ook een daadwerkelijk hoofaannemerschap is met
heldere contractuele en financiële verantwoordelijkheden.
Daarbij ben ik er van overtuigd dat het handhaven van het koptarief
uiteindelijk extra administratieve beslommeringen geeft. Naast het
koptarief worden voor integrale chronische zorg namelijk ook nog
bestaande tarieven gedeclareerd. Het keten-tarief is juist eenduidig;
één prijs en een helder omschreven prestatiebeschrijving. Dit is voor
alle partijen, zowel zorgaanbieders als zorgverzekeraars dus alleszins
overzichtelijk.
Dit neemt niet weg dat ik ook zie dat het werken met een koptarief op
de kortere termijn in sommige situaties eenvoudiger kan zijn. Het
werken met integrale bekostiging vereist een bepaalde ontwikkeling van
(marktverhoudingen tussen) hoofd- en onderaannemers in het
onderhandelingsproces en het brengt voor individuele aanbieders nieuwe
onzekerheden met zich mee. Dit leidt soms tot fricties en onrust. Het
kost dus tijd om hierin te investeren. Maar mijns inziens is hier nu
juist ook voor de verzekeraar een belangrijke rol weggelegd.
Mediërend, soms knopen doorhakkend, kan de zorgverzekeraar een
belangrijke rol spelen in het herdefinieren van het landschap van de
eerste lijn en deze nieuwe anderhalve lijnszorgvormen.
Ook neem ik uw zorgen over eventuele kostenstijgingen natuurlijk zeer
serieus. Echter, enige kostenstijging is op de korte termijn voor dit
type zorg ingecalculeerd en ook te verwachten. Echte goede
geïntegreerde ketenzorg brengen nu eenmaal investeringen in de
infrastructuur voor wat betreft ICT, samenwerkingsvormen en
coördinatie met zich mee. Voor de aan de Tweede Kamer toegezegde
evaluatiecommissie wordt dit een belangrijk punt van aandacht. Ook het
belang van het aanleveren van prestatie-informatie is essentieel, en
dit vormt dan ook één van de pijlers van mijn beleid.
Tot slot, benadrukt u in uw brief de randvoorwaarden die nodig zijn
voor integrale bekostiging. Ik onderschrijf het belang van deze
randvoorwaarden en ik zou -mede in het licht van bovenstaande - graag
hierover nog eens nader van gedachten wisselen. Ik nodig u daarvoor
gaarne uit.
Hoogachtend,
de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
dr. A. Klink
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport