Nationale Bank van Belgie


prijszetting: wat verklaart de grotere volatiliteit van de consumptieprijzen voor gas en elektriciteit in België?

Methodologie of prijszetting: wat verklaart de grotere volatiliteit van de consumptieprijzen voor gas en elektriciteit in België?

2009-12-07

Artikel gepubliceerd in het Economisch Tijdschrift van december 2009 Perscommuniqué: printversie (pdf - 29k)
Artikel (pdf - 285k)

Tijdens de afgelopen drie jaar is gaandeweg gebleken dat de consumptieprijzen voor gas en elektriciteit in België veel volatieler zijn dan die in het eurogebied of dan die in de drie voornaamste buurlanden. Aanvankelijk kon op basis van het opgetekende prijsverloop niet worden uitgemaakt of dit alleen maar wees op een snellere (hoewel niet noodzakelijk intensievere) transmissie van het prijsverloop van energetische grondstoffen op de internationale markten, of ook op een grotere totale omvang van die transmissie. Het beantwoorden van die vraag werd nog bemoeilijkt door een wijziging, begin 2007, in de optekening van het prijsverloop voor gas en elektriciteit in de Belgische consumptieprijsindex. Er werd immers overgestapt van een optekening op basis van jaarfacturen naar een registratie op basis van maandelijkse tarieven. Een dergelijke wijziging versnelt immers ontegensprekelijk de transmissie voor het opgetekende prijsverloop en zou eventueel ook kunnen verklaren waarom de situatie in België verschilt van die in het eurogebied en in de drie voornaamste buurlanden.

In dit artikel wordt in de eerste plaats nagegaan of die methodologische verandering een verklaring biedt voor het afwijkende prijsverloop van gas en elektriciteit. Volgens de analyse duidelijk niet. De methodologische verandering komt er integendeel op neer dat België overgeschakeld is op een praktijk die in de referentielanden reeds geruimere tijd het meest voorkomt. Dit is belangrijk omdat het betekent dat zowel het in de consumptieprijsindex opgetekende prijsverloop als afwijkingen ervan ten opzichte van de referentiezones terug te voeren zijn op de prijszetting zelf.

Uit de analyse blijkt voorts dat de volatiliteit tijdens de periode 2007-2009 toegenomen is naar aanleiding van enkele veranderingen in de prijszetting sedert de volledige vrijmaking, op 1 januari 2007, van de gas- en elektriciteitsmarkt voor residentieel verbruik (veranderingen die echter niet noodzakelijk rechtstreeks met die vrijmaking in verband te brengen zijn). De voornaamste rol daarbij werd gespeeld door de wijziging die de grootste gasleverancier in oktober 2007 aanbracht in een parameter van de tariferingsformule een wijziging die de meeste andere leveranciers navolgden , en door de verhoging van de netwerktarieven in januari 2008. De bevindingen van dit artikel impliceren bovendien dat zelfs het toepassen van de tariferingsformules die vóór de vrijmaking van kracht waren, in België zou hebben geleid tot volatielere gas- en elektriciteitsprijzen.

Uit een internationale vergelijking van de gas- en elektriciteitsprijzen exclusief belastingen de meest relevante maatstaf bij het bestuderen van de gevolgen van prijszetting en marktwerking blijkt bovendien dat de prijzen in België in de loop van 2008, anders dan voorheen, aanmerkelijk boven die in het eurogebied gingen uitstijgen. Die handicap zou, wat gas betreft, in het derde kwartaal van 2009 opnieuw zijn verdwenen, terwijl uit de beschikbare indicatoren blijkt dat hij, voor elektriciteit, ondanks een verkleining, toch aanzienlijk zou zijn gebleven. Er zij bovendien aangestipt dat de gas- en elektriciteitsprijzen in het derde kwartaal van 2009 wellicht een dieptepunt bereikten en nog niet werden beïnvloed door het feit dat de prijzen van de energetische grondstoffen sedert het voorjaar van 2009 opnieuw aan het stijgen zijn. Door de in België forsere transmissie van die nieuwe opwaartse impuls zal de relatieve positie in de nabije toekomst wellicht verslechteren wat, bij een ongewijzigde prijszetting, nog meer het geval zou zijn, mocht het prijsverloop van de energetische grondstoffen de komende jaren opnieuw structureel opwaarts gericht blijken.

Uit dit artikel blijken twee belangrijke implicaties voor het beheersen van het prijs- en kostenverloop in België en, derhalve, voor het vrijwaren van de concurrentiepositie. Enerzijds moet, wat de prijszetting voor gas en elektriciteit betreft, worden nagegaan in hoeverre de gebruikte tariferingsformules een getrouwe weergave zijn van het werkelijke kostenverloop. Het is immers de vraag welke economische factor verklaart dat prijsschommelingen voor energetische grondstoffen in België een zwaardere impact hebben op de consumptieprijzen voor gas en elektriciteit dan in het eurogebied of in de drie voornaamste buurlanden. Nader onderzoek in dit vlak verdient dus aanbeveling. Anderzijds is de grotere volatiliteit van de gas en elektriciteitsprijzen ook een factor waarmee rekening dient te worden gehouden bij de beheersing van het algemene prijs en kostenverloop, zeker indien de energieprijzen een structureel opwaartse beweging zouden vertonen.

Â