Samenhangende hulp bij huiselijk geweld
Toespraak, 26 november 2009
'De Amsterdamse aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties kenmerkt
zich door goede ambities en stimulerende resultaten.' Dat zei
staatssecretaris Jet Bussemaker tijdens de conferentie 'Amsterdam:
sterk tegen geweld' op 26 november 2009. In haar toespraak ging ze ook
in op een toekomstbestendig stelsel van hulp en opvang bij geweld in
afhankelijkheidsrelaties. Daarvoor is een gezamenlijke inzet nodig van
alle betrokken partijen.
Dames en heren,
Ik ben blij dat ik hier vandaag uitgenodigd ben. Blij natuurlijk,
omdat het mijn eigen stad is, wat een bezoek toch speciaal maakt. Maar
ik ben ook verheugd omdat ik in de Amsterdamse aanpak van huiselijk
geweld zo veel goede ambities en stimulerende resultaten zie.
Amsterdam is een mooi voorbeeld van wat ik eind 2007 voor ogen had,
met mijn beleid `Beschermd en Weerbaar'. Toen constateerde ik dat de
opgave om het geweld in afhankelijkheidsrelaties aan te pakken, enorm
is. Niet alleen vanwege de omvang van de problematiek, maar vooral ook
vanwege de complexiteit ervan. We moeten het probleem gezamenlijk
aanpakken: Rijk, gemeenten, politie, hulpverlening.
We hebben te maken met een lange historie. Sinds het begin van de
jaren zeventig met het eerste Blijf van m'n lijf-Huis in Amsterdam, is
dankzij de vrouwenbeweging het onderwerp uit de taboesfeer gehaald. Er
is in die tijd veel bereikt. Maar we zijn er nog niet. Geweld in
afhankelijkheidsrelaties is nog steeds een urgent probleem. De schade
die mensen oplopen en dus de samenleving als geheel, is enorm. Die
urgentie ziet u dan ook terug in mijn ambities: vroegtijdige
signalering, onmiddellijke opvang en snelle hulpverlening.
Zo'n ambitie komt niet zo maar tot stand. Daarvoor is een aanpak nodig
die recht doet aan de complexiteit van dit geweld. We zien
bijvoorbeeld dat er steeds meer verschillende groepen slachtoffers
zichtbaar worden. Door bewustwording, maar ook doordat de
samenstelling van de bevolking de laatste veertig jaar behoorlijk
veranderd is. Vrouwen, mannen, kinderen, ouderen en verstandelijke
beperkte mensen kunnen slachtoffer zijn. Maar er zijn ook burgers die
ernstig bedreigd worden door eerwraak en meisjes die het gevaar lopen
besneden te worden. Allemaal groepen die een eigen aanpak nodig
hebben. Maar die we praktisch gezien onmogelijk los van elkaar kunnen
aanpakken. Wat zijn de ingrediënten voor een goede aanpak?
Wil de aanpak van geweld in afhankelijkheidsrelaties succesvol en
stelselmatig alle vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties
tegengaan, dan moet er ten eerste een goede infrastructuur zijn.
Hier in Amsterdam wordt daar hard aan gewerkt. Amsterdam investeert in
een stedelijk dekkend systeem van steunpunten huiselijk geweld, die de
spil vormen in de ketenaanpak. Het groeiend aantal contacten en
kortdurende trajecten laat zien dat de steunpunten hard nodig zijn.
Dit sluit aan op het landelijke beleid. Er is nu een landelijk dekkend
netwerk van steunpunten huiselijk geweld. Het gaat daarbij om relatief
jonge organisaties. De versterking van de steunpunten huiselijk geweld
heeft dan ook prioriteit. Daarom trek ik er extra geld uit: 10 miljoen
euro structureel vanaf 2009. Ook investeer ik in verbetering van de
kwaliteit van de steunpunten. Daarnaast moeten burgers die bij het
steunpunt terechtkomen, op eenzelfde manier worden ondersteund. Daarom
komen er zogenaamde basisfuncties voor deze steunpunten.
Bij een goede infrastructuur hoort ook opvang met voldoende
capaciteit. Dat kan van levensbelang zijn. In Amsterdam zien we dat de
capaciteit van deze opvang is uitgebreid. Dat is goed om te
constateren.
Wij hebben als overheid het belang van onmiddellijke opvang
onderstreept door ook hiervoor extra geld uit te trekken. Verder
willen we de kwaliteit van de opvang verbeteren en voor specifieke
groepen pilots starten, om te leren welke hulp en opvang ze nodig
hebben. De G4, waaronder dus ook Amsterdam, en VWS doen al een
gezamenlijke pilot mannenopvang. We zijn er namelijk achter gekomen
dat de opvang nog niet goed is geregeld voor mannen die ernstig
bedreigd worden, bijvoorbeeld door eergerelateerd geweld. Dit is een
mooi voorbeeld van samenwerking tussen Rijk en gemeenten.
Niet alleen de infrastructuur van steunpunten en voldoende opvang is
belangrijk, maar ook vroegtijdig ingrijpen. Het idee dat we geweld
achter de voordeur ook direct achter die voordeur aangepakken, past in
mijn visie op huiselijk geweld. Daarvoor is het belangrijk dat mensen
weer de eigen regie over hun leven kunnen nemen en weerbaar, zonder
geweld, mee kunnen doen. Dit past helemaal in de Wet maatschappelijke
ondersteuning, met z'n nadruk op leefbaarheid en sociale samenhang. En
de ondersteuning die daarbij hoort, is zo dichtbij mogelijk: in de
wijk, thuis; met andere woorden: aan de voorkant.
Een mooi voorbeeld vind ik het project in Alkmaar dat wij financieren:
het Oranje Huis. Daar wordt gebroken met de traditie van
geheimhouding. Het Oranje Huis vangt vrouwen zichtbaar op in de wijk.
De hulp die nodig is, richt zich niet alleen op de slachtoffers, maar
ook op de pleger. De wijk en de politie zijn nauw betrokken. Deze
innovatieve manieren van werken vragen om preventief te denken.
Ik ben dan ook blij dat per 1 januari 2009 de wet Tijdelijk
Thuisverbod is ingevoerd. Niet het slachtoffer moet uit huis, maar de
pleger. De wet biedt gemeenten een instrument om preventief, bij
dreiging van huiselijk geweld, in te grijpen en hulp op gang te
brengen: voor slachtoffers, plegers én eventuele kinderen. Ik vind het
echt knap hoe het de gemeenten gelukt is deze wet met verve uit te
voeren. Ondertussen zijn er al ruim 1.700 gevallen waarin het
huisverbod is opgelegd. Amsterdam zelf is hard op weg naar de 100. Ik
ben benieuwd naar de ervaringen van Amsterdam met de preventieve
werking van de wet. Binnenkort verschijnt namelijk de eerste
verkenning naar de hulp bij het huisverbod, dat Regioplan in mijn
opdracht heeft uitgevoerd. Ik wil graag op basis van deze verkenning
en uw ervaringen kijken hoe we de hulp bij het huisverbod verder
kunnen verbeteren.
Bij de uitvoering van de wet tijdelijk huisverbod, maar eigenlijk bij
de hele aanpak, gaat het om samenwerking. Ik zie dat de wet ook een
nieuwe impuls heeft gegeven aan de samenwerking tussen hulpverlening
en de politie. Door de invoering van het huisverbod trekken politie en
hulpverlening vanaf de eerste dag van het verbod samen op.
Deze samenwerking is onmisbaar bij een ingewikkeld maatschappelijk
probleem waar vele partijen bij betrokken zijn. Samenhang aanbrengen
vraagt dan om een goede regie, waarbij de rol van de gemeenten
cruciaal is. Met name de 35 centrumgemeenten hebben een belangrijke
rol, die zich uitstrekt over de hele regio. Verder is de Rijksoverheid
ook niet ontslagen van de samenwerkingsplicht: bij het onderwerp
huiselijk geweld zijn er nauwe banden tussen VWS, Jeugd en Gezin, OCW
en natuurlijk Justitie.
De workshops van vandaag geven een mooi overzicht van de thema's
waarmee we landelijk en gemeentelijk mee bezig zijn: de net genoemde
wet tijdelijk huisverbod, eergerelateerd geweld en vrouwelijke
genitale verminking. Ook de onderwerpen signaleren en melden komen aan
de orde. Dit sluit aan bij mijn ambitie dat professionals bij geweld
in afhankelijkheidsrelaties leren signaleren en weten hoe te handelen.
Daarom ook is het kabinet van plan om in 2011 de wet op de verplichte
meldcode in te gaan voeren.
Dames en heren,
De bijeenkomst van vandaag laat zien dat we allen met een zelfde
gevoel van urgentie geweld in afhankelijkheidsrelaties willen
aanpakken. U richt zich daarbij op de toekomst. Dat doe ik ook. Ik ga
op dit moment na hoe ik een toekomstbestendig stelsel van hulp en
opvang bij geweld in afhankelijkheidsrelaties kan realiseren. Een
commissie gaat mij daarover advies uitbrengen. Er wordt een
knelpuntenanalyse uitgevoerd, geïnventariseerd wordt welke resultaten
tot nu toe bereikt zijn met Beschermd en weerbaar, én onderzocht wordt
welke ontwikkelingen in vraag en aanbod we kunnen verwachten.
Op basis daarvan kijk ik welke maatregelen ik nog moet nemen voor dit
toekomstbestendig stelsel.
Want onze gezamenlijk inzet is er op gericht om de ingrijpende
gevolgen van geweld in afhankelijkheidsrelaties terug te dringen.
Zodat alle betrokkenen weer een leven zonder geweld kunnen leiden en
kunnen meedoen aan de samenleving. Bijvoorbeeld in de stad Amsterdam!
Ik wens u een inspirerende dag toe.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport