NOS, Gesprek met de minister-president, Nederland 2
Radio / TV-interview | 04-12-2009
Minister-president Balkenende, na afloop van de wekelijkse
ministerraad, over de Nederlandse militaire missie in Afghanistan
VRAAG
Meneer Balkenende, vandaag een uniek feit in de ministerraad. Er is
een motie van de VVD voorgelezen. De VVD is het spuugzat dat ministers
elkaar tegenspreken over Uruzgan. Dat is wel een beetje vreemd he?
BALKENENDE
Ja dat is bijzonder. Dat komt niet wekelijks voor. Daar heeft u gelijk
in. Minister Van Middelkoop die heeft gister bij zijn
begrotingsbespreking toegezegd dat hij deze motie zou gaan voorlezen.
Althans hij was er zelf niet bij, hij was bij de NAVO, maar
staatssecretaris De Vries heeft dat op een keurige manier gedaan.
VRAAG
Nou kan je ook zeggen het is wel een beetje pijnlijk dat u de steun
van de oppositie nodig heeft om de orde in het kippenhok te houden.
BALKENENDE
Ach, ik zit er ontspannen in. Het is een motie van de oppositie. U
weet dat krijgt dan een bepaalde klankkleur en nu begrijp ik het ook
wel, want er is ook een aantal opmerkingen gemaakt deze week door
bewindslieden. Maar als je nu gewoon eens precies bekijkt wat de
bewindslieden hebben gezegd, is dat eigenlijk weinig nieuws. Het zat
eigenlijk binnen de kaders die we als kabinet hebben vastgesteld. In
die zin is er niets bijzonders gebeurd.
VRAAG
De VVD heeft zich er wel aan geërgerd. U doet daar wat licht over. In
september was dezelfde discussie en toen was er ook zoveel irritatie
over bewindslieden die elkaar tegenspreken.
BALKENENDE
Ik vond dit eerlijk gezegd niet direct tegenspreken. Als je nou goed
kijkt wat er precies is gezegd, dat was niet veel bijzonders. Dat is
eigenlijk één. Het tweede is, en dat is wel een punt, het is een
onderwerp dat iedereen bezighoudt. Het is een lastig onderwerp. Het
gaat gepaard met een hele hoop gevoeligheden. En dat begrijp ik heel
goed want we hebben te maken met Nederlanders die daar zitten, die
daar geweldig goed werk doen. Moeilijk werk onder moeilijke
omstandigheden. We hebben mensen verloren. Er wordt verschillend over
gedacht in de politiek. Nou dan begrijp ik ook wel dat er grote
belangstelling bestaat wanneer iets wordt gezegd, maar dan gaat het
wel steeds om de vraag van ja waar is het kabinet nu mee bezig. Hoe
zit het precies?
VRAAG
Juist gezien die gevoeligheid, daar heeft u gelijk in natuurlijk, zou
je zeggen jongens trek nou één lijn. Hou je mond, want we hebben het
al een keer eerder meegemaakt dat dat tot veel verwarring leidde. Dat
waren uw woorden in september. En het is nog niet terug in de
ministerraad en het begint weer. Wat zegt dat?
BALKENENDE
Ja maar ik vind dit eerlijk gezegd, als je naar de inhoud kijkt, dan
valt het allemaal best wel mee. En dat de oppositie bepaalde zaken
scherp neerzet, ach dat hoort ook bij de oppositierol. Alleen het zegt
wel iets over de gevoeligheid van dit onderwerp, dat begrijp ik heel
goed. En vandaar ook dat wanneer iemand wat zegt, ja dan wordt dat
direct uit vergroot, wordt veel aandacht aan besteed, dus dat begrijp
ik wel. Ik heb natuurlijk zelf ook in de ministerraad gezegd van de
discussie die voeren we hier in de ministerraad en niet via de media,
dat heb ik wel gezegd.
VRAAG
Als ik in de kranten lees spanning in de coalitie. Is dat dan
overdreven over dit onderwerp? Is dat onjuist?
BALKENENDE
Nee het is geen spanning. Het is alleen wel zo dat over dit onderwerp,
dat merkt u ook, ook bij de fracties wordt niet op een zelfde manier
gedacht. Dat is nooit anders geweest. Het is steeds een moeilijk
onderwerp geweest in de Nederlandse politiek. En het is ook een taak
van de regering om nu straks te kijken als deze missie wordt beëindigd
volgend jaar, van of wij doorgaan met activiteiten in Afghanistan en
hoe, nou dat is een vraag waar wij nu voor staan.
VRAAG
Die discussie intern loopt hoog op. Als je zegt spanning in de
coalitie dan heeft dat een beetje de suggestie van nou hier kan wel
een crisis over ontstaan. Is dit een onderwerp waarvan u vindt dat
daar crisis over zou kunnen ontstaan? Is het zo belangrijk?
BALKENENDE
Ik verwacht dat helemaal niet. U praat in termen van crisis, maar zo
zie ik het helemaal niet. Je moet altijd een verschil maken tussen of
iets een lastig onderwerp is. Dat is het nu, maar tegelijkertijd zijn
partijen die in een regering zitten, dat geldt natuurlijk voor de
bewindslieden in de eerste plaats, ook verantwoordelijk voor het nemen
van verstandige besluiten. We gaan niet over één nacht ijs. Daarvoor
is het veel te ingewikkeld. Maar ik heb ook wel gemerkt in de
gesprekken die worden gevoerd dat we ons bewust zijn van het feit dat
er natuurlijk tal van inzichten mogelijk zijn, maar ik merk ook in het
kabinet, ook vandaag, dat er ook een behoefte is juist om met elkaar
hier uit te komen. Hoe moeilijk het ook is.
VRAAG
U voorziet dus niet dat tegenstellingen zo groot zijn dat dit een
breuk in het kabinet zou kunnen leiden?
BALKENENDE
Nee gewoon op basis van zoals de gesprekken nu lopen. Nee.
VRAAG
U bent woensdag door de Amerikaanse vicepresident Biden gebeld. Dat
was opvallend genoeg na de speech van president Obama. Normaal word je
voor zo'n speech gebeld. Telt u nu al niet meer mee?
BALKENENDE
Wist u wat ik die dag daarvoor deed?
VRAAG
Nou u ziet zo vaak in de Kamer, dan zou u wel in de Kamer hebben
gezeten.
BALKENENDE
Heel goed. Ik heb uren in de Kamer gezeten.
VRAAG
Maar dan kon u er niet even uit om te zeggen jongens ik moet even met
meneer Biden bellen?
BALKENENDE
Het was een verzoek al om eerder met mij contact te hebben, maar ik
zat toen met een lang debat in de Tweede Kamer over de staat van de
Unie. Dat ging over Europese ontwikkelingen. Ik kan niet weglopen bij
een Kamerdebat en dat is de reden geweest waarom zij toen hebben
gezegd dan bellen we een dag later.
VRAAG
Ok. Meneer Biden belt u. En u heeft eerder gezegd dat was geen
concreet verzoek om te blijven.
BALKENENDE
Nee.
VRAAG
Maar hij belt natuurlijk niet voor niets.
BALKENENDE
Natuurlijk. Wat hij deed was natuurlijk in de eerste plaats stil staan
bij de visie van de Amerikaanse regering. U weet men heeft toch een
behoorlijke tijd genomen om na te denken over de vraag hoe gaan we om
met Afghanistan? Wat doen we op de korte termijn en de lange termijn?
Op korte termijn meer mensen, op lange termijn terugtrekken van
mensen. Ook de goede combinatie van ontwikkelingsactiviteiten, goed
bestuur en veiligheid. Maar ik heb ook gezegd die visie spreekt
Nederland aan. Daarna heeft hij zijn waardering uitgesproken voor hoe
Nederlanders opereren. Daar bestaat heel veel waardering voor. En dat
is ook echt een opsteker voor onze mannen en vrouwen in Afghanistan.
Toen heeft hij ook gezegd dat hij hoopt dat landen doorgaan met
activiteiten in Afghanistan.
VRAAG
Maar dan spreekt hij u toch direct aan? Landen? Hij heeft de
minister-president van Nederland aan de lijn. Dus dat zal hij dan toch
heel direct aan u hebben gevraagd?
BALKENENDE
We praten over de betrokkenheid van landen en tegelijkertijd praten we
natuurlijk ook over Nederland en ik heb natuurlijk op mijn beurt ook
gezegd van kijk we hebben al behoorlijk veel geleverd. Eerst twee jaar
in Uruzgan, toen nog eens twee jaar. We zitten in andere delen van
Afghanistan. Ook gesproken over de politieke verhoudingen in
Nederland. Dat heb ik allemaal uitgelegd en ik heb gezegd we zijn nu
als kabinet bezig om onze positie te bepalen.
VRAAG
U spreekt over de politieke verhoudingen. U heeft het natuurlijk ook
over de situatie in de Kamer. De Kamer heeft op 6 oktober een motie
ingediend. Ik lees hem voor alle zekerheid toch nog even voor. De
Kamer spreekt daarin uit dat het kabinet dient vast te houden aan het
eerder genomen besluit om alle Nederlandse militairen terug te trekken
uit Uruzgan voor 1 december 2010. En die motie die is ondersteund niet
alleen door twee regeringsfracties, PvdA en CU, maar van links tot
rechts: SP, PVV, VVD. Meer dan honderd Kamerleden. Heeft een kabinet
de ruimte om hiervan af te wijken? Met zo'n overgrote meerderheid die
zegt het is mooi geweest.
BALKENENDE
De motie vraagt dat wij rekening houden met deze motie in onze
beraadslaging. Dat gaan we ook doen. En ten aanzien van de inhoud van
de keuze die we hebben te maken, we hebben steeds aangegeven onze
missie eindigt volgend jaar. Daar kan geen onduidelijkheid over
bestaan. De vraag of we andere activiteiten kunnen doen, daarvan
hebben we steeds gezegd, daar gaan we niet over speculeren, want we
zullen die zaken bespreken. En dat geldt ook een beetje met deze
motie. We hebben er nadrukkelijk kennis van genomen. We weten hoe de
Kamer hierover denkt. Tegelijkertijd is het nu aan ons om onze positie
te bepalen.
VRAAG
Dat klopt natuurlijk ook formeel helemaal en inhoudelijk. Maar mijn
vraag is meer het is toch altijd het idee geweest dat een Nederlandse
regering kan geen gevaarlijke missie op pad sturen als die niet
gesteund wordt door een belangrijk deel van de
volksvertegenwoordiging? Dus dan moet je in elk geval de
regeringsfracties en als het even kan de VVD ook er bij, dan heb je
wat. Maar in dit geval zijn er twee regeringsfracties en de VVD die
zeggen in elk geval weg uit Uruzgan. En dan herhaal ik mijn vraag:
heeft onder die omstandigheid een kabinet nog feitelijk de ruimte om
in Uruzgan te blijven?
BALKENENDE
Deze motie is voor ons een duidelijk gegeven. Omdat, precies zoals u
zegt, het geeft aan hoe de Kamer op dat moment een visie heeft
uitgesproken door middel van zo'n motie. Het is uiteraard aan het
kabinet om daar rekening mee te houden. Alleen verder dan dat kan en
wil ik nu niet gaan, omdat dat te maken heeft met de beraadslagingen
van het kabinet. Ik heb ook vandaag bij de persconferentie gezegd:
natuurlijk begrijp ik dat mensen willen dat er snel een besluit komt
van de kant van het kabinet. Dat wil ik zelf ook, maar het moet wel
zorgvuldig zijn. Daarin hebben we rekening te houden met alle
elementen. En ik vind het niet de zaak dienen wanneer ik nu
publiekelijk zou gaan speculeren van dit wel, dit niet. Deze motie
wel, niet. Dat moeten we zo niet doen. Dat werkt niet goed.
VRAAG
Maar waarom zou dat de zaak niet dienen? Het is een duidelijke
uitspraak. Dan weten we in elk geval dus niet in Uruzgan, nou ergens
anders wel, zoals de PvdA zegt van trainen, ergens anders buiten
Uruzgan, dat kan allemaal. Dan weet ook iedereen in elk geval waar men
in Uruzgan aan toe is. Dus dat zou de publieke discussie heel erg
dienen als u dat wel zou uitsluiten.
BALKENENDE
Ik begrijp het heel goed alleen het punt is: ik hecht er zo aan dat
wij op een weloverwogen manier ons besluit gaan nemen. Want dit zijn
geen eenvoudige besluiten. En dan dient het de zaak niet wanneer je nu
gaat speculeren in dit stadium terwijl het kabinet nu aan zet is. En
dat is ook de reden waarom ik vandaag tegen de leden van het kabinet
heb gezegd van discussiëren dat doen we in de ministerraad, maar eens
even niet via de media. Bij de persconferentie heb ik ook aangegeven
van dat het juist verstandig is om niet al die speculaties te hebben,
dat dient de zaak niet. Wij willen tempo betrachten in onze
besluitvorming, maar we zullen het op een manier moeten doen waarin we
wel rekening houden met mogelijkheden, onmogelijkheden voor ons
Defensieapparaat. Hoe zit het met de verhoudingen met de partners? Wat
zijn de verzoeken van bijvoorbeeld de Afghaanse regering? Al die
elementen zullen we moeten wegen. En dat veronderstelt dat je heel
zorgvuldig te werk gaat. Nou een combinatie, ik zei het al, van tempo
en zorgvuldigheid.
VRAAG
In januari, ten slotte, is er een grote conferentie over Afghanistan
in Londen. Het kabinet heeft officieel tot maart de tijd om zelf te
besluiten. Mag ik u zo begrijpen dat het streven is om voor januari
een besluit te hebben van Nederland?
BALKENENDE
Ik hoop dat wij, bijvoorbeeld voor zo'n conferentie, wel kunnen
aangeven waar wij staan. Dat hangt samen met dat tempo. Maar u heeft
ook weer gelijk, en het is niet voor niets dat er in de Kamer is
gesproken over die datum van 1 maart, omdat ook in de Kamer in dat
debat naar voren kwam, we begrijpen dat u tijd nodig heeft om
zorgvuldig uw besluit te kunnen nemen en te kunnen voorbereiden. Dat
is de uitspraak van de Kamer geweest, maar uiteraard proberen we het
eerder te doen, maar wanneer het is dat zal moeten blijken.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, PS)
Ministerie van Algemene Zaken