Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Brief aan de Tweede Kamer met reactie op verzoek lid Ulenbelt over werkloze dakloze Polen

11 december 2009

Brief van de minister waarin zij op verzoek van het lid Ulennbelt (SP) haar beleidsvoornemens uiteenzet om de problematiek van het groeiend aantal werkloze dakloze Polen op bestuurlijk niveau het hoofd te bieden.


De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Datum 11 december 2009

Betreft Reactie op verzoek SP-kamerlid Ulenbelt over het groeiend aantal werkloze dakloze Polen

Directoraat-generaal Veiligheid
Integrale Veiligheid
http://www.minbzk.nl
Uw Kenmerk 29325-44/2009D48872


In uw brief van 9 oktober 2009 (kenmerk 29325-44/2009D48872) heeft u mij verzocht om u - ter voorbereiding van het Algemeen Overleg van de Commissie Volksgezondheid Welzijn en Sport op 16 december 2009 over het groeiend aantal werkloze dakloze Polen waarmee steden en regio's worden geconfronteerd - een brief te schrijven over mijn beleidsvoornemens om genoemde problematiek op bestuurlijk niveau het hoofd te bieden.

In de brief van 29 september 2009 heeft de staatssecretaris van VWS, mede naar aanleiding van een uitzending van het programma Netwerk van 23 september 2009, u laten weten wat het kabinetsstandpunt inzake Polen in de maatschappelijke opvang is en welke stappen in dit kader worden gezet.

Vanuit mijn verantwoordelijkheid voor de aanpak van overlast en verloedering heb ik ook aandacht voor overlast die door Midden- en Oost-Europeanen veroorzaakt wordt. Er is nog wel eens sprake van luidruchtigheid en openbare dronkenschap door deze groep. Van gemeenten krijg ik echter geen signalen dat de groep overlastgevende, dakloze Midden- en Oost-Europeanen significant groot is en ook is niet gebleken dat gemeenten behoefte hebben aan extra instrumentarium of beleid van rijkszijde specifiek voor deze groep, wordt de overlast die deze groep veroorzaakt binnen de bestaande aanpak van overlast meegenomen.

Gemeenten kunnen eventuele overlast aanpakken met de diverse instrumenten die hen voor de aanpak van overlast ten dienste staan. Het is niet noodzakelijk om hiervoor een aparte bestuurlijke aanpak te creëren. De burgemeester is verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde in zijn gemeente. Als er openbare orde problemen veroorzaakt worden door deze daklozen of als zij acuut hulp nodig hebben, dan zal de politie kunnen ingrijpen of kan hulpverlening worden ingeschakeld. Indien de veroorzaakte overlast ernstig uit de hand loopt, kan de burgemeester bijvoorbeeld ook gebruik maken van zijn bevoegdheid om een gebiedsverbod uit te vaardigen. Ook in de Algemene Plaatselijke Verordening staan diverse bepalingen, die het veroorzaken van hinder in de publieke ruimte of het nuttigen van alcohol op straat verbieden. Indien dit noodzakelijk is, kan de politie op grond hiervan ook strafrechtelijk optreden.

Het kabinet heeft met de uitvoering van het Actieplan Overlast en Verloedering uit 2008 een groot aantal maatregelen genomen om er voor te zorgen dat overlast goed kan worden aangepakt. Gezien de instrumenten die gemeenten tot hun beschikking hebben en de wijze waarop zij de overlast aanpakken die door dakloze Midden- en Oost- Europeanen wordt veroorzaakt, zie ik dan ook geen aanleiding om op dit moment vanuit mijn verantwoordelijkheid als minister van BZK hier aanvullende beleidsvoornemens op te formuleren.

DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

Mevrouw dr. G. ter Horst

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Contactpersoon Christa Pronk T 070-426 6676 Kenmerk 2009-0000715807