geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse
Zaken van 7 en 8 december 2009
Kamerbrief inzake geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en de Raad
Buitenlandse Zaken van 7 en 8 december 2009
Kamerbrief | 27 november 2009
Gaarne bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Raad
Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse Zaken van 7 en 8 december 2009.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De Staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse
Zaken van 7 en 8 december 2009
De Raad van december vindt voor de eerste keer plaats onder het nieuwe
verdrag dat per 1 december in werking treedt. Dit betekent, als
bekend, dat de Raad niet meer in twee delen plaatsvindt (een deel
Algemene Zaken en een deel Externe Betrekkingen), maar in twee aparte
Raadsformaties: de Raad Algemene Zaken en de Raad Buitenlandse Zaken.
In de Memorie van Toelichting bij de totstandkoming van het Verdrag
van Lissabon 2008 is aan uw Kamer medegedeeld dat deze twee
Raadsformaties in de plaats komen van de Raad Algemene Zaken en
Externe Betrekkingen, waarbij de verdeling van agenda-onderwerpen over
de twee nieuwe Raadsformaties ongewijzigd blijft.
De Raad Buitenlandse Zaken zal in december nog niet worden voorgezeten
door de Hoge Vertegenwoordiger, mevrouw Ashton. Als bekend, is door de
Europese Raad in december 2008 afgesproken dat, indien het nieuwe
verdrag in werking treedt in een periode dat een halfjaarlijks
voorzitterschap nog gaande is, de vertegenwoordigers van de lidstaat
die het voorzitterschap bekleedt de resterende zittingen van de Raad
(tijdens hun voorzitterschap) zullen blijven voorzitten.
I. Raad Algemene zaken
Voorbereiding Europese Raad 10 en 11 december 2009
- Institutionele zaken
De Europese Raad komt bijeen 10 dagen na de inwerkingtreding van het
nieuwe verdrag. De Europese Raad zal stilstaan bij dit bijzondere
moment en onder meer de benoeming verwelkomen van de vaste voorzitter
van de Europese Raad -de heer Van Rompuy- en van de Hoge
Vertegenwoordiger -mevrouw Ashton. Evenals voor de Raad Buitenlandse
Zaken geldt voor deze Europese Raad, dat conform de hierboven genoemde
afspraken, de Europese Raad nog wordt voorgezeten door het
halfjaarlijks voorzitterschap, te weten de Zweedse premier, de heer
Reinfeldt.
Ter voorbereiding op een soepele inwerkingtreding van het nieuwe
verdrag is op 1 december jl. een aantal besluiten genomen zoals
bijvoorbeeld de benoeming van de vaste voorzitter van de Europese Raad
en de Hoge Vertegenwoordiger. Dat neemt niet weg dat een aantal zaken
in de loop van de eerste maanden van het volgend jaar nog zullen
moeten worden gefinaliseerd. Naar verwachting zal de Europese Raad
kort vooruitblikken op wat er nog te doen staat. Te denken valt aan
het ontwerp-besluit voor de Europese Dienst Extern Optreden (EDEO) dat
de nieuwe Hoge Vertegenwoordiger zal moeten presenteren.
- Stockholm-programma
De Europese Raad zal het Stockholm Programma, het
meerjarenwerkprogramma voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en
recht, goedkeuren. Het ontwerp-Stockholm Programma stelt een aantal
prioriteiten, te weten het opkomen voor de rechten van de burger, het
vergemakkelijken van toegang tot de rechtsgang, het bieden van
bescherming voor wie dit nodig heeft en het verantwoordelijk en
solidair optreden op het terrein van asiel en migratie. Tevens is
grotere beleidscoherentie tussen de interne en externe aspecten van
JBZ (justitie en binnenlandse zaken) een prioriteit.
De voorgestelde maatregelen worden in het ontwerpprogramma
weergegeven.
Nederland is tevreden over het ontwerp van het Stockholm Programma.
Nederland steunt de algemene uitgangspunten van wederzijds vertrouwen,
consolidatie en behoeftegestuurde benadering. Nederland is met name
tevreden met de nadruk op vertrouwensversterkende maatregelen, zoals
het initiatief op het gebied van rechtsstaatmonitoring.
- Economische, financiële en werkgelegenheidssituatie
Tijdens de komende Europese Raad zal de financiële, economische en
sociale situatie wederom aan de orde komen. De bespreking zal zich
toespitsen op (1) financiële exit-strategieën (exit-strategieën die
zich richten op het uitfaseren van deelname in en garantiestelling aan
financiële instellingen) en (2) de stand van zaken met betrekking tot
het Europees toezicht op de financiële sector. Nederland is van mening
dat een eerste gedachtevorming nodig is over het op termijn uitfaseren
van steun aan de financiële sector bij herstel van de economie. Het is
nu nog te vroeg om deze uitfasering te implementeren. Met betrekking
tot het Europese toezicht op de financiële sector is Nederland van
mening dat er sprake moet zijn van een krachtig en effectief
toezichtmechanisme ("toezicht met tanden").
De Europese Raad zal tevens een eerste uitwisseling van gedachten
houden over de opvolger van de Lissabonstrategie die in het voorjaar
van 2010 zal worden vastgesteld. Wat Nederland betreft zou de nieuwe
Lissabonstrategie een antwoord moeten bieden op de volgende drie
uitdagingen: (1) er zal een nieuwe relatie met de natuurlijke omgeving
moeten worden opgebouwd. Dat is een verandering van historische
omvang. De snelheid van klimaatverandering en de uitputting van de
huidige energiebronnen laten ons geen andere keuze; (2) de Unie zal
zich moeten aanpassen aan de wereldwijde economische verhoudingen die
in hoog tempo veranderen en de geopolitieke verschuivingen die deze
met zich mee brengen; (3) tot slot wordt de Unie geconfronteerd met
een bevolking die snel ouder wordt. Ook dat biedt heel bijzondere
uitdagingen, die niet meer alleen binnen de nationale grenzen op te
lossen zijn. Nederland staat een ambitieuze agenda voor. Een "business
as usual"-houding is voor Nederland geen optie in een tijd van
fundamentele wereldwijde veranderingen en economisch en financiële
crisis. Tot slot moeten de afspraken concreet zijn, en de lidstaten
moeten elkaar daarop kunnen aanspreken.
- Klimaat
Op het gebied van klimaatverandering zal de EU tijdens de Europese
Raad -die plaatsvindt als de klimaatonderhandelingen in Kopenhagen al
zijn begonnen- duidelijkheid moeten scheppen over de laatste
openstaande punten. Gezien de uitkomsten van de Europese Raad van 29
en 30 oktober en de huidige stand van zaken in de onderhandelingen kan
verwacht worden dat o.a. klimaatfinanciering en hoe om te gaan met
overschotten van emissierechten uit het Kyoto Protocol op de agenda
zullen staan.
- Externe onderwerpen
Op het moment van schrijven van deze geannoteerde agenda is nog niet
bekend welke onderwerpen die betrekking hebben op het externe beleid
door het voorzitterschap op de agenda zullen worden geplaatst.
Uitbreiding
De Raad zal spreken over het strategiedocument over uitbreiding van de
Europese Unie en over de acht voortgangsrapportages over (potentiële)
kandidaat-lidstaten die de Europese Commissie op 14 oktober jl.
publiceerde. In de rapporten geeft de Commissie haar oordeel over de
vorderingen van de kandidaat-lidstaten (Turkije, Kroatië en Macedonië)
en overige landen met toetredingsperspectief (Albanië,
Bosnië-Herzegovina, Montenegro, Servië en Kosovo).
Een uitgebreide appreciatie van het uitbreidingspakket zonden wij uw
Kamer op 30 oktober jl. toe (kamerstuk 23 987 nr 104). Hierover
spraken wij tijdens een Algemeen Overleg op 11 november jl.
Nederland deelt op hoofdlijnen de bevindingen en conclusies van de
Europese Commissie. Terecht besteedt zij dit jaar veel aandacht aan
het gebrek aan voortgang op JBZ-dossiers (rechtelijke macht;
corruptie) en aan de gevolgen van de economische crisis.
Nederland zal zich verzetten tegen het noemen van een datum voor
afronding van de onderhandelingen met Kroatië - het moment van
afronding is afhankelijk van de voortgang van de onderhandelingen en
kan daarom niet nu al worden vastgelegd. Nederland blijft, samen met
een aantal andere lidstaten, van oordeel dat Kroatië meer inspanningen
dient te leveren in de samenwerking met ICTY. Alvorens voortgang kan
worden geboekt in de onderhandelingen over het hoofdstuk over
rechtelijke macht en fundamentele rechten (hoofdstuk 23). Daarnaast
zal Nederland blijven aandringen op bestrijding van corruptie en
hervorming van de rechterlijke macht.
Nederland blijft van mening dat Turkije kan toetreden tot de Europese
Unie wanneer Turkije aan de Kopenhagen criteria voldoet en de
toetredingsonderhandelingen tot een goed einde zijn gebracht. In het
afgelopen jaar heeft Turkije enkele positieve stappen op het gebied
van de hervormingsagenda gezet, maar ondanks alle aansporingen
implementeert Turkije het Ankara Protocol nog altijd niet. Bijgevolg
blijven acht onderhandelingshoofdstukken bevroren. Nederland heeft
Turkije al meermaals opgeroepen het Ankara protocol te implementeren.
Daarnaast roept zij Turkije, maar ook de andere bij het proces
betrokken partijen, op zich constructief op te stellen in de
VN-onderhandelingen op Cyprus. Minister Verhagen heeft deze boodschap
ook afgegeven tijdens gesprekken met zijn Turkse collega Davutoglu op
23 september en 7 oktober jl..
De Commissie adviseert toetredingsonderhandelingen met Macedonië te
openen. Nederland erkent de voortgang die Macedonië heeft geboekt en
zal daarom steun verlenen aan een eventueel positief besluit van de
Raad over toetredingsonderhandelingen. Of een dergelijk besluit kan
worden genomen, zal waarschijnlijk afhangen van de vraag of Macedonië
en Griekenland erin slagen een oplossing te vinden voor de
naamskwestie tussen beide landen.
De voortgangsrapporten over de potentiële kandidaat-lidstaten zullen
worden besproken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (zie hieronder).
II. Raad Buitenlandse Zaken
Westelijke Balkan
De Raad zal spreken over de jaarlijkse voortgangsrapporten die de
Commissie heeft opgesteld over de potentiële kandidaat-lidstaten.
Naar verwachting zal de meeste aandacht uitgaan naar Servië. De
Commissie en een overgrote meerderheid van de lidstaten pleiten voor
toepassing van de (interim) Stabilisatie- en Associatieovereenkomst
met Servië, evenals het starten van de nationale
goedkeuringsprocedures voor deze Overeenkomst. Zoals ook is gesteld in
het Algemeen Overleg met uw Kamer op 11 november jl., erkent Nederland
dat de Servische autoriteiten voortgang hebben gemaakt met het
hervormingsproces en blijk hebben gegeven van hun toewijding aan
verdere toenadering tot de Europese Unie. Op 3 december as. zal
hoofdaanklager Brammertz van het Internationaal Tribunaal voor het
voormalige Joegoslavië (ICTY) aan de VN-veiligheidsraad rapporteren
over de medewerking van de landen van het voormalige Joegoslavië. Zijn
appreciatie zal mede van invloed zijn op de EU- positie ten aanzien
van Servië, en in het bijzonder op de Nederlandse positie.
Mogelijk komen ook actuele politieke ontwikkelingen in
Bosnië-Herzegovina en de toekomst van de EUFOR Althea missie aan bod.
Het Voorzitterschap hoopt dat in de dagen voor de Raad voortgang kan
worden gemaakt met het `Butmir proces'. Dit initiatief van het
Voorzitterschap en de Verenigde Staten tracht de politieke impasse in
Bosnië-Herzegovina te doorbreken. Nederland meent dat besluitvorming
over de toekomst van de EUFOR Althea missie mede afhankelijk moet zijn
van de toekomst van het kantoor van de Hoge Vertegenwoordiger (OHR),
omdat de ondersteuning van de Hoge Vertegenwoordiger tot de taken van
EUFOR hoort. Tijdens de Peace Implementation Councilvan 18 en 19
november jl. bleek dat onvoldoende voortgang is gemaakt met het
voldoen aan de zgn. 5+2 doelstellingen 1 om een beslissing te kunnen
nemen over sluiting van het OHR. Daarnaast moet besluitvorming over
een eventuele wijziging van de opzet van EUFOR steeds in het licht van
actuele politieke ontwikkelingen en de veiligheidssituatie in
Bosnië-Herzegovina worden gezien. Nederland is van mening dat
Bosnië-Herzegovina bij de toenadering tot de Unie nog een lange weg te
gaan heeft en waarschuwt voor een premature EU-lidmaatschapsaanvraag
door Bosnië-Herzegovina.
Over Albanië en Montenegro bestaat een grote mate van consensus in de
Raad. De Commissie is doende over beide landen een avisop te stellen.
Beide avisworden in de loop van 2010 verwacht.
Nederland betreurt de beperkte vooruitgang die Kosovo in de afgelopen
periode heeft geboekt. De Kosovaarse autoriteiten zullen meer werk
moeten maken van hervormingen om stappen in het toenaderingsproces tot
de Unie te kunnen zetten. De toenadering van Kosovo tot de Unie wordt
ook beïnvloed door het feit dat vijf lidstaten Kosovo nog niet als
onafhankelijke staat hebben erkend.
Birma
De Raad zal spreken over het beleid van de EU betreffende Birma. De
Verenigde Staten hebben onlangs besloten een directe dialoog met de
Birmese autoriteiten aan te gaan in de hoop hierdoor, mede met het oog
op de verkiezingen die volgend jaar in het land zullen plaatsvinden,
het democratiseringsproces te stimuleren. De Amerikaanse sancties
tegen Birma blijven gehandhaafd en de VS houden de optie van
additionele sancties open, mocht de politieke situatie in Birma
verslechteren. De Raad zal bezien of het wenselijk is om ook een
rechtstreekse dialoog met het militaire regime aan te gaan, naast de
indirecte dialoog die al plaatsvindt via contacten in multilateraal
verband. Ook zal de Raad zich buigen over de vraag welke concrete
positieve stappen Birma zou moeten nemen om verlichting van het EU
sanctieregime tegen Birma te kunnen overwegen. Oppositieleidster Aung
San Suu Kyi heeft westerse landen gevraagd duidelijkheid te
verschaffen over de omstandigheden waaronder de bestaande sancties
zouden kunnen worden verlicht.
Nederland meent dat in Raadskader een discussie kan worden gevoerd
over de wenselijkheid om, evenals de VS, een rechtstreekse dialoog met
de Birmese leiders aan te gaan. Een eventuele dialoog vormt slechts
één onderdeel van het bredere instrumentarium om democratische
verandering in Birma teweeg te brengen, en een besluit tot
rechtstreekse dialoog dient derhalve in breder kader van het EU beleid
ten opzichte van Birma bezien en afgewogen te worden. Nederland wil
meewerken aan verduidelijking van de omstandigheden waaronder het
EU-sanctiebeleid verlicht zou kunnen worden. Concretisering van de
voorwaarden die de Unie stelt aan verlichting van sancties kan de
onderhandelingspositie van Aung San Suu Kyi ondersteunen en zou ook
een positief effect kunnen hebben op de situatie van politieke
gevangenen en representanten van de vele etnische groepen in Birma.
MOVP
De Raad zal spreken over de verschillende uitdagingen voor het
Midden-Oosten vredesproces. Zo blijft in de Palestijnse Gebieden de
impasse voortduren als gevolg van het stokken van de onderhandelingen
tussen de Palestijnse facties over het interne verzoeningsproces. De
implicaties voor het vredesproces van de aankondiging van president
Abbas dat hij zich niet verkiesbaar zal stellen voor komende
verkiezingen -die op advies van de Palestijnse verkiezingscommissie
tot nader order zijn uitgesteld om gedegen voorbereiding mogelijk te
maken- laten zich nog niet goed inschatten. Aan Israëlische zijde
werden plannen bekendgemaakt voor de bouw van woningen in
Oost-Jeruzalem, hetgeen tot een scherpe veroordeling door de VS en de
EU heeft geleid, en ook bilateraal door minister Verhagen. Op 25
november kondigde Premier Netanyahu een gedeeltelijk moratorium op de
bouw van nederzettingen aan. Het moratorium heeft een duur van tien
maanden en geldt niet voor Oost-Jeruzalem, openbare gebouwen en huizen
die al in aanbouw zijn. In Gaza blijft de humanitaire situatie als
gevolg van de voortdurende beperkte mogelijkheden voor humanitair en
commercieel grensverkeer een punt van zorg.
Nederland verwelkomt premier Netanyahu's aankondiging dat Israel de
bouw van nederzettingen op de Westelijke Jordaan-oever voor tien
maanden zal opschorten als een stap in de goede richting, die een
positieve impuls aan het Midden-Oosten Vredesproces kan geven, maar
meent dat de maatregel niet ver genoeg gaat. Naar het oordeel van
Nederland dienen alle partijen spoedig over te gaan tot het nemen van
meer vertrouwenwekkende maatregelen, waaronder, voortgezette en
versterkte Palestijnse veiligheidssamenwerking en Arabische stappen om
het Arabisch Vredesinitiatief concrete invulling te geven. Nederland
vertrouwt erop dat president Abbas zijn functie onverminderd zal
blijven uitoefenen totdat een nieuwe president is gekozen. De
internationale gemeenschap en ook Israël zullen daarop moeten
inzetten. Het is van belang dat het kabinet-Fayyad in functie blijft
en de dagelijkse regeringstaken blijft uitvoeren, zodat het besluit
van de president niet leidt tot een verdere stagnatie in het
vredesproces. Daarnaast zal de internationale gemeenschap moeten
blijven inzetten op het scheppen van voorwaarden waaronder
rechtstreekse onderhandelingen kunnen plaatsvinden. Belangrijkste
bijdrage van de EU daaraan bestaat uit het aankondigen van zgn.
deposits die kunnen bijdragen aan de implementatie van een
vredesakkoord. De EU dient de diplomatieke inspanningen van de VS,
gericht op spoedige hervatting van de rechtstreekse onderhandelingen
tussen Israël en de PA, krachtig te ondersteunen. Onvoorwaardelijke
opening van de grenzen voor humanitair verkeer is noodzakelijk om de
situatie in Gaza te verbeteren. Commercieel verkeer dient te worden
gefaciliteerd in overeenstemming met de Agreement on Movement and
Access.
Iran
De Raad zal zich buigen over de ontwikkelingen ten aanzien van het
nucleaire programma van Iran. Het niet accepteren door Iran van het
IAEA-voorstel om laag verrijkt uranium voor verdere bewerking naar het
buitenland te sturen, evenals het uitblijven van een datum voor een
volgende bijeenkomst met de E3+3 (de permanente leden van de
VN-Veiligheidsraad en Duitsland), dragen verder bij aan de zorgen van
de internationale gemeenschap over het Iraanse nucleaire programma.
Deze zorgen zijn niet weggenomen in het rapport van het IAEA dat medio
november jl. verscheen, waarin geconstateerd werd dat Iran nog steeds
niet voldoet aan alle eisen van het IAEA en de Veiligheidsraad.
Nederland benadrukt dat de EU voorbereiding op het nemen van
additionele sanctiemaatregelen moet voortzetten voor het geval dat de
besprekingen tussen Iran en de E3+3 onvoldoende resultaat opleveren en
er via de VN-Veiligheidsraad geen consensus over verdere sancties kan
worden bereikt. Daarbij moet getracht worden met zoveel als mogelijk
gelijkgezinde landen buiten de EU samen te werken. Nederland is
voorstander van het stellen van een duidelijke deadline aan Iran om te
komen tot een betekenisvolle reactie op de uitgestoken hand van de
internationale gemeenschap, mede gezien de uitspraak van de Kamer
dienaangaande. De Europese Raad in december zou daartoe een
mogelijkheid kunnen bieden, waarbij aangetekend wordt dat het stellen
van een deadline in nauwe afstemming met de E3+3 dient te gebeuren,
teneinde de inspanningen van de E3+3 om een uitweg uit de impasse te
vinden niet te doorkruisen.
De Raad zal naar verwachting ook ingaan op de mensenrechtensituatie in
Iran. Sinds begin augustus staan, naar aanleiding van de onrusten na
de presidentsverkiezingen, meer dan 100 vooraanstaande
oppositiekandidaten, academici, advocaten en vertegenwoordigers van
het maatschappelijk middenveld in massaprocessen terecht wegens het
voorbereiden van een `fluwelen revolutie' en/of spionage. Onder hen
bevinden zich ook een EU-burger en medewerkers van EU-ambassades.
Nederland is van mening dat de EU krachtig en zichtbaar moet blijven
protesteren tegen het ontransparante verloop van deze processen,
evenals tegen andere mensenrechtenschendingen.
1 1) verdeling van staatseigendom (onroerend goed); 2) oplossing voor
defensiebezittingen (wapens/munitie en onroerend goed); 3) duurzame
regeling voor de status van Brcko; 4) akkoord over verdeling van de
belastingsinkomsten; 5) werkende rechtstaat. Tevens zijn ondertekening
van de Stabilisatie en Associatieovereenkomst en een positieve
beoordeling van de situatie in Bosnië door de PIC Steering Board
noodzakelijk voordat OHR kan worden gesloten.
Pagina 8 van 8
Ministerie van Buitenlandse Zaken