Het 64ste Havengildediner
Toespraak | 27-11-2009 | Amsterdam | minister Camiel Eurlings
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Beste mensen,
Graag wil ik mijn bijdrage vanavond beginnen met u een compliment te
maken. De economische crisis laat diepe sporen na. De havens in Europa
worden hard geraakt. Overslagcijfers die met 15 tot 20 procent
teruglopen, zijn geen uitzondering. En dan toch, midden in deze barre
periode, weet de Amsterdamse haven een groei van 2 procent te
realiseren (in de eerste helft van 2009).
Groei over het complete jaar 2009 zal in deze crisistijd
waarschijnlijk zelfs voor Amsterdam te hoog gegrepen zijn. Maar toch:
u levert een bijzondere prestatie.
En dat na een uitstekend jaar 2008, waarin `Zeehavens Amsterdam' de
snelste groeier in Europa was.
Investeringen die de afgelopen jaren zijn gedaan, werpen vruchten af.
Vooral investeringen in olieterminals, waardoor Amsterdam zijn positie
als energiehaven goed op peil weet te houden.
Het is belangrijk dat we samen de feiten zien en ons niet van de wijs
laten brengen door spookbeelden.
Feit is dat Nederland in 2008 Frankrijk verdrong als 5de exporteur van
de wereld. Samen met de VS, China, Duitsland en Japan staan we in de
mondiale top 5.
Alleen dat ene cijfer al onderstreept de kracht van ons land en het
potentieel dat we hebben.
Van die sterke positie hangt het inkomen van honderdduizenden
Nederlandse gezinnen af. We hebben die positie mede te danken aan de
in-, uit- en doorvoer van goederen. Beste mensen, wáár ter wereld vind
je zo'n hecht en geavanceerd netwerk van havens, vaarwegen, wegen en
spoorlijnen?
Dat netwerk is niet zomaar tot stand gekomen. Het is opgebouwd met
hard werken. Met volle inzet van kennis en kunde. Met de overtuiging
dat de kost voor de baat uitgaat. En bovenal... met daadkracht en
ambitie.
De daadkracht en ambitie van mensen als Cornelis Lely, de ingenieur
die aan het einde van de 19de en het begin van de 20ste eeuw maar
liefst drie perioden diende als minister van Waterstaat.
Tijdens zijn derde ministerschap (van 1913 tot 1918) werd Lely
geconfronteerd met een enorme uitdaging: de steeds snellere
schaalvergroting binnen de scheepvaart. Die schaalvergroting maakte de
bouw van een nieuwe sluis bij IJmuiden en de verdere verruiming van
het Noordzeekanaal `niet alleen hoogst wenselijk, maar zelfs
noodzakelijk'.
In 1915 diende minister Lely een wetsontwerp in dat daaraan tegemoet
kwam. Er was een staatscommissie aan het werk geweest die had gepleit
voor een sluis `van ruimere afmetingen dan het Panamakanaal'. Voor
Lely was dat nog niet genoeg. Hij schreef in zijn memorie van
toelichting dat hij `met het oog op de toekomst' zelfs nog een slagje
groter wilde gaan.
In 1917 werd de wet aangenomen.
In 1930 was de sluis klaar. De Noordersluis; tientallen jaren de
grootste ter wereld.
Ik heb groot respect voor deze ambitie en deze daadkracht. Die hebben
Nederland letterlijk groot gemaakt. Tot op de dag van vandaag -
tachtig jaar later - doet de sluis dienst. En naar verwachting zal hij
de honderd kunnen halen.
De Noordersluis is een `ouwe taaie', maar over twintig jaar technisch
aan zijn einde. Vervanging is dan nodig. Niet alleen om de haven
bereikbaar te houden, maar ook voor de veiligheid. De sluis is immers
ook een waterkering.
Al vele jaren wordt er gepraat over het sluizencomplex bij IJmuiden.
Studies naar en discussies over een nieuwe grote zeesluis waren er al
in de jaren zestig en zeventig.
In de jaren negentig werd steeds duidelijker dat er rond het
Noordzeekanaal goede kansen zijn voor verdere economische ontplooiing,
maar dat een goede zeetoegang die voldoet aan de modernste eisen
daarvoor onontbeerlijk is.
De regio opteert voor een grotere sluis. En wil graag op korte termijn
(nog voor eind 2012) aan de slag.
Ik heb steeds een nadrukkelijke afspraak gemaakt met u. Het ligt niet
in mijn aard om te blijven voortkabbelen en beslissingen door te
schuiven. Bestuurders zijn er om besluiten te nemen. Doorwrochte
besluiten die haalbaar en financierbaar zijn. Want aan luchtfietserij
en ongedekte cheques heeft niemand wat.
Beste mensen, wordt het na tientallen jaren praten niet tijd voor
daadkracht en ambitie? Wordt het niet tijd om - in de geest van Lely -
concreet te bouwen aan de toekomst?
Ik heb de regio gevraagd te bezien hoe wij het financiële gat kunnen
dichten tussen de kosten van een vervangende Noordersluis in 2030
enerzijds, en een sluis conform de wensen van de regio (dus groter en
sneller klaar) anderzijds.
Ik ben verheugd dat we elkaar hebben weten te vinden. En dat gemeente,
provincie en rijk vanavond een convenant kunnen sluiten met goede
afspraken, waardoor er zicht is op financiering.
Dat betekent dat ik een Planstudie start naar de aanleg van de nieuwe
sluis. In gewoon Nederlands betekent dat: we gaan er samen voor.
Velen in deze zaal hebben zich tot het uiterste ingespannen voor deze
belangrijke stap. We hebben er samen keihard aan gewerkt. Bestuurders
uit gemeente en provincie, Financiën en Verkeer en Waterstaat. Het was
kantje boord, maar het is gelukt.
Met mijn bestuurlijke partners in de regio, wethouder Freek Ossel en
gedeputeerde Elisabeth Post, zal ik straks het convenant ondertekenen.
Een mooi moment voor heel veel mensen. In de allereerste plaats voor
de ondernemers hier in de zaal, die hier reikhalzend naar hebben
uitgekeken.
Doch, beste mensen... we zijn er nog niet. Er ligt nog het nodige werk
op ons te wachten.
Veel zaken zullen in de planstudie goed moeten worden uitgezocht: het
beste design van de sluis, de milieu-effecten en natuurlijk de vraag
hoe we de financiering kunnen optimaliseren.
We zullen innovatief moeten zijn.
· Door te kiezen voor publiek-private samenwerking (dit wordt het
eerste `natte' PPS-project van Nederland).
· Door te kiezen voor een nieuwe contractvorm: Design, Build, Finance
and Maintain (DBFM). Een vorm waarin de aannemer verantwoordelijk
wordt voor bouw, beschikbaarheid en onderhoud.
· En door op alle mogelijke manieren te werken aan versnelling en
verbetering van besluitvorming en stroomlijning van procedures en
vergunningen.
Op dat laatste gebied is de betrokkenheid van de gemeente Velsen van
groot belang. Ik ben blij dat burgemeester Weerwind en wethouder
Verkaik hier vanavond aanwezig zijn. Dit project speelt zich binnen uw
gemeentegrenzen af. Fantastisch dat u er bent en dat u als
bestuurlijke partner binnen dit project de bereidheid hebt er samen
met ons allemaal de schouders onder te zetten. Dat leggen we straks
ook vast in een intentieverklaring.
Ik zie op alle fronten de bereidheid van partijen om over de eigen
schaduw heen te springen. Bijvoorbeeld de positieve houding van de
gemeente Amsterdam ten opzichte van een mogelijke verzelfstandiging
van het Amsterdams Havenbedrijf. Het zou extra mogelijkheden tot
financiering kunnen opleveren en ook de strategische samenwerking met
Rotterdam verder kunnen versterken. Want ècht, beste mensen, als wij
aan de top willen blijven, dan moeten we onze krachten bundelen en het
samen waarmaken.
Voor Sjanghai is het verschil tussen Amsterdam en Rotterdam net zo
groot als dat tussen Sjanghai-Centraal en Sjanghai-Zuid.
Ambitie wil ook zeggen: niet regionaal, maar mondiaal denken. Zoals
Cornelis Lely deed.
Dat geldt helemaal in deze tijden van crisis. Die is uw deur niet
voorbij gegaan. We zijn denk ik allemaal teleurgesteld door de
beslissing van de Grand Alliance om de containerdienst op Amsterdam in
deze moeilijke tijd stop te zetten. Reden temeer om te zorgen dat we
er klaar voor zijn als de goederenstromen weer aantrekken en te zorgen
dat we onze positie voor de toekomst versterken.
Het is aan u, ondernemers, om de investeringen die in ons convenant
centraal staan, van de grond te helpen krijgen en de infrastructuur
straks maximaal te benutten.
Laten we gelijk optrekken en alles op alles zetten om dit voor de
regio cruciale project snel en goed te realiseren.
De wil is er. De noodzaak is er. Er is zicht op financiering. We
hebben de mensen. We hebben de visie. We hebben de ambitie.
Tijd om het convenant te tekenen! Ik nodig Elisabeth Post en Freek
Ossel graag daartoe uit.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat