Ministerie van Defensie

Datum 10 december 2009

Onderwerp Antwoorden op de feitelijke vragen over de tweede suppletoire begroting

Hierbij bieden wij u de antwoorden aan op de feitelijke vragen van de vaste commissie voor Defensie over de tweede suppletoire begroting van Defensie die de Kamer per brief op 27 november is aangeboden. De feitelijke vragen van de Kamer zijn op 4 december ingezonden onder kenmerk 32222-X.

DE MINISTER VAN DEFENSIE DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

E. van Middelkoop drs. J.G. de Vries





Vragen van de Vaste Commissie voor Defensie over de tweede suppletoire begroting (ingezonden 4 december 2009, kenmerk 32222-X)

Vraag 1
Wat is de reden van de hogere kosten voor exploitatie, gegeven het hoge aantal vacatures en de geringe omvang van eenheden in het oefenprogramma bij het Commando Landstrijdkrachten (CLAS)?

De hogere kosten van de personele exploitatie zijn het gevolg van technische correcties die onder meer voortvloeien uit het arbeidsvoorwaardenakkoord bij Defensie, zoals een loonsverhoging van het defensiepersoneel is afgesproken en de afschaffing van het werknemersdeel van de WW-premie. Hiervoor is overigens loonbijstelling ontvangen. Er is geen relatie met het aantal vacatures bij en het oefenprogramma van het Commando landstrijdkrachten.

Vraag 2
Bij de toelichting van de ontvangsten staat een ontvangen vergoeding van de partnerlanden en de Verenigde Naties (VN). Kan er een financiële specificatie worden verstrekt van de ontvangen vergoeding per land en van de VN?

Missie: Ontvangen van: Ontvangst: Unifil Verenigde Naties 2.400 ISAF Australië 7.000 Slowakije 1.500 Tsjechië 1.000 Frankrijk 1.900 Singapore 200 Overige ontvangsten Diverse 1.500

Totaal 15.500 Bedragen * 1.000 euro

Vraag 3
Hoe verklaart u het verminderd gebruik van Paresto onder het personeel bij de verschillende krijgsmachtonderdelen?

De afname is primair het gevolg van de versobering van het aanbod en prijsverhogingen alsmede vanwege de staalvoorzieningen, waardoor mensen meer op hun eigen wooneenheid blijven.

Vraag 4
Wat is de reden voor de verhoging van de `Voorziening crisisbeheersingsoperaties' met 19 miljoen?

De post voorziening is het deel van het budget voor crisisbeheersingsoperaties dat nog niet aan missies is toegerekend. De post stijgt met 19 miljoen omdat de uitgaven aan operaties in 2009 lager ( 5 miljoen) en de ontvangsten in 2009 hoger ( 14 miljoen) zijn uitgevallen dan initieel geraamd (zie ook het antwoord op vraag 2).

Vraag 5
Waarom heeft het onderhoud en herstel van het ingezette materieel in Tsjaad vertraging opgelopen? Worden deze uitgaven gefinancierd vanuit HGIS?

Er zijn in Tsjaad tien Viking voertuigen ingezet. Defensie heeft een aantal onderdelen voor onderhoud en herstel bij de fabrikant moeten bestellen. Zodra de onderdelen binnen zijn, kan het onderhoud en herstel van alle voertuigen worden voltooid. Naar verwachting zal dit in 2010 zijn.

De additionele uitgaven voor onderhoud en herstel van materieel dat is ingezet bij crisisbeheersingsoperaties komen ten laste van HGIS.

Vraag 6
Waarom wordt de raming voor de staf van het Commando Zeestrijdkrachten (CZSK) in twee stappen verhoogd van ruim 17 naar ruim 20 miljoen?

De uitgaven voor de staf van het Commando zeestrijdkrachten zijn in de eerste suppletoire begroting 2009 verhoogd met 2,3 miljoen naar 19,4 miljoen. In deze mutatie was de aanpassing aan het loonpeil 2009 niet opgenomen, omdat deze nog niet was uitgekeerd binnen de defensiebegroting. In de tweede suppletoire begroting 2009 is deze mutatie van 0,7 miljoen alsnog verwerkt.

Vraag 7
.Bij de toelichting van de ontvangsten van beleidsartikel 23 wordt uiteengezet dat er compensatie verkregen wordt uit het Europese Subsidie Fonds voor extra specifieke opleidingen. Kan er worden uiteengezet hoeveel deze subsidie bedraagt?

Defensie ontvangt van het Europees Sociaal Fonds (in het Kamerstuk per abuis Europese Subsidie Fonds genoemd) met terugwerkende kracht subsidies voor projecten om de inzetbaarheid van laaggekwalificeerden op de arbeidsmarkt te vergroten. In 2009 ontvangt Defensie door tussenkomst van de Stichting Arbeidsmarkt- en Scholingsfonds Defensie (ASD) in totaal 7.573.864, in het bijzonder voor opleidingen die zijn gerealiseerd in de periode 2005 tot en met 2007.

Vraag 8
Wat betekent het lager uitvallen van de personeelsaantallen bij oefeningen voor de operationele sterkte in huidige missies? Wat betekent dit voor eventuele nieuwe (extra) missies in de nabije toekomst en de algehele staat van geoefendheid van de krijgsmacht?

Vooral de landmacht heeft op dit moment onvoldoende capaciteit om alle eenheden geheel op te werken. Er is sprake van een beperkte opleidingscapaciteit en daarnaast legt de ISAF- missie een groot beslag op het leidinggevende kader dat eenheden kan opleiden. Daarom heeft bij oefeningen de gereedstelling van operationele eenheden voor missies prioriteit. Het lager uitvallen van personeelsaantallen bij oefeningen heeft geen gevolgen voor de operationele sterkte van de huidige missies.

Defensie loopt niet vooruit op eventuele nieuwe missies.

Vraag 9
Wat is de reden voor de verlaging van de verplichtingenraming met 470 miljoen? Zijn er verplichtingenstops ingesteld bij Defensie vanwege bezuinigingen? Wat is de nieuwe bestemming van deze verplichtingenruimte?

De verplichtingenraming is verlaagd als uitvloeisel van de overgang van het oude administratiesysteem, Geïntegreerde Verplichtingen Kas en Kosten Administratie (GVKKA), naar het nieuwe Financiële Administratiesysteem (FINAD). Dit heeft geleid tot aanpassingen van contractgegevens. Er zijn geen verplichtingenstops ingesteld en er is ook geen nieuwe bestemming voor deze verplichtingenruimte.

Vraag 10
Waarom zijn de kosten voor de staf van het Commando Diensten Centra (CDC) gestegen van 15 miljoen naar 43 miljoen? Is de verklaring hiervoor uitsluitend de loon- en prijsbijstelling?

De uitgaven bij de Staf van het Commando DienstenCentra (CDC) zijn gestegen door een aantal financiële mutaties, zoals de toewijzing van de Staalgelden, de vergoeding voor het hoofdgebruikerschap van defensielocaties door het CDC, een hogere personele exploitatie en overige mutaties, waaronder de loon- en prijsbijstelling.