Persberichten
3 december Conferentie Clustermunitie in Oslo: Rode Kruis roept op de
verdragen snel te ratificeren in eigen land
Het Nederlandse Rode Kruis is verheugd over de Conferentie over
clustermunitie op 3 december in Oslo. Dan zal het verdrag over
Clustermunitie getekend worden door meer dan 100 staten.
Ook de Nederlandse regering is aanwezig en zal het verdrag
ondertekenen. Het Rode Kruis roept alle staten op om te zorgen dat het
verdrag snel in werking treedt.
Het verdrag verbiedt het gebruik, de productie en de handel in
clustermunitie. Daarnaast moeten de staten die het verdrag
ondertekenen binnen acht jaar alle opgeslagen clustermunitie
vernietigen. Ook spreken ze af elkaar te helpen met het opruimen van
achtergebleven (onontplofte) clustermunitie. Het Rode Kruis gelooft
dat dit verdrag een einde kan maken aan het leed dat clustermunitie de
afgelopen decennia onder burgers heeft veroorzaakt.
Ondanks dat deze ondertekening een historische stap is om een einde te
maken aan het gebruik van clustermunitie, roept het Rode Kruis alle
staten op om te zorgen dat het verdrag ook echt in werking treedt. De
staten die morgen hun handtekening zetten, moeten het verdrag namelijk
ook ratificeren. Regeringen in eigen land moeten het verdrag officieel
bekrachtigen, waarna het bindend wordt in de betreffende staat. Pas
nadat 30 staten hun ratificering bekend hebben gemaakt aan de
Verenigde Naties treedt het verdrag ook echt in werking. Omdat het
lang kan duren voor het nodige aantal ratificaties is bereikt, roept
het Rode Kruis op om te zorgen dat het verdrag zo spoedig mogelijk in
eigen land geratificeerd wordt, zodat het onderdeel gaat uitmaken van
het internationaal en nationaal recht.
Het Rode Kruis pleit al langer voor dit verdrag, maar in de zomer van
2006 werd de noodzaak wel heel duidelijk toen vele burgers in het
zuiden van Libanon, het slachtoffer werden van clustermunitie. Ook na
het conflict maakte dit wapen veel slachtoffers, omdat er erg veel
onontplofte stukken submunitie waren achtergebleven. De gevolgen en
impact van het gebruik van clustermunitie werden ook recent weer
duidelijk toen de Nederlandse cameraman Stan Storimans omkwam in
Georgië.
Clustermunitie
Clusterbommen worden afgevuurd door vliegtuigen of door kanonnen vanaf
de grond. Een clusterbom bevat vele kleinere submunitie. Daardoor
wordt met een clusterbom in één keer een heel gebied aangevallen.
Hierdoor is het lastig om onderscheid te maken tussen wat wel en wat
niet wordt geraakt. De kleine bommetjes horen te exploderen zodra zij
de grond raken. Maar te vaak blijven ze ook liggen zonder te
exploderen. Die achtergebleven submunitie is heel instabiel en kan bij
de minste aanraking alsnog ontploffen. Akkers en boomgaarden kunnen
onbegaanbaar worden. Jaarlijks vallen er slachtoffers door
achtergebleven submunitie, zelfs als de oorlog al lang voorbij is
zoals in Laos en Kosovo. Vaak zijn kinderen het slachtoffer, omdat ze
de kleine (en soms kleurrijke) submunitie aanzien voor speelgoed. Ook
het economische herstel van landen na een conflict wordt gehinderd
door de achtergebleven submunitie.
Het Nederlandse Rode Kruis