Universiteit van Tilburg

Persbericht 19 november 2009

Cultuurgebonden kennistoetsen voor kinderen beïnvloeden resultaat

Promotie Maike Malda 27 november

Kinderen uit verschillende culturen scoren vaak anders op kennis (cognitieve) toetsen. Volgens cultuurpsychologe Maike Malda wordt dit niet zozeer veroorzaakt door een verschil in cognitieve capaciteiten van deze kinderen, als wel door de cultuurgebondenheid van de toetsen. Deze cognitieve tests kunnen niet los gezien worden van de context of het land waarin ze zijn ontwikkeld. Daardoor kunnen ze partijdigheid (bias) vertonen ten opzichte van kinderen in een andere context. Bias is een factor die veelal wordt genegeerd, maar dient juist erkend te worden, stelt Malda.

Malda deed haar onderzoek onder kinderen in India en Zuid-Afrika, beide multiculturele samenlevingen, die vaak werken met tests uit het westen. Deze tests worden volgens Malda niet voldoende aangepast aan de nieuwe context; er wordt te weinig gekeken naar cultuurverschillen. Ze laat met haar onderzoek in India zien dat het door adaptatie mogelijk is tot een betrouwbaar instrument te komen voor een niet-westerse context.

Malda toont met haar onderzoek in Zuid-Afrika aan dat kinderen hoger op cognitieve tests scoren naarmate ze meer op hun eigen cultuur zijn afgestemd. Ze laat zien dat kinderen met een respectievelijk Afrikaanse en Tswana achtergrond beter scoren op tests gericht op hun eigen groep. Dit is met name het geval voor de cognitief complexe werkgeheugen- en redeneertaken. Op deze veelal cultuurgebonden taken vertonen kinderen uit andere culturen lagere scores vanwege hun relatieve onbekendheid met (de inhoud van) de tests en niet per definitie omdat ze over minder cognitieve capaciteiten zouden beschikken. Het gebruik van plaatjes (zoals van een duikplank of een vaatwasser) of begrippen (zoals woordenboek of bibliotheek) die voor één van de geteste groepen onbekend(er) zijn, kan een negatieve invloed hebben op testprestaties.

Malda stelt dat aanzienlijke aanpassingen in tests wat betreft stimuli, instructies en procedures nodig kunnen zijn om de geschiktheid ervan te vergroten. Ze pleit ervoor rekening te houden met bias, in plaats van die te vermijden. Bias is niet per definitie een negatief begrip; de aanwezigheid van bias kan bijdragen tot de verklaring van crossculturele verschillen. Malda concludeert dat een cognitieve test het best werkt in het land of de context waarin deze is ontwikkeld of waarvoor deze is geadapteerd.

Maike Malda (Tholen, 1981) studeerde Psychologie aan de Universiteit van Tilburg. Momenteel is ze universitair docent binnen het departement Ontwikkelings-, Klinische en Cultuurpsychologie en beleidsmedewerker bij het Oldendorff Research Institute. Ze is per 1 januari 2010 benoemd tot postdoctoraal onderzoeker bij de Faculty of Education Sciences aan de North-West University in Zuid-Afrika.