Nederlands
Dove peuters hebben baat bij consequent aanleren van twee talen
Datum: 19 november 2009
Veel dove kinderen in Nederland worden tweetalig opgevoed. Naast
gebruik van de Nederlandse Gebarentaal (NGT) leren zij ook Nederlands,
vaak via Nederlands ondersteund met Gebaren (NmG). Is deze
tweetaligheid haalbaar? Ja, maar niet altijd, niet voor elk kind, niet
voor alle ouders, stelt Nini Hoiting naar aanleiding van haar
onderzoek naar gebarentaalverwerving bij peuters. Kinderen die NGT
hebben geleerd beschikken over een natuurlijke taal en starten met een
grotere gebarenschat dan dove kinderen die vooral NmG aangeboden
krijgen. Hoiting promoveert op 30 november aan de Rijksuniversiteit
Groningen.
In haar onderzoek maakte Hoiting onderscheid tussen drie groepen dove
kinderen. Kinderen die NGT leren van dove ouders, kinderen die NGT
leren van horende ouders en kinderen die NmG leren van horende ouders.
Hoiting: `Dove kinderen zijn vooral gericht op beweging en hebben
daardoor meer aandacht voor werkwoorden dan horende kinderen.
Nederlandse kinderen besteden aanvankelijk meer aandacht aan
naamwoorden.'
Tweede taal
Over het algemeen wordt tweetaligheid gepromoot, merkt Hoiting.
Volgens haar zou het goed zijn om in het onderwijs een duidelijke
taalscheiding tussen NGT en Nederlands te hanteren. Dove kinderen die
beide talen goed beheersen hebben dus een voorsprong op kinderen die
`schipperen' tussen Nederlands en NmG.
Gebarenschat of woordenschat?
De keuze tussen NGT of NmG als voornaamste onderwijstaal is echter
niet zomaar gemaakt. Het ligt voor de hand om te kiezen voor de
Nederlandse Gebarentaal. Dat is tenslotte een echte, volledige taal.
Nederlands leren via NmG geeft veel woorden in een zin niet weer in
gebaren. Uit het onderzoek van Hoiting blijkt dat kinderen die NGT
hebben geleerd beschikken over een grotere gebarenschat dan NmG
kinderen. Vooral kinderen van dove ouders vertonen hierbij de rijkste
taalontwikkeling.
Complexe werkwoorden
`We weten nog te weinig over de ontwikkeling van twee talen bij jonge
dove kinderen om het onderwijs hierop tijdig aan te passen', aldus
Hoiting. Zo stelt het aanleren van de complexe werkwoordconstructies
in NGT hoge eisen aan peuters omdat ook mimiek en blikrichting van
groot belang zijn. Daartegenover stelt het Nederlands hoge eisen aan
woordvolgorde.
Sociale ontwikkeling
Hoiting: `Voor de sociale ontwikkeling is het beschikken over een
eigen taal erg belangrijk. Dan heb je altijd iets om op terug te
vallen.' Dit laatste is van extra groot belang met de opkomst van
cochleaire implantaten, elektroden in het oor die doven de
mogelijkheid geeft weer (deels) te kunnen horen. Hoe vroeger zo'n chip
wordt ingebracht, hoe groter doorgaans het effect is. Hoiting: `Helaas
is van tevoren nooit precies bekend hoe het gaat werken. Dat betekent
ook dat het niet altijd zo goed uitpakt als gehoopt. Door consequent
een volledige gebarentaal aan te leren naast het Nederlands is het
risico op een later sociaal emotioneel isolement kleiner, wanneer de
chip niet zo'n succes blijkt als gehoopt. Een dialoog met de medische
wereld hierover is daarom van groot belang.'
Curriculum Vitae
Nini Hoiting studeerde linguïstiek en werkt sinds 1983 als linguïst
aan de Koninklijke KENTALIS (voormalig DovenInstituut H.D. Guyot). Zij
is gespecialiseerd in de Nederlandse Gebarentaal en tweetalig
onderwijs voor dove kinderen. De titel van het proefschrift is: De
Mythe van Simplisme: Gebarentaalverwerving door Nederlandse Dove
Peuters.
Rijksuniversiteit Groningen