CSO schrijft brandbrief naar Tweede kamer over subsidieregeling
30/11/2009 14:11
Centrale Samenwerkende Ouderenorganisaties
Persbericht
Utrecht, 30 november 2009
Koepel CSO schrijft brandbrief naar Tweede Kamer
Ouderenorganisaties: 'Verander systematiek van subsidies'
De koepel van ouderenorganisaties CSO wil terug naar een aparte subsidieregeling voor haar
organisaties. De huidige wijze van subsidiëren van PGO-organisaties (patiënten-,
gehandicapten- en ouderen-) past niet bij de omvang, het werk en de maatschappelijke
betekenis van de ouderenorganisaties. Dit stelt de CSO in haar uitgebreide pleidooi per brief
aan de Vaste Kamercommissie voor VWS. Die heeft aanstaande donderdag (3 december)
een Algemeen Overleg met de VWS-bewindslieden, onder andere over de subsidiëring van
de PGO-organisaties. De CSO stelt in haar brief minister Klink voor om een einde te maken
aan de verstrengelde systematiek.
Tot medio jaren negentig was de kabinetsbrede coördinatie van het ouderenbeleid
ondergebracht bij de directie Ouderenbeleid van VWS. Die ondersteunde en subsidieerde de
belangenbehartiging van ouderen op alle relevante maatschappelijke terreinen. De
staatssecretaris was coördinerend bewindspersoon. In de afgelopen vijftien jaar verdween de
gerichte aandacht voor ouderenbeleid. Onder andere werd de directie Ouderenbeleid
opgeheven en de financiering van ouderenorganisaties werd bij het Fonds PGO gevoegd,
samen met die van patiënten- en gehandicaptenorganisaties. Zo ontstond de oneigenlijke en
onwenselijke situatie dat ouderen in dezelfde subsidiesystematiek zitten als patiënten en
gehandicapten. Dit terwijl lang niet alle ouderen ziek of gehandicapt zijn, net zo min als
patiënten en gehandicapten allemaal ouderen zijn. Allerlei belangen en uitgangspunten zijn
op één hoop gegooid, maar ongelijke groepen in één subsidieregie brengen, wringt.
Andere grootheden
De positie van ouderen en hun organisaties verslechtert in belangrijke mate nu de structurele
subsidie wordt vervangen door een subsidie die gebaseerd is op het aantal leden. De
grootste staffel is tienduizend leden, alles daarboven krijgt hetzelfde subsidiebedrag. Dit voor
de patiënten- en gehandicaptenorganisaties reële rekenmodel gaat geheel voorbij aan het feit
dat de ouderenorganisaties heel andere grootheden zijn: Unie KBO heeft 320.000 leden,
PCOB heeft er 110.000. Nu deze staffel wordt gehanteerd, leveren deze twee
ouderenbonden samen 1,7 miljoen euro subsidie in.
Knelpunt is ook dat het aanbod van minister Klink om met projectsubsidies het subsidieverlies
te compenseren slechts ten dele werkt. Ad hoc projectgeld in plaats van structureel geld
beïnvloedt het werk van de organisaties voor de derde en vierde generatie ouderen op een
zeer nadelige manier. De belangenbehartiging, de voorlichting, de sociale functies en het
bevorderen van maatschappelijke participatie van ouderen staan daarmee op de tocht.
Vorige week meldden andere PGO-organisaties - de Nederlandse Patiënten en
Consumenten Federatie (NPCF) en de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad (CG-Raad)
- intensiever te willen samenwerken op bestuurlijk en operationeel niveau. De CSO sluit zich
hier niet bij aan om bovengenoemde redenen: haar achterban is veel breder en haar beleid
omvat veel meer dan zorg voor patiënten en gehandicapten. Wel blijven de
ouderenorganisaties nauw met de patiënten- en gehandicaptenorganisaties samenwerken.
Het aandeel ouderen in de Nederlandse bevolking groeit gestaag en daarmee neemt het
belang van ouderenorganisaties toe. De CSO vertegenwoordigt momenteel ruim een half
miljoen georganiseerde ouderen via haar leden Unie KBO, PCOB, NVOG en NOOM. Deze
ouderen behoren tot zowel de derde als de vierde generatie. De werkzaamheden van de
organisaties strekken zich uit over alle maatschappelijke terreinen als inkomen, pensioen,
AOW, wonen, mobiliteit, zorg, welzijn, (vrijwilligers)werk en mantelzorg.
-------