Universiteit van Tilburg


Nieuwe richtlijnen nodig voor opsporing osteoporose

Vrijdag 11 december, 10.15 uur, aula UvT

Osteoporose (botontkalking) treft ruim 850.000 mensen in Nederland. Deze aandoening is een belangrijke risicofactor voor botbreuken. Volgens promovenda medische psychologie Noortje Verdijk laat de methode van opsporing van osteoporose door huisartsen te wensen over. Daarnaast pleit ze voor nieuwe richtlijnen die meer aandacht moeten schenken aan mensen met een hoog risico op fracturen, in plaats van aan het opsporen van osteoporose.

De verwachting is dat in 2025 meer dan een miljoen mensen osteoporose heeft. De kosten voor zorg zullen dan meer dan een miljard euro bedragen. De Nederlandse richtlijnen voor huisartsen omvatten een methode om bij mensen vast te stellen of zij een hoge kans hebben op botontkalking. Verdijk deed onderzoek bij een huisartsenpraktijk in Brabant, waar zij bijna 300 patiënten ondervroeg om de betrouwbaarheid van deze methode te onderzoeken. Zij concludeert dat de methode niet betrouwbaar is omdat veel patiënten met osteoporose niet ontdekt worden en dus niet de behandeling ontvangen die ze nodig hebben.

In een ander onderzoek evalueerde zij de preventie van nieuwe fracturen bij 738 patiënten die ouder waren dan vijftig jaar en die al een fractuur hadden doorgemaakt. Hieruit bleek dat tot nu toe de aanpak van osteoporose centraal staat bij mensen met een fractuur. Maar Verdijk constateert dat ook mensen met een fractuur zonder botontkalking een hoog risico lopen op een nieuwe fractuur. Bovendien toonde zij aan dat psychologische factoren, zoals valangst, hierbij een rol kunnen spelen.

Nieuwe richtlijnen
De huisartsenpraktijk en de fractuurpolikliniek zijn vooral gericht op het opsporen van mensen met een hoog risico op osteoporose, in plaats van een hoog risico op fracturen. Noortje Verdijk pleit daarom voor nieuwe nationale richtlijnen voor huisartsen en specialisten op het gebied van preventie van fracturen.

Noortje Verdijk (Den Bosch 1981) studeerde psychologie aan de Universiteit van Tilburg, met specialisatie in de klinische gezondheidspsychologie. Momenteel is zij werkzaam bij de Praktijkondersteuning Zuidoost Brabant (PoZoB).



Universiteit van Tilburg