Vlaamse Overheid

gedragsproblemen

Pleegouders leren omgaan met gedragsproblemen

Persmededeling van de Vlaamse Regering

vrijdag 11 december 2009

Training moet overbelasting voorkomen

Vlaams minister Jo VANDEURZEN honoreert een projectaanvraag van professor Vanderfaeillie (Psychologie en Opvoedkunde, VUB) en Frank Van Holen (dienst voor Pleegzorg vzw Opvang). De VUB en de vzw Opvang krijgen bijna 900.000 euro voor een project ontwikkeling en uitvoering van een evidence-based trainingsprogramma voor pleegouders. Eén op de drie pleegkinderen geven blijk van ernstige gedragsmoeilijkheden en emotionele instabiliteit. Het probleemgedrag bij pleegkinderen neemt toe. Omdat zulk gedrag een grote belasting betekent voor een pleeggezin eindigen plaatsingen voortijdig en op een negatieve manier. Minister Jo Vandeurzen wil dat pleegzorg als eerste hulpvorm wordt overwogen voor kinderen tot en met zes jaar. "De ouders die deze keuze maken, zijn van grote waarde in onze samenleving, " aldus Vandeurzen, "ze hebben soms professionele steun nodig en ze krijgen die."

Verfaeillie en Van Holen baseren hun aanvraag op internationaal wetenschappelijk onderzoek. Pleegkinderen met onaangepast gedrag vergroten de gezinsbelasting van pleegouders en eventuele andere kinderen aanzienlijk. Pleegouders zijn daar niet per definitie op voorbereid. Voor velen van hen is een training die niet-effectieve opvoedingsreacties en overbelasting voorkomt zeer nuttig. Het programma van de indieners moet een zo groot mogelijk publiek bereiken, pleegouders competenties en een gevoel van competentie geven, en is gebaseerd op modellen die in het buitenland hun doeltreffendheid al hebben bewezen. Uiteindelijk komt er een trainingsboek voor later veralgemeend gebruik.

Nazorg en sociale ondersteuning

Om de doelstellingen te bereiken, volgen de pleegouders 10 individuele sessies en 5 toepassingssessies. In de eerste reeks krijgen de pleegouders apart een training, de tweede reeks verloopt in groep en beoogt het plannen van nazorg, de toepassing thuis van aangeleerde technieken, het organiseren van sociale ondersteuning en het bewaken van de integriteit van het programma. Het effect van het project wordt volledig wetenschappelijk gemeten. Het loopt van 1 december van dit jaar tot eind april 2013. Met de subsidiëring geeft minister Jo Vandeurzen gevolg aan één van de zeven kernopdrachten van het Agentschap Jongerenwelzijn: het private hulpaanbod erkennen, subsidiëren en aansturen.