Planbureau voor de Leefomgeving


7 december 2009

Voor halen klimaatdoelstelling omslag nodig in 2020

Om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal twee graden Celcius moet de groei van broeikasgasemissies wereldwijd rond 2020 zijn omgebogen in een daling. Zelfs met zeer intensief klimaatbeleid kunnen de emissies niet sneller dalen dan een paar procent per jaar. Uitstel van de omslag (bijvoorbeeld tot 2030) leidt tot een kleinere kans op het halen van het tweegradendoel. Dat blijkt uit het rapport "Meeting the 2 0C target, From climate objective to emission reduction measures" van het Planbureau voor de Leefomgeving, dat vandaag is verschenen.

Tweegradendoelstelling

Op dit moment is de opwarming van de aarde ongeveer 0,8 graden Celsius ten opzichte van het pre-industriële tijdperk. Zonder klimaatbeleid zal dit rond 2050 ongeveer twee graden zijn en aan het eind van de eeuw 2,5 tot 6 graden. Hoe hoger de temperatuurstijging, des te groter de gevolgen voor bijvoorbeeld de zeespiegelstijging en de natuur. Op basis van wetenschappelijke gegevens hebben de Europese Unie (EU) en de acht grootste industrielanden (G8) de ambitie geuit om de temperatuurstijging tot een maximum van twee graden te beperken. De PBL- publicatie laat op systematische wijze zien wat de consequenties zijn van die ambitie voor broeikasgasconcentraties, emissies op de korte en langere termijn, het energiesysteem en de kosten voor verschillende delen van de wereld.

Broeikasgasconcentraties

Om een redelijke kans te maken op een temperatuurstijging van maximaal 2 graden, zal de concentratie van alle broeikasgassen op lange termijn rond de 400 tot 450 deeltjes per miljoen (ppm) CO2-equivalenten moeten blijven. Voor het broeikasgas CO2 komt dit neer op een lange termijn concentratie van ongeveer 350 tot 400 ppm CO2. Op dit moment is de CO2
-concentratie bijna 390 ppm. Aan het begin van de industriële revolutie was dat 280 ppm CO2.

Maximumsnelheid

Om op termijn een broeikasgasconcentratie van 400-450 ppm te bereiken is het noodzakelijk dat de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen in 2050 ongeveer gehalveerd is ten opzichte van 1990. De maximale snelheid waarmee broeikasgasemissies kunnen worden teruggedrongen is zelfs bij zeer intensief klimaatbeleid niet meer dan enkele procenten per jaar. De PBL-publicatie laat zien dat rond 2020 de huidige stijging in broeikasgasemissies moet zijn omgebogen in een daling. Verder uitstel leidt tot een vermindering van de kans om aan het twee-gradendoel te voldoen. Eerder noemde het wetenschappelijke klimaatpanel van de VN het jaar 2015 als cruciaal omslagpunt.

Kopenhagen

Om de daling in emissies te bereiken is het nodig dat de ontwikkelde landen in 2020 hun emissies hebben teruggebracht met 25 tot 40% ten opzichte van 1990. Daarnaast is een bijdrage van grote ontwikkelingslanden nodig. De huidige voorstellen van de verschillende landen voor de klimaattop in Kopenhagen zijn nog niet in overeenstemming met deze doelen.

Haalbaar

Uit de PBL-publicatie blijkt dat er voldoende technische en economische mogelijkheden zijn om aan de doelen te voldoen. De uitgaven voor het terugdringen van de broeikasgasemissies worden geschat op zo'n 1 à2% van het mondiaal bruto inkomen per jaar. Dat terugdringen kan op verschillende manieren, zoals energiebesparing, het gebruik van duurzame energie, wijzigingen in de Westerse levensstijl en het voorkomen van ontbossing.

Aanpassingen

Bij broeikasgasconcentraties tussen de 400 en 450 ppm is de kans dat de temperatuurstijging rond de 2 graden Celsius blijft tussen 20 en 90 procent. Er blijft dus een behoorlijke kans dat de temperatuurstijging boven de 2 graden uitkomt. PBL adviseert om bij de maatregelen gericht op aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering uit te gaan kunnen van de risico's op temperatuurstijging van 3 tot 4 graden.
* naar de publicatie

EINDE PERSBERICHT

Het Planbureau voor de Leefomgeving is het nationale instituut voor strategische beleidsanalyses op het gebied van milieu, natuur en ruimte. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) draagt bij aan de kwaliteit van de politiek-bestuurlijke afweging door het verrichten van verkenningen, analyses en evaluaties waarbij een integrale benadering voorop staat. Het PBL is voor alles beleidsgericht. Het verricht zijn onderzoek gevraagd en ongevraagd, onafhankelijk en altijd wetenschappelijk gefundeerd.


---

---------------------------