Ministerie van Financiën

Remkes over bedrijfsauto's.

Hoogachtend,

Staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.C. de Jager

2009Z19841
Antwoorden op vragen van de leden Neppérus en Remkes (beiden VVD) aan de staatssecretaris van Financiën over bedrijfsauto's. (Ingezonden 28 oktober 2009) Vraag 1
Is het u bekend, dat de casus waar het ging om het eenmalig verplaatsen van de wand, kennelijk volgens de inmiddels verzonden aanslagen, niet valt onder de door u in uw antwoorden aangekondigde regeling voor herstel of hardheidsclausule?1 Antwoord Ja.
Het herstelbeleid heeft betrekking op kleine aanpassingen die het wezenlijke karakter van een bestelauto niet aantasten. Op grond van artikel 3 van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen (BPM) moet bij bepaalde bestelauto's de cabine van de laadruimte zijn afgescheiden door middel van een vaste wand. Het verwijderen van deze wand kan niet worden gezien als een kleine aanpassing die het wezenlijke karakter van de betreffende bestelauto niet aantast. Op de hardheidsclausule kan een beroep worden gedaan indien de uitvoering van de belastingwet leidt tot een gevolg dat de wetgever niet heeft beoogd. Nu de wetgever bewust heeft bepaald dat de laadruimte van de cabine gescheiden moet zijn door middel van een vaste wand, kan het verwijderen van die wand niet leiden tot een gevolg dat de wetgever niet heeft beoogd. Vraag 2
Vindt u niet dat met uw antwoord verwachtingen zijn gewekt, gezien de zin "Ik zal de casus waarop uw vragen betrekking hebben meenemen in mijn overwegingen"? Bent u bereid alsnog te zoeken naar een passende regeling voor dergelijke gevallen? Vraag 3
Is het u bekend dat dit type bestelauto's vaak nieuw worden geleverd zonder dat het tussenschot vast zat en dat hierover overleg zou zijn tussen douane en de betrokken fabrikant? Antwoord In het algemeen wordt het tussenschot van de in de casus bedoelde bestelauto's door de importeur op de juiste wijze bevestigd. Het is mij echter bekend dat in een beperkt aantal gevallen het tussenschot niet op de juiste wijze is bevestigd. Met de importeur zijn besprekingen gaande om herhaling te voorkomen. In de door de vragenstellers bedoelde casus ging het om het verwijderen van het tussenschot in één van dergelijke bestelauto's. Daardoor is de eigenaar van de auto wellicht tot de conclusie gekomen dat het (tijdelijk) verwijderen van het tussenschot was toegestaan. Ik heb besloten om in dit geval en in soortgelijke gevallen geen naheffingsaanslagen op te leggen en de al opgelegde naheffingsaanslagen in te trekken.
1Aanhangsel Handelingen vergaderjaar 2008-2009, nr. 2555 Vraag 4
Vindt u het uit te leggen, dat een individuele ondernemer die een keer het tussenschot weghaalt in een kleine bestelauto, anders wordt behandeld dan een importeur van bestelauto's, die regelmatig auto's aflevert waar het tussenschot niet vastzit? Antwoord Zowel ondernemers die het tussenschot uit hun bestelauto verwijderen, als importeurs die auto's afleveren waarvan het tussenschot niet vastzit, kunnen worden geconfronteerd met een naheffingsaanslag BPM. Naar mijn mening is er dan ook geen sprake van een verschil in behandeling.