Gentech weerstand bepaald door de
macht op het bord?
8 dec 2009
Onderdeel: Plant Research International
De ministers Verburg en Cramer stellen voor dat sociaaleconomische
effecten worden meegewogen in de toelating van genetisch
gemodificeerde gewassen. De ministers beogen hiermee het Europese
gentech debat uit een impasse te krijgen. De diepere, echte weerstand
tegen de teelt van gentech gewassen lijkt mede gebaseerd op de vrees
dat er ongewenste macht over ons voedsel ontstaat. PRI-onderzoekers
Lotz en Franke betogen dat die situatie te voorkomen is.
Â
De Europese beoordeling van gentech gewassen is tot nog toe formeel
gericht op de mogelijke risicoâs van deze gewassen voor mens, dier en
milieu. Door de betere inzichten in de milieuveiligheid en
voedselveiligheid van gentech gewassen, is het zwaartepunt van het
debat rondom deze gewassen aan het verschuiven richting de
sociaaleconomische gevolgen. Deze sociaaleconomische gevolgen zouden
expliciet meegewogen moeten worden in de toelating van gentech
gewassen. Eind november organiseerde minister Verburg hierover een
tweedaags internationaal symposium met daaraan parallel een
rondetafelbijeenkomst van EU ministers. Vanuit verschillende
richtingen ontving de minister steun voor dit meewegen van
sociaaleconomische aspecten. Naar ons inzien terecht. Dit onderwerp
zal ongetwijfeld woensdag 9 december aan de orde komen in het Algemeen
Overleg over gentech in de Tweede Kamer.
Vanuit wetenschappelijk oogpunt kan gesteld worden dat toegelaten
gentech gewassen net zo veilig zijn als conventionele gewassen. Dit
wordt ook bevestigd door de ervaringen buiten Europa, waar al
jarenlang miljoenen hectares gentech gewassen verbouwd worden. Uit
onderzoek blijkt dat gentech een bijdrage kan leveren aan het
verduurzamen van de landbouw. Ook co-existentie, het naast elkaar
bestaan van gentech en gentech-vrije landbouwketens, is waarschijnlijk
technisch en economisch goed haalbaar in Europa voor gewassen als
maïs en aardappel. Overigens moet genetische modificatie niet worden
gezien als een panacee voor alle vraagstukken: het is een technologie
die in samenhang met andere benaderingen oplossingen kan bieden voor
prangende vraagstukken in de landbouw.
Wij denken dat maatschappelijke zorgen rondom gentech gewassen voor
een groot deel zijn terug te voeren tot de meer politieke
sociaaleconomische vraag âWie heeft de macht op ons bord?â Het idee
dat een beursgenoteerde multinational straks bepaalt wat de boer zaait
en wij eten, is voor velen afschrikwekkend. De behoefte om vrij te
kunnen kiezen wat we eten is een soort oerinstinct. De perceptie dat
de keuzevrijheid van eten ons ontzegd wordt, geeft daardoor een diep
onbehaaglijkheid gevoel. Doordat mensen steeds minder inzicht hebben
in hoe ons voedsel geproduceerd wordt, komt het gevoel van onmacht
extra hard aan. De beoordelaar van de sociaalecomische effecten zal
daarom aandacht moeten besteden aan een eventuele dreiging van
ongewenste macht op het bord. Dat is een wezenlijk andere vraag dan de
huidige risicobeoordeling.
Als de zorgen rondom gentech voor velen in essentie gaan over de macht
op het bord, zijn er ook aanvullend nog mogelijkheden om de stroeve
discussie vlot te trekken. Zorg dat de keuzevrijheid van consumptie
gewaarborgd blijft, door te garanderen dat de zaaizaadmarkt van een
gewas niet in handen komt van één of twee bedrijven. Zorg dat de
toelatingsprocedure van een gentech gewas in de EU zo snel mogelijk
minder kostbaar en omslachtig wordt, zodat ook de kleine en
middelgrote Europese veredelingsbedrijven de mogelijkheid krijgen om
gentechproducten op de markt te brengen. En tenslotte, laat de
opvolger van Neelie Kroes als Europese Commissaris voor Mededinging
erop toezien dat een boer voldoende keuze heeft tussen
zaaizaadproducenten van een bepaald gewas. Mocht er toch een
monopolist onder de zaaizaadproducenten ontstaan, dan kan de
Commissaris de opsplitsing van het bedrijf eisen.
Dr Bert Lotz en dr ir Linus Franke zijn beide onderzoeker bij Plant
Research International, onderdeel van Wageningen UR.
LEI