VU medisch centrum

Guus van Dongen

Imaging center wordt uithangbord van VUmc/VU campus

3 december 2009

Eén centrum waar alle beeldvormende technieken bij elkaar zijn gebracht, dat is het ideaalbeeld van Guus van Dongen en zijn collega's. De herindeling van de campus van VU en VU medisch centrum biedt een uitgelezen kans die wens te realiseren. Op slechts enkele plaatsen in de wereld beschikt een universitair medisch centrum over een vergelijkbaar imaging center. In 2014 zal zo'n centrum ook aan de Van der Boechorststraat te vinden zijn.

Guus van Dongen toont de locatie van het imaging center. `Het komt tegen het ziekenhuis aan te liggen, zodat patiënten gemakkelijk naar de apparaten kunnen worden gebracht. In de toekomst verhuist de polikliniek wellicht naar de andere kant van het imaging center' Foto: Mark van den Brink Nog dit jaar hoopt biochemicus Guus van Dongen de eisen aan het imaging center op papier te hebben. Met vijf partners wordt druk overlegd hoe het gebouw er uit moet komen te zien en wat er verder mogelijk is. Naast radiologie, nucleaire geneeskunde & PET research en het daarbij horende radionucliden centrum, participeren het laser centrum en BV Cyclotron VU in het project. "Omdat we van nul af beginnen kunnen we het helemaal ideaal inrichten; dat is nog nergens in de wereld vertoond", legt Van Dongen enthousiast uit. "In Amerika hebben universitair medische centra in Boston, Massachusetts, en Stanford, Californië, een aanzet gegeven, maar ze hebben slechts een deel van de integratie kunnen verwezenlijken van wat wij hier van plan zijn."

Plannen maken
Van Dongen heeft het druk. Zijn normale werk bestaat uit onderzoek om de diagnostiek en de behandeling van hoofd-halskanker te verbeteren en onderwijs aan studenten. Daarnaast vergt het imaging center tegenwoordig veel van zijn aandacht. Hij krijgt tenslotte maar één keer de kans dit goed op te zetten.

"De eerst stap die we hebben gemaakt is het inventariseren van wat we allemaal in huis hebben. Vervolgens kwam de vraag aan de orde of dat allemaal in één gebouw past. Daarna hebben we geprobeerd een inschatting te maken hoe de beeldvormende technieken zich de komende tien jaar gaan ontwikkelen. Welke apparatuur komt er ter beschikking en moet VUmc die aanschaffen? We hoeven tenslotte niet alles in huis te hebben. Een van de nieuwste ontwikkelingen is bijvoorbeeld de protontherapie. Daarvoor is zeer kostbare apparatuur nodig, die maar voor een beperkt aantal patiënten gebruikt kan worden. Daar heb je er voorlopig maar een klein aantal van nodig in Europa, dus het is de vraag of wij als relatief klein UMC dat moeten willen."

Anderzijds zijn de navigatietechnieken in opkomst. Daarmee kan een chirurg tijdens een operatie precies zien waar een tumor zich bevindt. "Er wordt op verschillende plaatsen in de wereld al mee geëxperimenteerd. De vraag is reëel of we een OK voor complexe interventies in het imaging center moeten opnemen. Daar discussiëren we nog over." Het zijn uiteindelijk de poortspecialisten die moeten aangeven wat er nodig is. Bovendien moet het financieel haalbaar zijn.

Efficiënter
Maar het gaat niet alleen om de aanschaf van de allernieuwste apparatuur. "Op dit moment staat in VUmc bijvoorbeeld de radiologische apparatuur over zes, zeven locaties verspreid, en zit nucleaire geneeskunde & PET research op vijf locaties over de gehele VU/VUmc campus. Dat is niet alleen lastig voor het personeel, het leidt ook tot inefficiëntie", legt Van Dongen uit.

Ook technologische ontwikkelingen maken centralisatie wenselijk. Er ontstaan fusieproducten: een PET die ook een CT scanner bevat is al heel normaal. De CT-scanner geeft een beeld van de anatomie, terwijl de PET-scanner het biologisch functioneren laat zien. "Op dit moment moeten twee mensen, van twee verschillende afdelingen, het beeld beoordelen. In de toekomst moet één persoon over die deskundigheid beschikken."

En dan zijn er nog tal van praktische zaken die aandacht behoeven. Neem de cyclotrons. "Daar moet een betonnen muur omheen die wel een meter dik is. Ander voorbeeld: een CT-scanner heeft enorm veel koeling nodig. Als je alle CT-scanners bij elkaar zet, kun je de warmte die ontstaat efficiënt hergebruiken. Dat spaart energiekosten én is beter vanuit milieu-oogpunt."

Profileren
De industrie heeft al belangstelling getoond voor het imaging center. Zo is het voor farmaceutische bedrijven heel interessant om het effect van geneesmiddelen op individuele patiënten in kaart te brengen. Dus ook voor onderzoekers heeft het imaging center toegevoegde waarde.

"We kunnen ons met het imaging center goed naar buiten profileren. Als VUmc zijn we niet uit op bulkwerk. Voor de meeste scans kunnen patiënten goed in hun eigen ziekenhuis terecht. Maar de specialisten daar kunnen de beelden naar ons sturen, zodat wij ze kunnen beoordelen. Dan krijgen we hier een specialistisch data-analysecentrum, en die expertise zullen we ook aanwenden om de VU/VUmc kenniscentrumfunctie te verstevigen."

Monique Krinkels
bron: Tracer