Datum 8 december 2009 2009Z21928
Onderwerp Kamervragen
-
Geachte voorzitter,
Hiermee beantwoord ik de vragen van het lid Polderman aan de staatssecretaris
van Verkeer en Waterstaat over de toepassing van staalslakken in de
Oosterschelde.
1. Is het waar dat komende week wordt gestart met de stort van staalslakken
terwijl er nog een procedure bij de Raad van State loopt over dit storten?1
1. De aannemer is voornemens om in week 49 te starten met de daadwerkelijke
dijkverbetering. Het is echter niet juist dat er over de toepassing van
staalslakken nog een procedure bij de Raad van State loopt.
Door Gedeputeerde Staten van de provincie Zeeland is op 6 februari 2009 een
vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 verleend voor de
betreffende werkzaamheden, waaronder het toepassen van staalslakken bij
de vooroeverversterkingen op de locaties Schelphoek, Cauwersinlaag en
Zuidhoek/De Val in de Oosterschelde. Er is binnen de wettelijke termijn van 6
weken geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om tegen dit besluit
bezwaar in te dienen. De vergunning is daarmee onherroepelijk geworden.
2. Wordt met het storten van de staalslakken een onherstelbare situatie
geschapen? Zo nee, wat zijn mogelijkheden van terugname en van herstel
van de schade aan de natuur? Zo ja, acht u dat wenselijk?
2. Rijkswaterstaat gebruikt bij haar werkzaamheden alleen materialen die
voldoen aan de eisen van het Besluit bodemkwaliteit. Deze eisen zijn
gebaseerd op onderzoek waaruit blijkt dat ook op lange termijn de
milieuhygiënische effecten tot een verantwoord niveau zijn beperkt. Uit een
toetsing van deze werkzaamheden aan de Flora- en Faunawet blijkt dat het
voor de werkzaamheden in de huidige vorm niet nodig is een ontheffing aan
te vragen voor verbodsbepalingen uit deze wet. Ook blijkt uit de passende
beoordeling op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 dat, als gevolg
van deze werkzaamheden, er geen significante negatieve effecten zullen
optreden in het ecosysteem van de Oosterschelde.
1 EénVandaag, 11 november 2009
a
agina 1 van 3
P
Datum
Lokaal wordt de ecologische ontwikkeling na toepassing van de staalslakken
onderzocht (zie vraag 4). Indien blijkt dat lokaal onaanvaardbare effecten Ons kenmerk
optreden, zal Rijkswaterstaat herstelmaatregelen nemen. RWS/SDG/NW09/1523/84550
3. Bent u bereid de werkzaamheden op te schorten totdat de Raad van State
zich hierover heeft uitgesproken? Zo nee, waarom niet en hoe gaat u de
eventuele maatschappelijke kosten voor terugname van de staalslakken en
het herstel van schade voorkomen?
3. Er is in casu geen sprake van een procedure bij de Raad van State (zie het
antwoord op vraag 1).
4. Bent u bereid nader onderzoek te doen naar de effecten van het gebruik van
deze slakken in een zoutwatermilieu als de Oosterschelde?
4. Rijkswaterstaat voert voorafgaand aan de werkzaamheden steeds een
nulmeting uit op alle locaties. Hierbij worden de aanwezige
soortendiversiteiten van flora en fauna bepaald. Daarnaast worden de
aangetroffen soorten onderzocht op de aanwezigheid van zware metalen en
wordt de zuurgraad van het water onderzocht.
Momenteel stelt Rijkswaterstaat een monitoringsprogramma op waarin de
onderzoeken van de komende jaren worden opgenomen. Rijkswaterstaat
voert op zowel de Oosterschelde als de Westerschelde structureel onderzoek
uit naar de waterkwaliteit middels het bemonsteringsprogramma Monitoring
Waterstaatkundige Toestand des Lands (MWTL). De locaties waar
Rijkswaterstaat de onderwateroevers versterkt zullen eveneens worden
opgenomen in dit programma.
5. Zijn de conclusies uit onderzoeken, waarnaar in de uitzending van
EénVandaag wordt verwezen, bij u bekend? Zo ja, hoe beoordeelt u die en
waarom worden ondanks deze conclusies deze slakken gebruikt in een
kwetsbaar gebied als het Nationaal Park de Oosterschelde?
5. Ik neem aan dat in de vraagstelling wordt gedoeld op de, door professor
Reijnders genoemde en bij mij bekende, gevallen waar de toepassing van
staalslakken in het verleden tot problemen heeft geleid. Al deze gevallen
hadden betrekking op grootschalige toepassingen van staalslakken in kleine
waterlichamen met weinig stroming. Mede naar aanleiding hiervan is in het
Besluit bodemkwaliteit de plicht opgenomen om zorgvuldig met bouwstoffen
om te gaan. Zo mogen staalslakken vanwege verlaging van de zuurgraad niet
worden toegepast in kleine waterlichamen met weinig stroming.
De Oosterschelde is een groot en snel stromend waterlichaam waardoor er
hooguit direct na het aanbrengen van de staalslakken sprake kan zijn van een
verlaging van de zuurgraad, die zich beperkt tot de directe omgeving van het
materiaal. De staalslakken hebben geen enkel blijvend effect op de zuurgraad
van de Oosterschelde. Dit beeld wordt bevestigd door de structurele
monitoring van de waterkwaliteit op locaties waar Rijkswaterstaat
staalslakken eerder heeft toegepast. Doordat de staalslakken voldoen aan de
eisen van het Besluit Bodemkwaliteit is evenmin te verwachten dat de
uitloging van zware metalen zal leiden significante negatieve effecten op het
ecosysteem van de Oosterschelde.
agina 2 van 3
P
Datum
De Rijksoverheid geeft vanuit duurzaamheidsoverwegingen de voorkeur aan
secundaire bouwstoffen boven primaire bouwstoffen zoals breuksteen. Ons kenmerk
Hiermee wil de overheid tegengaan dat grote hoeveelheden primaire RWS/SDG/NW09/1523/84550
bouwstoffen uit het buitenland moeten worden ingevoerd. De winning en
invoer van primaire bouwstoffen leidt namelijk tot milieuschade in het land
van oorsprong en CO2-uitstoot als gevolg van het transport. Tevens wil de
overheid met dit beleid tegengaan dat jaarlijks grote hoeveelheden reststoffen
moeten worden gestort, terwijl deze goed en verantwoord kunnen worden
ingezet als secundaire bouwstof.
Hoogachtend,
DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
J.C. Huizinga-Heringa
agina 3 van 3
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat