Achter de schermen. Verkenning naar downloaders van kinderporno.

27/11/2009 16:00

Het Programma Politie en Wetenschap

PERSBERICHT

'Achter de schermen. Verkenning naar downloaders van kinderporno, nieuwe verkenning van het Programma Politie en Wetenschap.

Kinderporno object van wijdverspreide handel op internet. Over precieze omvang en ook van de personen van downloaders is evenwel weinig bekend.

Downloaders van kinderporno zijn geen homogene groep; dit maakt het lastig om een gedetailleerd profiel te schetsen. Voor zover onderzocht gaat het wel bijna altijd om blanke mannen, waarvan de grootste groep tussen 25 en 45 jaar is. Opgepakte downloaders blijken nauwelijks criminele incidenten te hebben. Een causaal verband tussen kinderporno op internet bekijken en zelf fysiek misbruik maken van kinderen is niet goed te bepalen. Wel kan het internetgedrag fantasieën aanwakkeren en kan vanuit (een van vele) kinderpornonetwerken waar downloaders hun afbeeldingen halen, druk worden uitgeoefend om zelf ook nieuw materiaal aan te leveren. Diegenen die kinderporno willen downloaden zijn vanzelfsprekend afhankelijk van anderen die het materiaal produceren en aanbieden, wat vooral gebeurt via betaalwebsites, e-mail, besloten (peer-to-peer)netwerken.

Dit zijn enkele van de belangrijkste uitkomsten van een verkennend onderzoek naar downloaders van kinderporno dat in opdracht van Politie & Wetenschap is uitgevoerd door bureau Beke in Arnhem. Daartoe is de (inter)nationale literatuur bestudeerd en zijn deskundigen vanuit politie en hulpverlening geïnterviewd.

In dit verkennende onderzoek staan met name de personen van de downloaders centraal. Wat is in de literatuur en bij opsporings- en hulpverleningsinstanties bekend over hun achtergronden - geslacht, leeftijd, etniciteit - en motieven? Gaat het uitsluitend om het downloaden en verzamelen van afbeeldingen of is er ook een relatie met (feitelijk) kindermisbruik?

Onderzocht is ook wat bekend is over de wijze waarop de markt van vraag en aanbod wat betreft kinderporno op het internet functioneert en welke rol spelen downloaders: zijn het enkel 'consumenten' of, op den duur, ook producenten van kinderporno? Ook de manier waarop gebruikers en producenten opereren en proberen uit handen te blijven van de politie passeert de revue.

Verder wordt beschreven wat bekend is over de omvang van het kinderpornografisch beeldmateriaal dat op het internet te vinden is. Wat is de leeftijd van de afgebeelde kinderen en om welke seksuele poses gaat het?

Uit het onderzoek blijkt dat er verschillende typen downloaders zijn te onderscheiden maar dat hun profielen nog erg onduidelijk zijn en zeker nadere inkleuring en toetsing behoeven.

Uit de literatuur blijkt dat downloaders geen homogene groep zijn. Dit maakt het lastig om een gedetailleerd profiel te schetsen. Het gaat wel bijna altijd om blanke mannen, waarvan de grootste groep tussen 25 en 45 jaar is. De downloaders hebben middelbaar tot hoger onderwijs genoten en hebben vaak een beroep waar zij in aanraking komen met kinderen of een technisch beroep, bijvoorbeeld in de ICT-sector. Verder lijken zij nauwelijks criminele antecedenten te hebben. Motieven voor het downloaden zijn onder meer lust, nieuwsgierigheid, bevredigen van de verslaving en 'veilige' contacten met gelijkgestemden op het internet. Een causaal verband tussen kinderporno op internet bekijken en zelf fysiek misbruik maken van kinderen is niet goed te bepalen. Wel kan het internetgedrag fantasieën aanwakkeren en kan vanuit het kinderpornonetwerk druk worden uitgeoefend om zelf materiaal aan te leveren.

Zoals elke verkenning geeft deze naast een aantal voorzichtige antwoorden op vragen, vooral inzicht op over blinde vlekken in de kennis over downloaders van kinderporno. Opvulling daarvan moet gelijke tred houden met meer gerichte en effectieve opsporing. In dit verband wordt de vraag opgeworpen of het opsporen van downloaders prioriteit moet hebben of dat de politie zich meer zou moeten richten op de producenten en slachtoffers van kinderporno. Prioritering is onder meer aan de orde omdat de praktijk leert dat het voor de opsporing moeilijk en tijdrovend is om alle mogelijk onderzoekslijnen vergaand uit te rechercheren. Met het oog daarop zaal binnenkort een speciale expertmeeting worden belegd met nationale en internationale deskundigen.

De verkenning is uitgegeven in de reeks Politiewetenschap van het Onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap, een zelfstandig onderdeel van de Politieacademie. Politie en Wetenschap is in mei 1999 ingesteld om het wetenschappelijk onderzoek en de kennisontwikkeling op het gebied van politie en veiligheid te stimuleren en tevens een impuls te geven aan een betere benutting van onderzoeksresultaten in politiepraktijk en opleiding. Daartoe is een meerjarig onderzoeksprogramma ontwikkeld. De uitvoering van dit programma geschiedt onder leiding van de directeur van het programmabureau, G.C.K. Vlek.