Voedsel en Waren Autoriteit

Dagelijkse inname zoetstoffen door jonge kinderen is niet te hoog

08 december 2009 - nieuwsbericht

Kinderen van twee tot zeven jaar krijgen niet te veel zoetstoffen binnen. Dit blijkt uit het onderzoek van het bureau Risicobeoordeling van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA). Steeds vaker worden zoetstoffen aan levensmiddelen toegevoegd. Het is daarom belangrijk te meten of de aanvaardbare dagelijkse inname (ADI) niet wordt overschreden. Een ADI is de hoeveelheid van een voedseltoevoeging die dagelijks kan worden ingenomen gedurende het hele leven zonder een gezondheidsrisico te veroorzaken.

58 procent van de twee tot zeven jaar oude kinderen consumeren kunstmatig gezoete levensmiddelen. De belangrijkste bronnen zijn yoghurtdranken, siropen, frisdranken en supplementen zoals vitaminepreparaten. Daarnaast krijgen bijna alle kinderen zoetstof binnen via tandpasta.

Bij kinderen is vaak sprake van een gelijktijdige blootstelling aan meerdere soorten zoetstoffen. Het is niet wetenschappelijk vastgesteld of mengsels van zoetstoffen een nadelig gezondheidseffect kunnen hebben. Gezien de toenemende populariteit van zoetstoffen adviseert het bureau Risicobeoordeling het beleidsverantwoordelijke ministerie hier onderzoek naar te doen.

Op de website van het Voedingscentrum staan richtlijnen over een verantwoorde consumptie van zoetstoffen door kinderen. Het bureau Risicobeoordeling van de VWA oordeelt en adviseert wetenschappelijk onderbouwd over mogelijke bedreigingen van de voedsel- en productveiligheid, diergezondheid en dierwelzijn. De onafhankelijke uitoefening van deze opdracht is geregeld in de Wet Onafhankelijke Risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit die in 2006 door het parlement is aangenomen. Adviezen in het kader van de Wet worden uitgebracht aan de ministers van LNV en VWS.