ChristenUnie


Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn Begroting SZW

Bijdrage Cynthia Ortega-Martijn Begroting SZW

woensdag 09 december 2009 12:00

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. Nu de economische crisis een realiteit is, lijkt veel in het leven om zekerheid te gaan. Zekerheid om behoud van je baan en daarmee je inkomen. Zekerheid dat je huis niet in waarde daalt. Zekerheid dat je pensioenrechten niet worden aangetast. Dat zijn zekerheden die heel erg begrijpelijk zijn. Op macroniveau buigen we ons in de diverse werkgroepen van de heroverweging ook over de financiële onzekerheden die op ons afkomen.

Het gevaar dreigt echter dat de focus op financiën het zicht op de werkelijke problemen belemmert. Motivaction concludeerde afgelopen week dat de samenleving van de overheid een langetermijnvisie verwacht, waarin duidelijk wordt wat die aan de komende generatie wil meegeven. Dan hebben wij het niet over geld, maar over de manier waarop mensen hun plek in de samenleving kunnen vinden en verantwoordelijkheid kunnen nemen voor elkaar. Richting de heroverweging moeten wij als politiek formuleren waar wij voor staan en waar wij heen willen. Voor de ChristenUnie zijn de woorden van Psalm 82:3 daarbij leidend: "Doe recht aan weerlozen en wezen, kom op voor verdrukten en zwakken." Wij weten tegelijk dat het in dit leven niet draait om het behouden van zo veel mogelijke aardse zekerheden.

Als wij naar de korte termijn kijken, heeft het kabinet met het crisispakket krachtig ingegrepen om onder meer de werkgelegenheid op peil te houden. De ChristenUnie-fractie heeft hier voluit haar steun aan verleend, maar constateert ook dat er een groep is die niet direct meeprofiteert van deze maatregelen. Dat zijn mensen met een uitkering, schulden of een achterliggende positie op de arbeidsmarkt. De crisis betekent voor hen nog steeds een bedreiging. Die groep moet weer perspectief geboden worden, als het kan door een baan. Als dat niet mogelijk is, kan het door maatschappelijke participatie. Biedt perspectief door het aanpakken van schulden om daarna weer met een schone lei te kunnen beginnen of door iedereen een eerlijke kans op de arbeidsmarkt te bieden zodat je afkomst niet meer je toekomst bepaalt. Ik kom daar straks op terug.

Eerst wil ik aandacht vragen voor de AOW-partnertoeslag. Daar is de laatste dagen veel over te doen geweest. Deze zal afgeschaft worden als de partner jonger dan 55 jaar is. De ChristenUnie-fractie is niet te spreken over de brief van de minister met de aangepaste cijfers. Waarom wordt de Kamer hiermee pas op de valreep geconfronteerd? De arbeidsmarktpositie voor 50-plussers is niet altijd rooskleurig. Is er een mogelijkheid om deze groep tegemoet te komen? Is de staatssecretaris daartoe bereid? Daarnaast vraag ik aandacht voor de positie van jongere partners die niet kunnen werken -- hoe graag zij ook willen -- vanwege een arbeidshandicap of een chronische ziekte. Is de staatssecretaris bereid te onderzoeken hoe deze groep ontzien kan worden?

Nu wij het toch over de AOW hebben: veel mensen hebben een AOW-hiaat vanwege werk in het buitenland. Nu kunnen alleen nieuwkomers achteraf AOW-rechten inkopen. Mensen die tussentijds Nederland verlaten, kunnen zich vrijwillig verzekeren. In sommige situaties gebeurt dit echter niet omdat men in het buitenland niet of nauwelijks salaris ontvangt, maar vaak ook omdat men niets afwist van de verzekering. Het gaat dan vooral over ontwikkelingswerkers en zendelingen. Bovendien kan men zich maar voor maximaal tien jaar verzekeren als de uitzendende organisatie niet door de overheid erkend wordt. Eenmaal terug in Nederland gaan deze mensen vaak weer voldoende salaris verdienen. Wij stellen voor hen dan ook de mogelijkheid te bieden om AOW-rechten in te kopen. Wil de staatssecretaris deze mogelijkheid onderzoeken? Hiernaast moet de informatievoorziening ook veel beter. Dit kan bijvoorbeeld door bij de Burgerlijke Stand direct informatie te verstrekken over de gevolgen van in- of uitschrijving op de AOW. Graag krijg ik een toezegging hierover.

Ten aanzien van de arbeidsmarkt zijn er met het crisispakket al veel maatregelen genomen. Ik hoor regelmatig over kansrijke initiatieven die in de regio worden genomen. In Hardenberg bijvoorbeeld zetten werkgevers een transfercentrum op om werknemers tijdelijk elders te detacheren. De stichting Trainzone wil jongeren een plek bieden om het ondernemerschap te ontwikkelen. Helaas hoor ik ook regelmatig dat er bureaucratische belemmeringen ontstaan in de uitvoering. Dit is zeer kwalijk. Ik roep de staatssecretaris op een meldpunt in te stellen waar initiatiefnemers van dit soort projecten terechtkunnen met hun klachten. Zo ontstaat zicht op de belemmeringen en -- belangrijker nog -- kunnen deze worden opgelost. Graag krijg ik hierop een reactie. Ik vraag ook aandacht voor de twee specifiek genoemde projecten. Graag krijg ik een toezegging dat met de initiatiefnemers wordt bekeken hoe de ervaren belemmeringen kunnen worden weggenomen.

De arbeidsmarktmaatregelen bieden soelaas voor een aantal groepen, maar niet voldoende voor degenen die gediscrimineerd worden. Vooral leeftijdsdiscriminatie blijkt vaak voor te komen. Je kunt moeilijk een vinger achter dit probleem krijgen. Dat blijkt ook uit een van de brieven die wij gisteren hebben ontvangen. Toch moeten wij ons hier niet bij neerleggen.

Er moet een grote prikkel komen om discriminatie tegen te gaan en de rijksoverheid moet daarin het voorbeeld zijn. In dat verband stel ik voor om een quickscan te ontwikkelen, exclusief gericht op het in beeld brengen van de transparantie van het wervings-, selectie- en promotiebeleid bij de rijksoverheid, deze toe te passen en op basis hiervan per ministerie in een plan vast te leggen op welke manier het ministerie de diversiteit van het personeelsbestand wil opbouwen en verder wil onderhouden. In een sociaal jaarplan dient melding te worden gemaakt van de resultaten. Graag hoor ik een reactie op dit voorstel.

Voor WWB'ers is de kans op een betaalde baan in crisistijd niet groot. Vanuit financieel oogpunt is dit onwenselijk, vanuit sociaal oogpunt is dit nog onwenselijker. Mensen met een laag inkomen nemen in mindere mate deel aan het maatschappelijk leven. Zij hebben een beperkt sociaal netwerk en leven ongezonder. Maatschappelijke participatie kan hierbij helpen. Om WWB-uitkeringsgerechtigden te mobiliseren, stelt de ChristenUnie een maatschappelijk werkboekje voor waarin wordt bijgehouden welke vormen van maatschappelijke participatie iemand verricht. Met het werkboekje heeft de uitkeringsgerechtigde een bewijs in handen dat hij concreet een bijdrage levert aan de samenleving. Ook kan het als een vorm van CV dienen voor potentiële werkgevers. Het aantal uren dat iemand per maand maatschappelijke activiteit verricht, is maatwerk. Ik stel een pilot voor. Graag verneem ik een reactie op het voorstel, dat ik bij dezen inlever.

De voorzitter: Ik neem aan dat er geen bezwaar tegen bestaat dat dit stuk ter inzage wordt gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Kamer.

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Voorzitter. Schulden vormen een ontwrichtende factor in een mensenleven. In de afgelopen periode hebben wij daar pijnlijke voorbeelden van gezien, bijvoorbeeld bij DSB-gedupeerden. En zij zijn niet de enigen. Bijna tien procent van het aantal huishoudens in Nederland heeft problematische schulden en bijna drieënhalf miljoen huishoudens lopen het risico om in financiële problemen te komen. Dat zijn schokkende cijfers. Er is extra geld vrijgekomen voor schuldhulpmaatregelen. De ChristenUnie heeft al vaker gepleit voor het oormerken van een bepaald percentage van dit bedrag voor preventie en nazorg. Waarom houdt de staatssecretaris dit tot nu toe af? Is zij in ieder geval bereid om hier bestuurlijke afspraken over te maken?

Ik rond af met een vraag over het amendement dat ik vorig jaar heb ingediend over de informatiepunten op de Locaties Werk en Inkomen. Ik wil graag weten hoe dat is uitgevoerd, daar mij berichten bereiken dat de beschikbare middelen maar ten dele zijn benut. Graag krijg ik meer informatie hierover.

De heer Ulenbelt (SP): U wilt ook uitzonderingen op de partnertoeslag. Vindt u dat jongere partners die mantelzorg verlenen of jongere partners die geen arbeidservaring hebben ook uitgezonderd moeten worden?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Nee, dat wil ik niet. Ik denk dat het goed is als mensen gaan participeren. Wij leven gewoon in een heel moeilijke tijd. Je kunt naast mantelzorg ook betaalde arbeid verrichten; dat vind ik een goede zaak. Wij hebben zoveel maatregelen genomen om er juist zorg voor te dragen dat de afstand tot de arbeidsmarkt kleiner wordt. In die zin vind ik het niet nodig om die partners zonder arbeidservaring uit te zonderen.

De heer Ulenbelt (SP): Dus u bent ook van die onbetrouwbare overheid die mensen een jaar voor een dilemma zet waar zij absoluut niet op hadden gerekend, mensen met een gezin waarin iemand boven de 65 is. Dan bent u toch ook van die onbetrouwbare overheid die afspraken schendt?

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Dat werp ik verre van mij. Iedere maatregel is pijnlijk, vooral in deze begroting. Op een gegeven moment ga je dingen tegen elkaar afwegen. Het gat kan eventueel gedicht worden op het moment dat je gaat werken. Er zijn andere maatregelen, maar daarmee krijg je weer andere problemen. In deze wereld kun je niet iedereen tevredenstellen. Ik vind het ook pijnlijk. Daarom heb ik twee categorieën genoemd waarin een verzachting zou kunnen worden aangebracht.

De heer Ulenbelt (SP): Ik ben verbijsterd door een partij die het altijd zo opneemt voor mantelzorgers. Wij hebben het over mantelzorgers die zorgen voor iemand boven de 65. De ChristenUnie zegt tegen hen: ga maar aan het werk. Een mooie sociaalchristelijke partij bent u!

Mevrouw Ortega-Martijn (ChristenUnie): Ik heb niet gezegd wat u beweert over mantelzorgers. Als er een gat ontstaat, is het mogelijk te gaan werken om dat gat mede op te vullen. Daarnaast zijn er in dit land allerlei mogelijkheden om, als mantelzorg niet meer mogelijk is, een beroep te doen op de AWBZ.

Tags

Cynthia Ortega