Datum 10 december 2009 2009Z21781
Onderwerp Vragen van het lid Verdonk aan de minister van Verkeer en
-
Waterstaat over het CBR
Geachte voorzitter,
Hierbij beantwoord ik de vragen die het lid Verdonk heeft gesteld over het CBR.
1. Bent u op de hoogte van het feit dat de omzetting van bromfietsbewijzen
naar rijbewijzen conform uw besluit tot de invoering van een praktijkexamen voor
de rijbewijscategorie AM, voor met name bejaarden en gebruikers van
bejaardenscooters aanzienlijke misstanden en frustraties oplevert voor de
betrokkenen bij behandeling door zowel het ministerie zelf als ook door het
Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)?
1. Reeds bij de invoering van het bromfietsrijbewijs, per 1 oktober 2006, is
uitgebreid gecommuniceerd over het feit dat op 1 oktober 2009 de
bromfietscertificaten hun geldigheid zouden verliezen en daarvoor omgewisseld
moesten worden voor een bromfietsrijbewijs. Dit is niet gekoppeld aan mijn
besluit tot invoering van het bromfietspraktijkexamen. Ook bij de invoering van
het bromfietskenteken in 2007 is hierover gecommuniceerd. Medio dit jaar is hier
wederom uitvoerig aandacht voor geweest in diverse media. Ook heb ik de bij mij
bekende bezitters van het bromfietscertificaat persoonlijk een brief gestuurd. Ik
heb aanvullend daarop een speciaal telefoonnummer geopend dat mensen konden
bellen met vragen over de omwisseling. Dit is veelvuldig gebruikt. Het is mij
bekend dat veel ouderen naar dit nummer hebben gebeld met vragen over de
omwisseling van het certificaat. Ook het CBR heeft veel vragen over de
omwisseling ontvangen. De beantwoording van deze vragen kan hebben geleid
tot teleurstelling, omdat betrokkene bijvoorbeeld in het geheel geen certificaat
bezat en dus examen dient te doen. Echter, misstanden en frustraties bij de
behandeling van vragen door de telefoonteams zijn mij niet bekend.
2. Bent u ervan op de hoogte dat er momenteel slechts één merk
invalidenscooter vrijgesteld is van de rijbewijsverplichting en dat dientengevolge
bezitters van alle andere gangbare merken invalidenscooters ernstig worden
benadeeld?
a
agina 1 van 3
P
3. Bent u ervan op de hoogte dat met name bejaarden en mindervalide
Datum
ouderen ernstig zijn gedupeerd door deze situatie?
Ons kenmerk
2 en 3. Op basis van artikel 108 eerste lid onderdeel a van de VENW/DGMO-2009/10879
Wegenverkeerswet 1994 zijn bestuurders van gehandicaptenvoertuigen
uitgezonderd van de rijbewijsplicht. Gehandicaptenvoertuigen zijn in de Regeling
voertuigen gedefinieerd als voertuigen die zijn ingericht voor het vervoer van een
gehandicapte, niet breder dan 1,10 m en niet uitgerust met een motor, dan wel
waarvan de door de constructie bepaalde maximumsnelheid niet meer dan 45
km/h bedraagt indien het voertuig is uitgerust met een motor, niet zijnde een
motorrijtuig met beperkte snelheid of een landbouw- of bosbouwtrekker. Er is dus
geen sprake van een specifieke vrijstelling voor bepaalde merken
gehandicaptenvoertuigen.
4. Bent u op de hoogte van het feit dat deze mensen, bijvoorbeeld door verblijf
in het ziekenhuis of verpleeghuis, niet tijdig om omwisseling van hun rijbewijs
hebben kunnen vragen en om deze reden botweg door uw ministerie en het CBR
worden weggestuurd en bovendien voor extreem hoge kosten en wachttijden
worden gesteld?
5. Bent u bereid aan deze wantoestanden een einde te maken, door deze toch
al kwetsbare groep mensen niet meer van het kastje naar de muur te sturen en
hen de hoge kosten te besparen?
4 en 5. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 1 reeds heb aangegeven, heb ik de
afgelopen drie jaar veel aandacht besteed aan het vervallen van het
bromfietscertificaat per 1 oktober 2009 en de noodzakelijke omwisseling daarvan.
Het is mij bekend dat zich desondanks een aantal mensen te laat heeft gemeld
voor de omwisseling van het certificaat. Ik kan helaas niets meer voor hen
betekenen. Zij zullen opnieuw theorie-examen moeten afleggen bij het CBR. Bij
goed gevolg kunnen zij daarna het bromfietsrijbewijs aanvragen bij de gemeente
waar zij woonachtig zijn.
6. Bent u op de hoogte van het feit dat er door het CBR talrijke gevallen van
fraude zijn vastgesteld bij met name het afnemen van rijexamens in `niet
Nederlandse talen' en dat het zeer gemakkelijk is om te frauderen door
bijvoorbeeld het gebruik van mobiele telefoons?
6. Het is een gegeven dat er bij het theorie-examen van het CBR door
kandidaten pogingen worden ondernomen om te frauderen. Het CBR heeft interne
procedures ontwikkeld voor het voorkomen van fraude en traint haar
medewerkers om daar zeer alert in te zijn en adequaat mee om te gaan. Onder
meer staan daarin de aandachtspunten voor het herkennen van `lookalikes'
(identiteitsfraude), de procedure voor het theorie-examen en de interne
gedragslijnen hoe moet worden omgegaan met afwijkingen van
identiteitsbewijzen. Daarnaast worden de theoriemedewerkers van het CBR door
het Regionaal Coördinatiepunt Documentenherkenning getraind op de juiste wijze
van controleren van de identiteit van personen. Het CBR heeft een interne
fraudepreventiecommissie, waarin alle constateringen van pogingen tot fraude
worden besproken en waarop indien mogelijk verdere maatregelen worden
genomen ter voorkoming.
agina 2 van 3
P
Dit geldt ook voor vermoede pogingen tot fraude bij de zogenaamde
Datum
tolkenexamens (individuele theorie-examens in andere talen). Op dit moment
wordt, in nauwe samenwerking met de rijschoolbranche, gewerkt aan een Ons kenmerk
scherper toelatingsbeleid voor tolken waarin alleen erkende en bij tolkenbureaus VENW/DGMO-2009/10879
geregistreerde tolken voor het afnemen van rijexamens worden toegelaten.
Verder zijn er maatregelen genomen om het gebruik/misbruik van mobiele
telefoons tijdens het examen te voorkomen. In de gevallen dat er een poging tot
fraude plaats vindt wordt altijd onmiddellijk aangifte gedaan bij de politie.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
ir. Camiel Eurlings
agina 3 van 3
P
Ministerie van Verkeer en Waterstaat