Grote fusie in de zorg voor mensen met zintuiglijke beperking
Toespraak, 3 december 2009
Zorgbedrijven die fuseren moeten zich heldere doelen stellen en deze
ook naleven. Bovendien mogen ze de belangen van hun doelgroep niet uit
het oog verliezen. Dat zei staatssecretaris Jet Bussemaker tijdens de
fusiebijeenkomst van Koninklijke Kentalis.
Dames en heren,
Allereerst wil ik u feliciteren met de fusie waaruit de Koninklijke
Kentalis is ontstaan. Door deze fusie bent u nu de grootste aanbieder
van zorg aan mensen met een auditieve beperking. Dat heeft
ongetwijfeld zijn voordelen voor de cliënten. Ik denk onder meer aan
de bundeling van kennis en ervaring die hierdoor ontstaat.
Maar ik heb ook - wijs geworden door eerdere ervaringen - mijn
aarzelingen. Ik zal u vertellen waarom.
Onlangs las ik op de economiepagina van de Volkskrant het volgende
citaat: "Maar dan zie je die professionele managers binnenkomen en die
willen het binnen de kortste keren drie keer zo groot maken. Ja, en
dan gaat het verkeerd." Het is een uitspraak van een voormalig
directeur die zijn bedrijf failliet zag gaan nadat het was overgenomen
door grote investeerders. Het bedrijf moest groter worden. Winst maken
was het belangrijkste, de binding met het product verdween.
Iets vergelijkbaars maakten we aan het begin van dit jaar mee in de
zorg. Thuiszorgconcern Meavita ging failliet. De reden: de raden van
bestuur en toezicht waren te veel bezig met schaalgrootte en innovatie
en te weinig met de zorg zelf. Er is gefuseerd, maar er is niks
gebeurd. Meavita had zich geen inhoudelijke, meetbare doelen gesteld.
Natuurlijk ga ik er niet van uit dat de Koninklijke Kentalis afstevent
op een zelfde lot.
Ook al levert u door deze fusie aan 90% van de mensen met een
auditieve beperking zorg - waardoor u haast een monopolist bent
geworden - uw motivatie om te fuseren is de zorg aan de cliënt
verbeteren. Om dat te bereiken heeft u zich ook een aantal doelen
gesteld.
Een belangrijk doel is het versterken, borgen en delen van de
expertise. U werkt immers maar voor een kleine groep cliënten:
slechthorenden, doven, doofblinden, mensen met taal en
spraakproblemen. In Nederland zijn dat niet meer dan enkele duizenden
mensen. Maar hun problematiek is wel complex.
Het gevolg is dat er in het sociaal pedagogisch onderwijs nauwelijks
aandacht aan deze groep cliënten wordt besteed. Dat moeten de
instellingen die actief zijn zélf verzorgen. Dat betekende dat de drie
fusiepartners van Kentalis drie verschillende interne
opleidingstrajecten hadden. Aan deze situatie komt door de fusie een
eind. Er is nu één opleiding, geen drie verschillende. Dat scheelt
tijd en geld. Tijd en geld die ingezet kunnen worden om de cliënten
beter te kunnen helpen. Dat vind ik een prima ontwikkeling.
Bovendien weten drie meer dan één en dat is zeker in dit kleine
segment van de zorg een voordeel. U kunt gezamenlijk kennis
ontwikkelen en die toepassen, zodat alle cliënten ervan kunnen
profiteren. En dat is noodzakelijk, want er is veel nog niet bekend
over mensen met een auditieve beperking. Zo is, heb ik begrepen, er
pas sinds kort een methode bedacht om na te gaan of er bij sommige
doofblinden misschien ook sprake is van autisme.
Het Diagnostisch Centrum Vitaal, het kenniscentrum van één van de
fusiepartners, heeft hiervoor in samenwerking met de universiteit
Nijmegen, diagnostische instrumenten ontwikkeld. Ik heb begrepen dat
die er nog niet waren omdat de bestaande instrumenten om autisme vast
te stellen, geen rekening houden met dubbel zintuiglijke beperkingen.
De nieuw ontwikkelde diagnostische instrumenten worden niet alleen
binnen uw organisatie gebruikt; er is ook over gepubliceerd in
wetenschappelijke literatuur. Hieruit blijkt dat er voor de kleine
doelgroep waar Kentalis voor werkt nog het nodige wetenschappelijk is
te ontwikkelen. Door de bundeling van kennis en expertise kan Kentalis
daar een belangrijke bijdrage aan leveren.
Ik vind het ontwikkelen, toepassen en delen van expertise in de
langdurige zorg erg belangrijk. Daarom heeft het kabinet hier geld
voor beschikbaar gesteld. Een deel van dat geld gaat naar de
zintuigelijk gehandicaptenzorg. Het is alleen niet goed zichtbaar waar
dat geld precies naar toe gaat. Ik wil daarom samen met Kentalis en de
aanbieders van zorg voor mensen met een visuele beperking nagaan waar
dit geld aan wordt besteed.
Tegelijkertijd moet duidelijk worden wat we precies bedoelen met het
verbeteren van expertise. Dat is noodzakelijk om er voor te zorgen dat
het geld op de goede plek terecht komt.
In andere zorgsectoren is deze slag al gemaakt en er zijn goede
voorbeelden hoe we expertise kunnen ontwikkelen, delen en toepassen.
Ik wil u aanraden eens een kijkje te nemen bij het Centrum voor
Consultatie en Expertise in de gehandicaptenzorg en Topcare in de
ouderenzorg.
Dames en heren,
Ik ben van mening dat er in het geval van de Koninklijke Kentalis
duidelijke voordelen zitten aan de fusie van de drie partijen. Maar,
zoals u zichzelf in de uitnodiging voor dit symposium afvraagt, zijn
expertise, ambitie en toewijding voldoende bindende factoren?
Zoals ik al zei, is het formuleren en naleven van doelen, een
belangrijke bindende factor. Ik ben daar zojuist op ingegaan. Maar dat
alleen is niet voldoende.
Het is ook noodzakelijk dat u zich niet vervreemd van uw doelgroep. De
cliënt en diens belangen moeten altijd het uitgangspunt vormen van
beleid. Niet het bedrijfsmatige, de financiële efficiency of het zo
effectief mogelijk inzetten van personeel. U moet blijven varen op uw
moreel kompas.
Zoals u wellicht weet heb ik - samen met minister Klink - in juli van
dit jaar een brief naar de Kamer gestuurd onder de titel: Ruimte en
rekenschap voor zorg en ondersteuning. Een belangrijk onderdeel van de
brief is governance in de zorg. Hierin maken de minister en ik
duidelijk dat de verantwoordelijkheid voor goed bestuur en toezicht
primair bij het veld zelf ligt.
Maar zoals uit verschillende incidenten de laatste tijd blijkt, leidt
dit soms tot problemen bij zorgaanbieders. In de brief aan de Kamer
geven de minister en ik aan dat een aantal maatregelen nodig is om dit
te veranderen. Zo moeten het bestuur en het toezichthoudend orgaan
worden versterkt en geprofessionaliseerd; moet er meer aandacht voor
de cliënt komen en moeten bestuursleden en toezichthouders meer
afgerekend worden op hun daden. Dat is nu haast onmogelijk.
In de Wet cliëntenrechten zorg, de Wcz, wordt aandacht aan deze
belangrijke zaken besteed.
In deze wet, die binnenkort van kracht gaat, wordt onder meer het
bestuur méér verantwoordelijkheid gesteld voor de kwaliteit van de
zorg, dan nu het geval is. Ook staat er in dat het bestuur
verantwoording moet vragen aan de zorgverleners en dat het meer
instrumenten krijgt om zorgverleners aan te sturen. Tevens wordt er op
gewezen dat het bestuur zelf ook verantwoording moet afleggen aan de
interne toezichthouder en dat die daar ook om moet vragen. Ook staat
in de Wcz dat de positie van de cliënt wordt versterkt door
cliëntenraden meer rechten te geven dan nu het geval is.
Door op deze manier het veld kaders aan te reiken voor good
governance, willen Klink en ik bereiken dat zorgaanbieders en
-ondersteuners niet meer als gevolg van mismanagement in de problemen
komen.
Daarbij hoort ook de te hoge salarissen voor bestuurders in de zorg.
Ik mag aannemen dat het fuseren tot de Koninklijke Kentalis geen
aanleiding is om de salarissen te laten stijgen. Deze fusie zou juist
aanleiding moeten zijn om nog eens kritisch naar de inkomsten van de
bestuurders te kijken.
U kunt wat dat betreft een voorbeeld nemen aan de VSdB-groep. De Raad
van Toezicht heeft, onder voorzitterschap van Saskia Noorman - den
Uyl, de fusie van deze zorginstelling niet aangegrepen om de
salarissen te verhogen, maar juist besloten om zich strikt aan de
salarisnorm van deze sector te houden. Bovendien zijn de jaarlijkse
bonussen afgeschaft.
Dames en heren, ik ga afsluiten.
Aan het begin van mijn toespraak zei ik, dat ik vertrouwen heb in deze
fusie, maar dat ik ook aarzelingen heb. Aarzelingen die zijn ingegeven
door recente incidenten.
Te vaak ben ik de laatste tijd in de Kamer geweest om uit te leggen
wat er mis is gegaan bij de verschillende zorginstellingen. Ik ga er
vanuit dat ik voor de Koninklijke Kentalis niet naar de Kamer hoef. U
heeft zich duidelijk doelen gesteld die u wilt bereiken door deze
fusie.
Bovendien kunnen cliënten op basis van de Wet cliëntenrechten zorg
duidelijke eisen stellen aan het bestuur en het toezichthoudend
orgaan, zodat incidenten als gevolg van mismanagement worden
voorkomen.
Ik wens u veel succes.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport