Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
30 nov 2009
Meeste woninginbraken gepleegd door gelegenheidsinbreker
Zo'n tachtig procent van de woninginbraken wordt gepleegd door de
zogenoemde gelegenheidsinbreker. Deze inbreker is anno 2009 uit op
gemak en snel succes. Hij breekt daarom in een bekende omgeving in en
staakt zijn poging als hij niet binnen enkele minuten zijn doel
bereikt.
Dit blijkt uit het rapport 'Hoe doen ze het toch? Modus operandi (MO)
van woninginbraken' van onderzoeksbureau DSP-groep, in opdracht van
het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Volgens
het onderzoek richt de gelegenheidsinbreker zich op buurten met weinig
sociale cohesie omdat hij daar minder bang om gehoord te worden
aangezien er door omwonenden nauwelijks actie wordt ondernomen. Oudere
buurten met achterpaden en slechte verlichting hebben zijn voorkeur.
Hij heeft geen voorkeur voor een bepaald type woning zolang de buit
maar goed is en gemakkelijk bereikbaar.
Onderzoek
Voor het onderzoek werden verschillende bronnen geraadpleegd, zoals
gegevens uit vijf politieregio's, interviews met zestien gedetineerde
inbrekers en met zes forensisch onderzoekers. Het onderzoek werd
uitgevoerd in de periode van voorjaar 2008 tot en met najaar 2009.
Overeenkomsten en verschillen
Een soortgelijk onderzoek is twintig jaar geleden door hetzelfde
bureau uitgevoerd. Daardoor is het mogelijk de uitkomsten van 2009 te
vergelijken met die van 1989. Zo bleken veel meer woninginbrekers
indertijd een voorkeur te hebben voor een bepaald type woning, met
name een hoekwoning of vrijstaande woning. Ook leken de inbrekers toen
wat meer op de duurdere wijken gericht te zijn. Nu is niet het soort
woning maar de zichtbaarheid van de buit de reden om in te breken. Er
blijken ook overeenkomsten in de modus operandi van woninginbrekers in
1989 en 2009. Zo was de hulp van een schroevendraaier bij het openen
van deur of raam ook bij het vorige onderzoek de meest voorkomende
werkwijze van de inbreker en is de inschatting of de woning makkelijk
te kraken is nog steeds een belangrijk criterium.
Preventie
Om inbraak te voorkomen zullen met name oudere wijken moeten worden
voorzien van beter hang- en sluitwerk. Maatregelen moeten echter
altijd in combinatie met elkaar worden genomen. Een goed slot in een
slechte deur heeft even weinig zin als het aanbrengen van verlichting
op een plek waar niemand zicht op heeft. Uit het onderzoeksrapport
blijkt dat zowel daders als politie aangeven dat veel bewoners ramen
open laten staan, de woning alleen aan de voorzijde goed beveiligen en
waardevolle zaken in het zicht laten liggen. Hier ligt een belangrijk
punt voor de bewoner zelf, maar ook voor gemeenten, woningcorporaties
en de politie om het gedrag van veilig wonen te stimuleren.
PKVW
De werkgroep Kwaliteitsbeheer van het Politiekeurmerk Veilig Wonen
(PKVW) concludeert op basis van de uitkomsten van het onderzoek dat de
huidige eisen van het PKVW nog steeds actueel zijn. Aanpassingen op
het gebied van glaseisen binnen het PKVW zijn in de loop van het
onderzoek al doorgevoerd.
Bestand
pdf Hoe doen ze het toch? Modus Operandi Woninginbraak (PDF Document,
3137 kB)