Rechtbank Roermond


Lange celstraffen en vrijspraak in mega cocaïnezaak

Roermond, 4 december - De meervoudige strafkamer van de rechtbank Rotterdam, zittinghoudende te Roermond, heeft vrijdag 4 december 2009 uitspraak gedaan in een mega cocaïnezaak. De twee hoofdverdachten, een 38-jarige man uit Weert en een 41-jarige inwoner van Maastricht, zijn veroordeeld tot onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van respectievelijk 9 jaar en 10 maanden en 7 jaar en 11 maanden. Eén medeverdachte, een 41-jarige Weertenaar, kreeg een celstraf van 5 jaar en 11 maanden opgelegd. Drie andere verdachten, een 60-jarige man uit Eindhoven en twee Roermondenaren van 27 jaar en 44 jaar, zijn van de ten laste gelegde feiten vrijgesproken.

De rechtbank veroordeelde de drie mannen voor drie strafbare feiten: het in 2007 importeren van bijna 1700 kilo cocaïne vanuit Costa Rica (Colombia) naar de haven in Rotterdam, de voorbereidingshandelingen voor de invoer van die cocaïne en het transport van ongeveer 1 kilo cocaïne naar Weert.

De officier van justitie (OvJ) had voor de 38-jarige Weertenaar een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 jaar geëist. Volgens de rechtbank is een lange celstraf van bijna 10 jaar gerechtvaardigd vanwege de enorme hoeveelheid cocaïne die is ingevoerd en de aanzienlijke rol van de verdachte hierbij, zoals de aard van de contacten die hij onderhield met Zuid-Amerikaanse personen.

De eis van de OvJ voor de Maastrichtenaar bedroeg 9 jaar celstraf. De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafmaat onder andere rekening gehouden met het feit dat hij met betrekking tot harddrugs niet eerder met politie en/of justitie in aanraking is geweest en veroordeelde hem tot een celstraf van 7 jaar en 11 maanden.

De eis tegen de man uit Weert was 5 jaar gevangenisstraf. De rechtbank heeft deze man een hogere straf opgelegd vanwege zijn vrij grote rol bij de import van de cocaïne en zijn aanwezigheid in Costa Rica.

Volgens de rechtbank is sprake van een overschrijding van de redelijke termijn, op grond waarvan de rechtbank een maand minder gevangenisstraf oplegt. Verder is de rechtbank van oordeel dat het Openbaar Ministerie de 38-jarige Weertenaar te laat officieel als verdachte heeft aangemerkt. Dit vormverzuim dient, aldus de rechtbank, gecompenseerd te worden door een extra maand vermindering op de gevangenisstraf.

De rechtbank verwerpt de verweren van de verdediging dat het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk zou zijn. De rechtbank stelt vast dat er bij het Openbaar Ministerie sprake is van een onherstelbaar vormverzuim, omdat de partij cocaïne-monsters, die voor contra-expertise nodig was, is vernietigd en waardoor geen contra-expertise meer mogelijk was. Er is volgens de rechtbank geen sprake van doelbewuste of grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte. Daarom verwerpt de rechtbank de verweren. De rechtbank acht het onderzoek naar de cocaïne wel betrouwbaar, mede gelet op hetgeen een deskundige van het Nederlands Forensisch Instituut daarover heeft verklaard. De rechtbank acht dan ook bewezen dat de aangetroffen partij cocaïne bevatte.


---

---