Partij van de Arbeid
Den Haag, 26 november 2009

Vragen van het lid Arib (PvdA) aan de ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

over het verdwijnen van slachtoffers van eergerelateerd geweld


1. Herinnert u zich de zaak Suat die op haar dertiende is uitgehuwelijkt? 1


2. Hebt u kennisgenomen van een vervolgbericht over de verdwijning van Suat?2


3. Wat vindt u ervan dat de politie Haaglanden en andere hulpverlenende instanties zoals de jeugdzorg geen uitsluitsel kunnen geven of Suat daadwerkelijk het land heeft verlaten of nog in Nederland is en dat gevreesd wordt dat Suat slachtoffer is van eerwraak?

3. Klopt het dat het nog steeds mogelijk is dat iemand uit het gezin, vaak de vader, familieleden uit het bevolkingsregister kan uitschrijven en dat op geen enkele wijze wordt nagegaan of er sprake is van migratie, remigratie of verhuizing binnen Nederland?


4. Herinnert u zich het interpellatiedebat over achtergelaten vrouwen waarin de voormalige minister van Integratie de Kamer heeft toegezegd een brief aan gemeenten te zullen sturen waarin zij attent worden gemaakt op het verschijnsel achterlating en ze te wijzen op de bevoegdheid om bij twijfel aan de juistheid van de aangifte van vertrek, degene namens wie de aangifte wordt gedaan, op te roepen om in persoon te verschijnen voor het geven van nadere inlichtingen?


5. Heeft de vader van Suat aangifte gedaan van vertrek van Suat naar een ander land? Is de vader van Suat door de gemeente opgeroepen om in persoon te verschijnen voor het geven van nadere informatie over de verdwijning van Suat? Zo nee, waarom niet?


6. Kunt u een overzicht geven van het aantal uitschrijvingen van kinderen en vrouwen uit landen zoals Turkije, Marokko, Somalie, Irak, Iran, Afghanistan en Pakistan? Kunt u deze cijfers over de afgelopen 5 jaar geven? Kan daarbij aangegeven worden in hoeveel gevallen de uitschrijvingen door vrouwen zijn gedaan?


7. Kunt u aangeven wat de werkwijze en de rol van het Landelijk Expertise Centrum Eergerelateerd Geweld inzake de verdwijning van Suat is geweest? Klopt het dat het LEC niet of nauwelijks in staat is geweest Suat te beschermen? Klopt het dat het LEC niet over de juiste expertise beschikt om slachtoffers van eergeweld daadwerkelijk te helpen? Welke consequenties worden verbonden aan het falen van het LEC wanneer zij fouten maken?


8. Deelt u de mening dat de zaak van Suat niet op zichzelf staat en dat het noodzakelijk is een grondig en onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de werkwijze van het LEC en naar andere zaken van eergerelateerd geweld en hoe het LEC hiermee is omgegaan? Kan een overzicht gegeven worden van alle zaken die door het LEC zijn behandeld, hoe deze zijn afgehandeld en wat er met de slachtoffers is gebeurd?


* Trouw 14 oktober 2009

* Trouw 24 november 2009

* Handelingen 29 742, nr. 17, vergaderjaar 2004-2005