Ingezonden persbericht


Pb 09 - 102

Nijmegen, 24 november 2009

Internationaal platform presenteert nieuwste onderzoeken over jongeren en alcohol Radboud Universiteit Nijmegen organiseert internationaal congres over binge drinking

Van 10 tot en met 12 december organiseert de Radboud Universiteit een internationaal congres over jongeren en alcohol. Drie dagen lang praten onderzoekers elkaar bij over de nieuwste wetenschappelijke inzichten op het gebied van alcoholproblematiek onder jongeren. De organisatie is in handen van Rutger Engels, hoogleraar Orthopedagogiek, en leider van een toonaangevende groep die aan de Radboud Universiteit onderzoek doet naar de beginfasen van verslaving bij adolescenten.

Jongeren drinken meer dan ooit en Nederlandse jongeren behoren tot de grootste drinkers van Europa. Hoe eerder ze beginnen en hoe meer ze drinken, hoe groter de kans op latere verslavingsproblemen. Bovendien kan (overmatig) alcoholgebruik allerlei andere nadelige gevolgen met zich meebrengen, zoals katers, concentratieproblemen op school, risicovol seksueel gedrag en hersenschade. Wereldwijd wordt onderzoek gedaan naar omstandigheden die maken dat jongeren gaan drinken en daarna ook snel meer gaan drinken. Het congres is opgebouwd rond een aantal thema's, zoals impliciete associaties, invloed van media, rol van ouders en vrienden, interventies en preventieprogramma's, genetische invloed en wat drinken aanricht in de hersenen. Op het congres is dus niet alleen aandacht voor omgevingsinvloeden, ook genetische aanleg en neurobiologische factoren komen aan de orde.

Genetische invloed

Zeer nieuw is het onderzoek waarin Carmen van der Zwaluw uit de groep van prof. Rutger Engels aantoont dat jongeren met een verandering in het gen dat codeert voor de serotonine transporter (SLC6A4) meer gaan drinken dan leeftijdgenoten die deze verandering niet hebben. Drie honderd jongeren werden vijf jaar lang gevolgd- van hun 13e tot hun 18e - en er werden speekselmonsters afgenomen. 'Meten op één moment is niet voldoende. Als je dat doet zie je geen verband tussen het serontoninegen en het alcoholgebruik. Meet je echter over een aantal jaren, dan wordt duidelijk dat niet alleen het alcoholgebruik toeneemt, maar ook dat jongeren met het serotonine gen meer gaan drinken dan leeftijdgenoten die dat gen niet hebben', aldus Van der Zwaluw. De verandering in het serotonine transportergen zorgt voor verminderde serotonerge activiteit in de hersenen. Serotonine is een hersenstofje dat ons een prettig gevoel geeft en onder andere betrokken is bij stemming, zelfvertrouwen, emotie, seksuele activiteit en eetlust. Eerdere studies lieten al zien dat ratten die minder serotonine aanmaakten gevoeliger zijn voor alcohol. Dat er een verband is tussen het gen en alcoholgebruik lijkt duidelijk, maar hoe dit precies werkt is nog de vraag. Daarbij zijn er ook tal van omgevingsfactoren die invloed kunnen hebben op de link tussen het serotonine transporter gen en alcoholgebruik.

Eerder dit jaar vond Van der Zwaluw - als eerste - een verband tussen alcoholgebruik, genetische aanleg en opvoeding: kinderen die genetisch kwetsbaar zijn voor alcohol én toegeeflijke ouders hebben lopen een groter risico vroegtijdig te beginnen met alcohol.

Hersenonderzoek

Een van de volgende stappen is om in de hersenen met behulp van fMRI te kijken naar het effect van die genetische afwijking in de hersenen. Daarover spreekt onder meer Alecia Schweinsburg, verbonden aan de afdeling psychiatrie van de University of California, San Diego. Zij doet al jarenlang onderzoek naar invloed van alcohol- en drugsgebruik op de hersenen van jongeren. Dr. Anneke Goudriaan van het Amsterdam Institute for Addiction Research presenteert langlopend neurocognitief onderzoek naar zelfregulatie en alcoholgebruik bij jongeren.

Regionale aanpak langs de meetlat

Het congres is bedoeld voor wetenschappers, maar op vrijdag 11 december is er ook een dagdeel gewijd aan de praktijkaanpak in drie gemeenten/regio's. Dit onderdeel is georganiseerd samen met de Gemeente Nijmegen. Ambtenaren en bestuurders uit West-Friesland (Simone Dijkstra, Programmabureau Integrale Veiligheid Noord-Holland-Noord) en de Achterhoek (Coby Izehout, GGD, Gelre IJssel), vertellen over maatregelen binnen hun gemeente om excessief alcoholgebruik door jongeren terug te dringen en wat daarin meer of minder succesvol is. In een daarop volgende sessie zulen Pim Spaan (Wethouder gemeente Groesbeek) en Haske van der Vorst spreken over opvoeding en alcoholmatiging in sportverenigingen. In een derde sessie zullen prof. Ronald Knibbe en mw. Sandra van Ginneken (MinVWS) ingaan op regelgeving en draagvlak.

Programma en hoofdsprekers

De Nijmegenaren organiseren het congres onder auspiciën van de Kettil Bruun Society voor sociaal en epidemiologisch onderzoek naar alcoholgebruik. Deze in 1986 opgerichte organisatie zet zich in voor de uitwisseling van wetenschappelijke kennis over alcoholgerelateerde problemen en de preventie daarvan.

Tijdens dit congres zijn er zo'n honderd voordrachten over 25 thema's. Het programma is te vinden op http://www.ru.nl/kbsmeeting/english/

Er zijn vier hoofdsprekers:

Donderdag 10 december
Virginia Berridge, hoogleraar geschiedenis en hoofd van het centrum voor geschiedenis in de gezondheidszorg op de London School of Hygiene and Tropical Medicine. University of London. Zij plaatst binge drinking in een historisch perspectief. Mitch Prinstein, hoogleraar psychologie, University of Chapel Hill, spreekt vanuit een ontwikkelingspsychologisch perspectief over de invloed van vrienden op alcoholgebruik.

Zaterdag 12 december

Richard Rose, hoogleraar psychologie en medische genetica is een van de grondleggers van de gedragsgenetica en voormalig editor van het tijdschrift Behaviour Genetics. Rose spreekt over de rol van genen en omgeving op alcoholgebruik. Guus Smit, hoogleraar moleculaire biologie en hoofd van de afdeling moleculaire en cellulaire neurobiologie van de Vrije Universiteit Amsterdam. Smit presenteert een neurobiologisch overzicht over de ontwikkeling van alcoholgebruik van adolescenten.