Raad van de Europese Unie

EUCO 6/09

EUROPESE RAAD Brussel, 11 december 2009
(OR. en)

EUCO 6/09
CO EUR 6
COCL 4

BEGELEIDENDE NOTA

van: het secretariaat-generaal van de Raad
aan: de delegaties

Betreft: EUROPESE RAAD - 10/11 DECEMBER 2009
CONCLUSIES

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies van de Europese Raad (10/11 december 2009).


________________________



Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 1

Het nieuwe Verdrag van Lissabon zal de Unie in staat stellen zich volledig toe te leggen op het aanpakken van de uitdagingen die voor haar liggen. De komende maanden zal verder worden gewerkt aan de volledige uitvoering ervan, met name wat betreft het opzetten van de Europese dienst voor extern optreden en de aanneming van wetgeving over het burgerinitiatief. Onderkennend dat de economische situatie tekenen van stabilisatie begint te vertonen, benadrukt de Europese Raad hoe belangrijk het is om geloofwaardige en gecoördineerde exitstrategieën voor het breed opgezette stimuleringsbeleid te ontwikkelen zodra de economie volledig is hersteld. De afgelopen maanden heeft de EU goede voortgang gemaakt bij de versterking van haar regelgevend kader, met name door het akkoord dat de Raad heeft bereikt over een fundamenteel nieuwe structuur voor het financieel toezicht in Europa. Gelet op de belangrijke structurele veranderingen waar de EU voor staat, moet het effect van de Lissabonstrategie worden geëvalueerd en moet er een nieuwe strategie worden ontwikkeld waarmee ook nieuwe uitdagingen kunnen worden aangepakt. De Europese Raad heeft een nieuw meerjarenprogramma voor de jaren 2010-2014 aangenomen, het Programma van Stockholm, dat een verdere uitbouw van een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht mogelijk zal maken. De Europese Raad heeft van gedachten gewisseld over hoe de EU het best kan bijdragen tot een succesvolle uitkomst van de Conferentie van Kopenhagen over klimaatverandering. De Europese Raad bevestigt het standpunt dat hij in zijn zitting in oktober had aangenomen, en verklaart dat de EU en haar lidstaten bereid zijn om een bijdrage te leveren via een snelstartfinanciering van 2,4 miljard euro per jaar voor de periode 2010 tot en met 2012. De Europese Raad heeft verklaringen over Iran en Afghanistan aangenomen. o
o o


Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 2
L
De bijeenkomst van de Europese Raad werd voorafgegaan door een uiteenzetting van de heer Jerzy Buzek, voorzitter van het Europees Parlement, na afloop waarvan een gedachtewisseling plaatsvond.
o
o o
I. Institutionele aangelegenheden

1. De Europese Raad juicht de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december toe. Met dit verdrag beschikt de Unie over een stabiel en duurzaam institutioneel kader, waardoor zij in staat is zich volledig te concentreren op de uitdagingen die voor haar liggen.
2. Het intensieve voorbereidende werk tijdens het Zweedse voorzitterschap, zoals beschreven in het verslag van het voorzitterschap (EUCO 5/09), heeft een probleemloze inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon mogelijk gemaakt. Op 1 december is Herman Van Rompuy aangetreden als voorzitter van de Europese Raad, en Catherine Ashton als hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid.
3. De Europese Raad verzoekt de hoge vertegenwoordiger om, op basis van het door de Europese Raad op 29 oktober 2009 goedgekeurde verslag van het voorzitterschap, spoedig het voorstel betreffende de organisatie en de werking van de Europese dienst voor extern optreden te presenteren opdat het, tezamen met de bijbehorende rechtshandelingen, uiterlijk eind april 2010 kan worden goedgekeurd. De lidstaten zullen hiervoor inbreng blijven geven.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 3
L

4. De Europese Raad is ingenomen met de door de Commissie geïnitieerde openbare raadpleging betreffende het burgerinitiatief. Hij verzoekt de Commissie zo spoedig mogelijk een wetgevingsvoorstel hiertoe in te dienen, waarbij het in de bedoeling ligt dat dit in de eerste helft van 2010 wordt aangenomen.

5. In aansluiting op de conclusies van de Europese Raad van december 2008 en juni 2009, heeft de Spaanse regering een voorstel ingediend tot wijziging van de Verdragen wat betreft overgangsmaatregelen inzake de samenstelling van het Europees Parlement. De Europese Raad heeft besloten het Europees Parlement en de Commissie te raadplegen met het oog op een spoedige behandeling van het voorstel.
II. De economische, financiële en werkgelegenheidssituatie
6. De economische en financiële crisis heeft de wereldeconomie voor grote uitdagingen geplaatst en de diepste economische neergang sedert de jaren 1930 veroorzaakt. Om de crisis het hoofd te bieden hebben de EU en haar lidstaten een breed scala aan buitengewone maatregelen genomen, onder meer het Europees economisch herstelplan van december 2008. De steunmaatregelen hebben een essentiële rol gespeeld bij het herstellen van het vertrouwen in, en het goed doen functioneren van, de financiële markten en het verzachten van het effect van de crisis op groei en werkgelegenheid.

7. De economische situatie begint tekenen van stabilisatie te vertonen en het vertrouwen neemt toe. De prognoses laten een zwak herstel zien in 2010, waarna de groei in 2011 weer aantrekt. De omstandigheden blijven onzeker en fragiel terwijl de werkgelegenheid en de sociale situatie naar verwacht in 2010 nog zullen verslechteren. Het beleid ter ondersteuning van de economie moet dus worden voortgezet, ten minste totdat de economie volledig hersteld is. Om de verwachtingen te funderen en het vertrouwen te vergroten, wijst de Europese Raad er nogmaals op dat het van belang is geloofwaardige en gecoördineerde exitstrategieën voor het breed opgezette stimuleringsbeleid te ontwikkelen en kenbaar te maken.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 4
L
Exitstrategieën

8. De Europese Raad benadrukt dat de budgettaire exitstrategie zal worden uitgevoerd in het kader van het stabiliteits- en groeipact, dat de hoeksteen van het begrotingskader van de EU blijft. De aanbevelingen aan de landen in de buitensporigtekortprocedure die de Raad op 2 december heeft aangenomen, zijn een belangrijk instrument om de overheidsfinanciën opnieuw gezond te maken. De Europese Raad wijst in dit verband op zijn conclusies van 20 oktober over de budgettaire exitstrategie en herinnert eraan dat die strategie een consolidatie zal behelzen die ruim boven het ijkpunt van 0,5% van het bbp per jaar ligt, in combinatie met structurele hervormingen die de houdbaarheid van de budgettaire positie op lange termijn schragen. De begrotingsconsolidatie dient uiterlijk in 2011 van start te gaan, en zelfs vroeger in bepaalde lidstaten waar dat gezien de economische omstandigheden wenselijk is, mits de prognoses van de Commissie blijven aangeven dat het herstel doorzet en zelfvoedend wordt.

9. Er zijn breder opgezette exitstrategieën nodig waarbij ook rekening gehouden wordt met de noodzaak om financiële steunregelingen geleidelijk te beëindigen. De uitgangspunten voor het stopzetten van de steun aan de financiële sector die de Raad op 2 december 2009 heeft vastgesteld, moeten de verdere werkzaamheden sturen. Het is essentieel om een gecoördineerde aanpak te ontwikkelen, die uitgaat van financiële stabiliteit en de omstandigheden van de afzonderlijke lidstaten en die financiële instellingen adequate stimuli geeft om niet langer afhankelijk te zijn van financiële steun van de overheid.
10. De Europese Raad onderstreept dat de geleidelijke stopzetting van publieke steunmaatregelen goed moet worden gecoördineerd door de lidstaten om negatieve neveneffecten te voorkomen. Bij het bepalen van een tijdpad voor de exitstrategie moet rekening worden gehouden met een veelheid van factoren, conform de conclusies van de Raad van 2 december 2009, en het afbouwen van de steun moet, afhankelijk van de omstandigheden van de afzonderlijke lidstaten, beginnen bij de overheidsgaranties.

11. De Europese Raad spoort de Raad aan verder te werken aan exitstrategieën en in juni 2010 daarover te rapporteren, zowel op begrotings- als op financieel gebied.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 5
L
Financiële markten, met inbegrip van toezicht

12. Tijdens de financiële crisis zijn de zwakke plekken van het huidige regulerings- en toezichtkader voor de financiële instellingen duidelijk aan het licht gekomen. De Europese Raad is ingenomen met het voortvarende en gedecideerde optreden van de Raad, die een fundamenteel nieuwe structuur voor het financiële toezicht in Europa heeft goedgekeurd. Deze nieuwe structuur zal dienen om het vertrouwen van consumenten en beleggers in de financiële markten te herstellen, betere bescherming te bieden tegen toekomstige zeepbellen en crises in de economie, de stabiliteit te vergroten en het toezicht in overeenstemming te brengen met de realiteit van de marktintegratie.

13. De Europese Raad verwelkomt de door de Raad bereikte algemene oriëntatie over een compleet maatregelenpakket voor een nieuw toezichtkader in de Europese Unie. Met het nieuwe Europees Comité voor systeemrisico's krijgt de Europese Unie een instrument voor het monitoren van macroprudentiële risico's en het geven van risicowaarschuwingen en aanbevelingen voor corrigerende maatregelen in geval van significante risico's. De drie nieuwe toezichthoudende instanties voor banken, verzekeringen en effectenmarkten zullen gemeenschappelijke technische standaarden ontwikkelen, een sterke coördinerende rol hebben in de colleges van toezichthouders, in staat zijn effectief op te treden bij financiële noodsituaties en ervoor zorgen, onder andere middels bindende bemiddeling, dat het recht van de EU op consequente wijze wordt toegepast. De Europese Raad ziet uit naar onderhandelingen met het Europees Parlement met het oog op een spoedige aanneming, zodat het nieuwe systeem in de loop van 2010 operationeel kan worden.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 6
L

14. De vaststelling door de Raad van een algemene oriëntatie inzake wijzigingen in de richtlijn kapitaalvereisten vormt nog een stap naar aanscherping van de financiële regelgeving in het licht van de financiële crisis. Er komen strengere kapitaalvereisten voor bepaalde bankactiviteiten en duidelijke en bindende regels inzake beloning die sporen met die welke door de leiders van de G20 zijn goedgekeurd. Het loonbeleid in de financiële sector moet gezond en efficiënt risicobeheer in de hand werken en toekomstige economische crises helpen voorkomen. De Europese Raad rekent nu op het Europees Parlement om spoedig tot een definitief akkoord te komen. De Europese Raad verzoekt de financiële sector om onmiddellijk gezonde beloningspraktijken toe te passen en spoort de lidstaten in dit verband aan zich met spoed te gaan beraden over oplossingen op korte termijn. De Europese Raad juicht het voornemen van de Commissie toe om er nauw op toe te zien dat een verantwoord loonbeleid gevoerd wordt. De Europese Raad roept voorts op tot verdere vooruitgang bij het tegengaan van procycliciteit in de banksector en verzoekt de Commissie in 2010 aanvullende voorstellen in te dienen waarin rekening is gehouden met de lopende werkzaamheden in het Bazels Comité.

15. De Europese Raad benadrukt hoe belangrijk het is om het economische en sociale contract tussen de financiële instellingen en de samenleving die zij dienen, te vernieuwen en ervoor te zorgen dat de burgers hiervan in goede tijden profijt trekken en beschermd zijn tegen risico's. De Europese Raad moedigt het IMF aan om zich tijdens zijn toetsing te beraden op het volledige scala van opties, waaronder verzekeringspremies, herstructureringsfondsen, voorwaardelijk-kapitaalregelingen en een mondiale heffing voor financiële transacties. Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van oktober 2009 verzoekt hij de Raad en de Commissie de belangrijkste beginselen te omschrijven waaraan nieuwe wereldwijde regelingen zouden moeten voldoen.

16. De Europese Raad beklemtoont tevens de noodzaak om voortvarender te werken aan de ontwerp-richtlijn inzake beheerders van alternatieve beleggingsfondsen, waarin tevens de problematiek van een passend beloningsbeleid aan de orde dient te komen. Hij is verheugd over het voornemen van de Commissie om in 2010 wetgevingsvoorstellen ter verbetering van de stabiliteit en de transparantie van derivatenmarkten in te dienen.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 7
L
Een nieuwe EU 2020-strategie

17. De EU staat voor belangrijke structurele uitdagingen. Daarom is tien jaar geleden de Lissabonstrategie geïnitieerd. Deze is nuttig geweest als kader voor het versterken van het Europese concurrentievermogen en het aanmoedigen van structurele hervormingen. Het moment is nu aangebroken om het effect van de Lissabonstrategie te evalueren en, bovenal, om vooruit te kijken. Tegen de achtergrond van de economische en sociale gevolgen van de crisis en de problemen in verband met de vergrijzende bevolkingen, toenemende ongelijkheid en de klimaatverandering, is er meer dan ooit behoefte aan een nieuwe benadering. Om het concurrentievermogen verder te verbeteren en het duurzame-groeipotentieel van de EU te vergroten, moet het beleid omgebogen worden naar langetermijnhervormingen als onderdeel van een ambitieuze en vernieuwde strategie.

18. In de aanloop naar de voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad moeten, voortbouwend op het reeds verrichte werk, de elementen voor deze EU 2020-strategie worden bepaald en moet worden nagegaan hoe kan worden gezorgd voor houdbare overheidsfinanciën met behoud van investeringen en sociaal welzijn, hoe inclusieve en efficiënte arbeidsmarkten tot stand kunnen worden gebracht, hoe de interne markt verder kan worden versterkt en hoe de wederzijdse voordelen van externe handel en openheid ten volle kunnen worden benut. Andere aan de orde zijnde belangrijke vraagstukken houden verband met de voordelen van een groenere economie, de verbetering van het ondernemingsklimaat, met name voor het mkb en de industriële basis, en de versterking van de kennisbasis in onze economieën, onder meer met betrekking tot onderzoek en innovatie. In dit verband moet al het mogelijke worden gedaan om economische, sociale en territoriale cohesie en gendergelijkheid te bewerkstelligen.
19. Tegelijk vraagt de Europese Raad om een nieuwe bezinning op de te gebruiken methodiek. Er is behoefte aan een efficiëntere en transparantere governance-structuur, die gericht is op het bereiken van tastbare resultaten. In dit verband zijn maatregelen voor beleidsbewaking en
-evaluatie essentieel. Ook is verder beraad nodig over manieren om de coördinatie van het economisch beleid te verbeteren en over de beste manier om de aanbevelingen per land te gebruiken, de koppeling tussen nationale en EU-maatregelen te versterken en nationaal ownership te vergroten via een actievere betrokkenheid van de sociale partners en van de regionale en lokale autoriteiten.


Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 8
L

20. De Europese Raad neemt er nota van dat de Commissie een raadpleging over de toekomstige strategie heeft geïnitieerd en ziet er naar uit om zo vroeg mogelijk in 2010 een ambitieus voorstel te bespreken dat dan onder meer tijdens zijn voorjaarsbijeenkomst in hetzelfde jaar uitvoerig kan worden besproken.
Strategie voor duurzame ontwikkeling

21. Duurzame ontwikkeling blijft een van de fundamentele doelstellingen van de Europese Unie in het kader van het Verdrag van Lissabon. Zoals benadrukt in het verslag van het voorzitterschap over de toetsing in 2009 van de strategie van de Unie voor duurzame ontwikkeling (doc. 16818/09) zal deze strategie blijven dienen als langetermijnvisie, en het overkoepelend beleidskader vormen voor alle beleidsmaatregelen en strategieën van de Unie.
22. Een aantal niet-duurzame ontwikkelingen maken een snel optreden nodig. Er zijn aanzienlijke extra inspanningen noodzakelijk met het oog op klimaatmitigatie en -adaptatie, beperking van het hoge energieverbruik in de transportsector en het keren van het huidige verlies aan biodiversiteit en natuurlijke hulpbronnen. In de toekomst zal de nadruk meer moeten liggen op omschakeling naar een veilige en duurzame koolstofarme lage-inputeconomie. In toekomstige toetsingen moet duidelijker worden gespecificeerd welke maatregelen prioritair zijn. De governance, waaronder de mechanismen voor uitvoering, toezicht en follow-up, dient te worden aangescherpt, bijvoorbeeld door duidelijker verbanden te leggen met de toekomstige EU 2020-strategie en andere sectoroverstijgende strategieën.
23. De Europese Raad is ingenomen met het voornemen van de Commissie om, zoals vermeld in de Commissiemededeling van 17 oktober 2008, een Forum over ultraperifere regio's in te stellen, dat open staat voor alle lidstaten en ultraperifere gebieden. Het forum zal voor het eerst bijeenkomen op 27 en 28 mei 2010 in Brussel, en vervolgens om de twee jaar.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 9
L

24. De Europese Raad herinnert aan de doelstelling om een volledige begrotingsevaluatie uit te voeren, die alle aspecten van de uitgaven en inkomsten van de EU omvat. De Europese Raad verzoekt de Commissie met een verslag te komen opdat er richtsnoeren voor de prioriteiten voor 2010 kunnen worden verstrekt. De Europese Raad kijkt uit naar de presentatie door de Commissie van haar voorstel voor het volgende meerjarig financieel kader uiterlijk in juli 2011.
III. Het programma van Stockholm - een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger

25. De Europese Raad herhaalt dat hij vastbesloten is de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht verder te ontwikkelen ten dienste en ter bescherming van de EU-burgers en van degenen die in dat gebied wonen. Vijf jaar na het Haags programma is voor de Unie het moment gekomen om haar beleid te evalueren teneinde de nieuwe problemen daadwerkelijk te kunnen aanpakken, waarbij de door het Verdrag van Lissabon geboden kansen volledig worden benut. Daartoe heeft de Europese Raad een nieuw meerjarenprogramma voor de jaren 2010 - 2014 aangenomen, dat bekend staat als het programma van Stockholm.
26. De Europese Raad is van mening dat de prioriteit voor de komende jaren moet zijn de belangen en de behoeften van de burgers en de andere mensen voor wie de EU verantwoordelijkheid draagt, centraal te stellen. De uitdaging zal erin bestaan de veiligheid in Europa te garanderen en daarbij de fundamentele rechten en vrijheden en de integriteit te eerbiedigen. Het is van het grootste belang dat rechtshandhaving, maatregelen ter bescherming van de rechten van de persoon, rechtsstatelijkheid en internationale beschermingsregels coherent zijn en elkaar versterken. Het programma van Stockholm is gericht op de onderstaande prioriteiten.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 10
L

27. Bevordering van burgerschap en bescherming van de grondrechten: Het Europese burgerschap moet een tastbare realiteit worden. De ruimte van vrijheid, veiligheid en recht moet vooral één ruimte zijn, waar de grondrechten worden beschermd. De Schengenruimte moet verder worden uitgebreid. Respect voor de persoon en de menselijke waardigheid, alsook eerbiediging van de andere rechten uit het Handvest van de grondrechten en het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, zijn centrale waarden. Zo moeten de uitoefening van deze vrijheden en de persoonlijke levenssfeer van de burger ook over de nationale grenzen heen worden gevrijwaard, met name via de bescherming van persoonsgegevens. Er moet rekening worden gehouden met de specifieke behoeften van kwetsbare personen; de Europese burgers, maar ook anderen moeten hun specifieke rechten binnen en, in voorkomend geval, ook buiten de Europese Unie onverkort kunnen uitoefenen.
28. Een Europa van wet en justitie: De Europese rechtsruimte moet verder worden uitgebouwd om de huidige versnippering ongedaan te maken. In de eerste plaats moeten mechanismen worden ingevoerd die de burger gemakkelijker toegang tot de rechter geven, zodat hij zijn rechten overal in de Unie kan doen gelden. De samenwerking tussen, en de opleiding van, het justitieel personeel moeten eveneens worden verbeterd, en middelen moeten worden vrijgemaakt om de belemmeringen voor de erkenning van rechterlijke beslissingen in andere lidstaten weg te nemen.

29. Een beschermend Europa: Een strategie voor interne veiligheid moet worden ontwikkeld om de veiligheid binnen de Unie verder te verhogen en zo het leven en de integriteit van de Europese burgers te beschermen, en om georganiseerde misdaad, terrorisme en andere dreigingen het hoofd te bieden. De strategie moet erop zijn gericht de samenwerking inzake rechtshandhaving, grensbeheer, civiele bescherming, rampenbeheersing, alsook de justitiële samenwerking in strafzaken te versterken, teneinde Europa veiliger te maken. Daarnaast moet de Europese Unie op basis van solidariteit tussen de lidstaten opereren en onverkort gebruik maken van artikel 222 VWEU.

30. Toegang tot Europa in een geglobaliseerde wereld: Voor personen met een erkend legitiem belang om het grondgebied van de EU te betreden, moet toegang tot Europa effectiever en efficiënter worden. Tevens moeten de Unie en haar lidstaten alle burgers van de Unie veiligheid garanderen. Het geïntegreerde grensbeheer en de visumbeleidsmaatregelen moeten zo zijn geconcipieerd dat zij deze doelstellingen dienen.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 11
L

31. Een Europa van verantwoordelijkheid, solidariteit en partnerschap in migratie- en asielaangelegenheden: De ontwikkeling van een toekomstgericht, integraal Europees migratiebeleid, gebaseerd op solidariteit en verantwoordelijkheid, blijft voor de Europese Unie een essentiële beleidsdoelstelling. De effectieve implementatie van de gehele desbetreffende wetgeving moet ter hand worden genomen, en alle bevoegde agentschappen en bureaus moeten in stelling worden gebracht. Goed beheerde migratie kan alle belanghebbenden tot voordeel strekken. Het Europees pact inzake immigratie en asiel is een duidelijke basis voor de verdere ontwikkeling op dit gebied. Europa zal behoefte hebben aan een flexibel beleid, dat inspeelt op de prioriteiten en behoeften van de lidstaten, en migranten in staat stelt al hun mogelijkheden te benutten. De doelstelling om in 2012 een gemeenschappelijk asielstelsel tot stand te brengen, blijft overeind en mensen die bescherming behoeven, moeten toegang hebben tot juridisch sluitende en efficiënte asielprocedures. Nu de EU en vooral haar lidstaten aan de buitengrens, met name de zuidgrens, onder toenemende druk van illegale immigratiestromen komen te staan, moet deze immigratie, conform de conclusies van de Europese Raad van oktober 2009, worden voorkomen, beheerst en bestreden, zodat de EU kan blijven beschikken over geloofwaardige en houdbare immigratie- en asielstelsels.

32. De rol van Europa in een geglobaliseerde wereld - externe dimensie: Het belang van de externe dimensie van het EU-beleid in de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, zet de noodzaak kracht bij om dit beleid beter te integreren in het algemene beleid van de Europese Unie. De externe dimensie is van essentieel belang om de grote uitdagingen aan te kunnen, en de EU-burgers betere kansen te bieden om overal ter wereld te gaan werken en zaken te doen. De externe dimensie van vrijheid, veiligheid en recht is essentieel voor de succesvolle verwezenlijking van de doelstellingen van dit programma, en dient met name te worden meegenomen in, en volledig te sporen met alle andere aspecten van het buitenlandse beleid van de EU.

33. De Europese Raad verzoekt de Commissie een actieplan voor de uitvoering van het Programma van Stockholm in te dienen, dat uiterlijk juni 2010 moet worden aangenomen, en vóór juni 2012 een evaluatie halverwege voor te leggen.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 12
L
IV. De conferentie van Kopenhagen over klimaatverandering
34. De Conferentie van Kopenhagen biedt de internationale gemeenschap een historische kans om gezamenlijk het probleem van de klimaatverandering aan te pakken. De Europese Raad brengt het onderhandelingsstandpunt in herinnering dat hij op 30 oktober 2009 heeft aangenomen. Alle partijen moeten zich ten volle inzetten voor de totstandbrenging van een wereldwijd, alomvattend, ambitieus en politiek bindend akkoord in Kopenhagen, waarin alle bouwstenen van het actieplan van Bali aan bod komen en voortgebouwd wordt op de essentiële elementen van het protocol van Kyoto. Een noodzakelijke voorwaarde voor een akkoord in Kopenhagen is dat daarin algemeen aanvaarde en transparante internationale normen worden gehanteerd voor meten, verifiëren en rapporteren, teneinde te zorgen voor transparantie en nakoming van de toezeggingen, de maatregelen en de steun. Vanuit die optiek zal de Europese Unie de inspanningen ter verbetering van internationale milieugovernance ondersteunen. Het akkoord moet, bij voorkeur binnen zes maanden na de Conferentie van Kopenhagen, uitmonden in een juridisch bindend instrument voor de periode vanaf 1 januari 2013.
35. De Europese Raad verheugt zich in dit verband over de recente toezeggingen inzake emissiereductie van een aantal landen. Onze gezamenlijke doelstelling moet erin bestaan om, wat de opwarming van de aarde betreft, binnen het wetenschappelijk gefundeerde plafond van twee graden stijging te blijven. Een aantal partijen heeft nog geen voorstellen gedaan die aan deze doelstelling beantwoorden. De Europese Raad spoort de ontwikkelde landen aan dit onverwijld te doen en de ontwikkelingslanden, in het bijzonder de meer gevorderde, passende mitigatiemaatregelen te nemen.

36. De Europese Unie loopt voorop wat betreft de inspanningen ter bestrijding van klimaatverandering. Als onderdeel van een wereldwijde, alomvattende overeenkomst voor de periode na 2012 herhaalt de EU haar voorwaardelijk aanbod om tegen 2020 de reductie op te voeren tot 30% ten opzichte van de niveaus van 1990, op voorwaarde dat andere ontwikkelde landen zich tot vergelijkbare emissiereducties verbinden en dat ontwikkelingslanden een bijdrage leveren die in verhouding staat tot hun verantwoordelijkheden en respectieve vermogen.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 13
L

37. Het akkoord van Kopenhagen moet bepalingen bevatten die voorzien in onmiddellijke actie, te beginnen in 2010. De Europese Raad onderkent dat hiervoor grotere financiële steun nodig is. Internationale publieke steun voor een snelle start dient specifieke en afzonderlijke steun voor adaptatie, mitigatie, inclusief bosbouw, en capaciteitsopbouw, in te houden, met bijzondere nadruk op de kwetsbare en minst ontwikkelde landen. De EU roept de ontwikkelde landen op hun bijdrage aan deze steun bekend te maken, conform de conclusies van de Europese Raad van oktober. De EU is ervan overtuigd dat een totaalbedrag van 7 miljard euro per jaar zal worden bereikt. De EU en haar lidstaten zijn bereid om voor de jaren 2010 tot en met 2012 2,4 miljard euro per jaar aan snelstartfinanciering bij te dragen.
38. Voorts onderkent de Europese Raad dat een aanzienlijke stijging van de publieke en particuliere financiële stromen voor 2020 nodig is en herhaalt hij zijn conclusies van oktober 2009. In dit verband bevestigt de Europese Raad zijn toezegging om een billijk deel van de internationale overheidssteun voor zijn rekening nemen. V. Uitbreiding

39. De Europese Raad onderschrijft de conclusies van de Raad van 8 december 2009 over uitbreiding en het stabilisatie- en associatieproces. VI. Externe betrekkingen
Ontwikkeling

40. De Europese Raad onderkent de aanhoudende gevolgen van de economische crisis voor de armsten, herhaalt zijn toezeggingen in verband met officiële ontwikkelingshulp en zal op dit punt terugkomen tijdens zijn bijeenkomst in juni 2010 voorafgaand aan de VN-top.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 14
L
Oostelijk partnerschap en Unie voor het Middellandse Zeegebied
41. De Europese Raad juicht toe dat begonnen is met de implementatie van het Oostelijk partnerschap, nadat het op 7 mei 2009 tijdens de top in Praag gelanceerd is, en neemt met tevredenheid nota van alle onlangs genomen maatregelen en initiatieven om de betrekkingen tussen de EU en de partners te intensiveren en te verdiepen. De Europese Raad wijst op de inzet van de Europese Unie om de implementatie van het Oostelijk partnerschap in de hand te werken en politieke en sociaaleconomische hervormingen in de partnerlanden te bevorderen, waardoor zij nader tot de Europese Unie kunnen komen.
42. De Europese Raad wijst op het belang van het versterkte partnerschap tussen de EU en de mediterrane partnerlanden en verwelkomt de intensivering van de betrekkingen alsmede de inspanningen om de samenwerking en de dialoog verder uit te bouwen en de structuren van de Unie voor het Middellandse Zeegebied op te zetten. Iran

43. De Europese Raad neemt de aangehechte verklaring over Iran aan. Afghanistan

44. De Europese Raad neemt de aangehechte verklaring over Afghanistan aan.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 15
BIJLAGE I L
BIJLAGE I
VERKLARIG OVER IRA
De Europese Raad onderstreept dat de Europese Unie sinds 2004 ijvert voor een diplomatieke oplossing met betrekking tot de kwestie van het Iraanse kernprogramma. De Europese Raad spreekt er zijn diepe bezorgdheid over uit dat Iran tot dusver niets heeft gedaan om het vertrouwen van de internationale gemeenschap in het louter vreedzame karakter van zijn kernprogramma te herstellen. Het feit dat Iran in weerwil van zijn verplichtingen een clandestiene installatie voor de verrijking van uranium heeft gebouwd nabij Qom, en zijn verklaring dat het voornemens is nog meer installaties te bouwen, hebben de bezorgdheid van de Europese Raad nog doen toenemen. De Europese Raad roept Iran andermaal op zich onverkort en onverwijld te voegen naar zijn verplichtingen uit hoofde van de desbetreffende resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en de IAEA, en met name te voldoen aan de vereisten in de door de Raad van Beheer van de IAEA opgestelde resolutie van 27 november 2009.
De Europese Raad betreurt het dat Iran het niet eens is geworden met de IAEA over een regeling voor de levering van splijtstof voor de onderzoeksreactor in Teheran; zo'n regeling zou mede voor vertrouwen zorgen en tegelijk tegemoetkomen aan de Iraanse behoefte aan medische radio-isotopen.
De Europese Raad stelt met grote bezorgdheid vast dat Iran niet is ingegaan op herhaalde aanbiedingen van China, Frankrijk, Duitsland, Rusland, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en de hoge vertegenwoordiger van de EU, Javier Solana, om zijn kernprogramma en andere punten van wederzijdse zorg verder te bespreken. Hij blijft zich niettemin inzetten voor een diplomatieke oplossing voor de kwestie van het Iraanse kernprogramma. Het aanbod voor onderhandelingen blijft geldig.


Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 16
BIJLAGE I L
De Europese Unie zal alle aspecten van de Iraanse nucleaire kwestie blijven evalueren en spoedig een beslissing nemen over verdere stappen in het kader van de tweesporenaanpak. In dit verband blijft de Europese Unie bereid het gesprek met Iran aan te gaan met het oog op een via onderhandelingen tot stand gekomen oplossing voor de kwestie, mocht Iran concrete besluiten in die richting nemen. Het feit dat Iran zijn internationale verplichtingen nog steeds niet nakomt en blijkbaar geen belangstelling toont voor het voortzetten van de onderhandelingen, noopt echter tot een duidelijke reactie, ook via passende maatregelen. In overeenstemming met de tweesporenaanpak zal de Europese Unie een optreden door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ondersteunen indien Iran de samenwerking met de internationale gemeenschap inzake zijn kernprogramma blijft weigeren. De Europese Raad is bereid de nodige maatregelen te nemen om steun te verlenen aan dit proces van de VN-Veiligheidsraad te begeleiden. De Europese Raad verzoekt de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU om tijdens de volgende zitting van de Raad Buitenlandse Zaken na te gaan welke volgende stappen daartoe kunnen worden ondernomen. De Europese Raad herhaalt zijn ernstige bezorgdheid over de aanhoudende schendingen van de mensenrechten in Iran. De Europese Unie zal haar punten van zorg met de Iraanse regering blijven aankaarten en Iran herinneren aan zijn internationale verplichtingen, onder meer uit hoofde van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten. De Europese Raad drukt ook opnieuw zijn toenemende bezorgdheid uit over de situatie van personeelsleden van EU-missies en Europese burgers in Iran die onlangs hebben terechtgestaan, en blijft erop aandringen hen snel en onvoorwaardelijk vrij te laten. Elk optreden tegen een EU-lidstaat wordt beschouwd als een optreden tegen de gehele EU.

_____________________


Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 17
BIJLAGE II L
BIJLAGE II
VERKLARIG OVER AFGHAISTA
De Europese Raad herhaalt dat de EU zich krachtig zal blijven inspannen voor het bevorderen van stabiliteit en ontwikkeling in Afghanistan en Pakistan. In dit verband onderstreept de Raad dat de EU bereid is president Hamid Karzai bij te staan bij het nakomen van de toezeggingen die hij in zijn inaugurele rede gedaan heeft met betrekking tot vijf essentiële terreinen: veiligheid, corruptiebestrijding en goed bestuur, economische ontwikkeling met inbegrip van landbouw, vrede en verzoening, en regionale samenwerking. Dit vergt een nauwe en strategische coördinatie van de internationale inspanningen onder leiding van de Unama. De Europese Raad herinnert eraan dat de EU beslissende stappen heeft gezet om, door middel van haar actieplan voor de regio, het EU-optreden in Afghanistan en Pakistan te versterken, samenhangender te maken en in nauwer overleg te laten verlopen.
Het verheugt de Europese Raad dat president Obama onlangs heeft laten weten dat het engagement en de inzet van de Verenigde Staten in Afghanistan en Pakistan zullen worden versterkt. Deze aankondiging komt op een tijdstip waarop de internationale gemeenschap in haar geheel haar inspanningen opnieuw concentreert en intensiveert. De Europese Unie is bereid nauw samen te werken met Afghanistan, de Verenigde Staten en de regionale en andere partners van de internationale gemeenschap om de uitdagingen in Afghanistan aan te gaan.

Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 18
BIJLAGE II L
De Europese Unie wijst erop dat een alomvattende aanpak van de uitdagingen in Afghanistan volgehouden moet worden, op basis van een combinatie van politieke, civiele/ontwikkelings- en militaire instrumenten. Het belangrijkste is dat de regering van Afghanistan in staat moet worden gesteld om op nationaal en subnationaal niveau geleidelijk de volledige verantwoordelijkheid over te nemen voor de veiligheid, de stabilisering en de sociale en economische ontwikkeling van het land en concrete resultaten voor te leggen. In dit verband wijst de Europese Raad met bijzondere nadruk op de noodzaak van capaciteitsopbouw in Afghanistan. De Europese Unie en haar lidstaten besteden nu reeds bijna 1 miljard euro per jaar aan verschillende activiteiten op civiel, politiek en ontwikkelingsgebied in Afghanistan, bovenop de grote bijdragen die de EU-lidstaten via de ISAF op veiligheidsgebied leveren. De Europese Raad herhaalt dat de EU zich, onder andere via de politiemissie van de EU in Afghanistan, zal blijven inzetten ten behoeve van de Afghaanse politiële en justitiële sector.
Op 28 januari 2010 zal te Londen een internationale conferentie worden gehouden. De Europese Raad verwacht dat de Afghaanse regering dan duidelijke toezeggingen doet met betrekking tot bestuur, met name op subnationaal niveau, corruptiebestrijdingsmaatregelen, drugsbestrijding, re-integratie en sociaal-economische ontwikkeling en de totstandbrenging van hechte betrekkingen met de buurlanden en de regio. Van de internationale gemeenschap op haar beurt verwachten wij hernieuwde politieke steun voor veiligheid, bestuur en economische ontwikkeling, mede door middel van versterking van de internationale coördinatiestructuur. Deze conferentie zal dan een stap zijn naar de overdracht van verantwoordelijkheden aan de Afghaanse autoriteiten.
_____________________


Conclusies - 10/11 december 2009
EUCO 6/09 19
BIJLAGE III L
BIJLAGE III
LIJST VAN AAN DE EUROPESE RAAD VOORGELEGDE DOCUMENTEN

- Voortgangsverslag van het voorzitterschap aan de Europese Raad - Uitvoering van het Verdrag van Lissabon (doc. EUCO 5/09)

- Toetsing 2009 van de EU-strategie voor duurzame ontwikkeling - Verslag van het voorzitterschap (doc. 16818/09)

- Ministeriële verklaring: Tien jaar EVDB - Uitdagingen en kansen (doc. 15649/09 + COR1
+ COR2)

- Conclusies van de Raad van 8 december 2009 over het Uitbreidings- / stabilisatie- en associatieproces (doc. 17169/1/09 REV1)

- Door de Raad op 2 december aangenomen conclusies betreffende exitstrategieën (doc. 17066/09)

- Brief van de voorzitter van de Raad Ecofin betreffende de vorderingen met het financieel toezicht (doc. 17398/09)

- Het programma van Stockholm - een open en veilig Europa ten dienste en ter bescherming van de burger (doc. 17024/09)

- Door de Raad op 16 november 2009 aangenomen conclusies over geïntegreerd maritiem beleid (doc. 15175/1/09 REV1)

______________________