Bodemdaling Franeker blijft onduidelijk


FRANEKER, 20091204 -- In haar brief van 17 november geeft de minister van Economische Zaken cijfers over de bodemdaling bij Franeker en presenteert zij radarmetingen als dé methode om in de toekomst bodemdaling te meten. Uit nader onderzoek van Ir. Adriaan Houtenbos blijkt, dat deze cijfers en methodiek onvoldoende betrouwbaar zijn en het vertrouwen in de tot dusverre gebruikte waterpasmethode ten onrechte ondermijnen.

De minister baseert zich op een rapport van TNO/TUDelft, waarin een innovatieve radartechniek wordt vergeleken met conventionele waterpassing. Deze vergelijking bleek echter door een gebrek aan bruikbare radarmetingen voor de helft van de periode van gaswinning en het hele centrale gebied van zoutwinning onmogelijk. In het centrale gebied van de gaswinning is de vergelijking onzuiver doordat kritieke waterpasmetingen buiten beschouwing zijn gelaten. Als er al gaten in de dekking van de waterpasmetingen zaten, zijn deze niet opgevuld door radarmetingen.

Voor zover vergelijking wel mogelijk was, bevestigt die het beeld uit integrale analyse van de waterpasmetingen: een onverwachte versnelling van de bodemdaling door gaswinning rond 1997. Dit beeld werd al in 2004 aan EZ voorgelegd, maar leidde pas in 2008 tot stopzetting van de gaswinning. GPS metingen geven aan dat de bodem na het dichtdraaien van de kraan met nagenoeg onveranderde snelheid (1,7 cm per jaar) verder daalde. Hoelang dat nog door zal gaan is onduidelijk. Daardoor komen schaderegelingen op losse schroeven te staan.

Aanleiding tot het TNO/TUDelft onderzoek was een 4 cm verschil tussen twee manieren om bodemdaling uit waterpasmetingen te berekenen. De kwaliteit van deze metingen zelf is buiten kijf. In het TNO/TUDelft onderzoek is de bodemdaling uit de radar- en waterpasmetingen met de betwiste, onzuivere methode berekend.

De aard van de radarmetingen brengt een grotere kans op flinke onontdekte fouten met zich mee. De ESA projecten, PSIC4 en Terrafirma, documenteren soms aanzienlijke verschillen, die afhankelijk van de rekenmethode kunnen ontstaan in de berekening van bodemdaling uit dezelfde radarmetingen. Dat de minister desondanks voorbij gaat aan de resultaten van de integrale analyse van de waterpassingen ten faveure van de minder betrouwbare radarmetingen, ondermijnt het vertrouwen in de tot dusverre onbetwiste waterpasmetingen.

De oorzaak van de onverwachts snelle daling boven het gasveld is nog niet bekend. Dit betekent dat nog niet kan worden uitgesloten dat andere velden ongeacht het soort gesteente soortgelijk gedrag vertonen. Ook bij gaswinning uit zandsteen is de dalingsnelheid op latere leeftijd immers vaak groter en de dalingskom steiler dan voorspeld. Het sterke doorzetten van de daling na het dichtdraaien van de gaskraan bij Franeker, zet vraagtekens bij de effectiviteit van gaswinning met de `hand aan de kraan' in de Waddenzee.





Ingezonden persbericht