Rechtbank Amsterdam


GVB mag dragen van kettingen verbieden

Amsterdam, maandag 14 december 2009 - Het Gemeentelijk Vervoerbedrijf Amsterdam mag medewerkers verbieden tijdens werktijd zichtbaar kettingen over het uniform te dragen. Of daar een (religieus) symbool aanhangt doet niet ter zake. De rechter acht dit kledingvoorschrift niet onredelijk met het oog op de vereiste veiligheidsmaatregelen en de wens van een uniforme en professionele uitstraling. Volgens de rechter is discriminatie naar geloof in deze zaak niet aan de orde omdat het gaat om een algemeen verbod om kettingen over het uniform te dragen en het medewerkers van het GVB vrij staat om op andere gepaste wijze uiting te geven aan hun geloofsovertuiging, bijvoorbeeld door middel van een armband of ring met kruis.

Vragen en antwoorden over de zaak

Waar gaat het geschil precies over?

Een tramconducteur bij het gemeentelijke vervoerbedrijf wordt verboden zichtbaar een ketting met kruis te dragen tijdens het uitoefenen van zijn functie. De conducteur acht dit voorschrift discriminerend aangezien vrouwelijke moslims die bij hetzelfde bedrijf werken wel toegestaan wordt hoofddoekjes te dragen en daarmee in staat worden gesteld in het openbaar hun geloofsovertuiging te uiten.

Over welke rechtsvraag heeft de rechter zich gebogen?

Bij de GVB gelden kledingvoorschriften. Eén van de voorschriften luidt dat tijdens diensttijd kettingen onder in plaats van zichtbaar boven het uniform gedragen dienen te worden. Of daar een kruis of ander (religieus) symbool aan hangt doet niet ter zake. De rechter heeft beoordeeld of dit kledingvoorschrift in zijn algemeenheid en in dit geval als redelijk kan worden beschouwd.

Wat heeft de rechter geoordeeld?

De rechter acht het kledingvoorschrift van de GVB redelijk. Het voorgeschreven uniform is bedoeld om het bedrijf een professionele uitstraling te geven en de herkenbaarheid van het personeel te vergroten. Met het oog daarop en om redenen van veiligheid mag het GVB verbieden dat het personeel tijdens werktijd zichtbaar kettingen draagt, dus boven het uniform. Of daar een kruis of ander religieus symbool aanhangt doet niet ter zake. Ook in het concrete geval van de eiser niet.

Is hier sprake van discriminatie naar geloof?

Nee, de rechter heeft bepaald dat het hier gaat om een algemeen verbod om kettingen boven kleding te dragen. Het staat de werknemers vrij op andere gepaste wijze uiting te geven aan hun geloofsovertuiging, bijvoorbeeld door het dragen van een ring of een armband met kruisje. Deze laatste mogelijkheden zijn door het GVB aan de conducteur aangeboden, maar door hem van de hand gewezen.

Maar hoofddoekjes zijn wel toegestaan bij het GVB?

Het GVB staat het dragen van een specifieke hoofddoek met GVB-logo als onderdeel van het uniform toe. Het verbod om zichtbaar kettingen te dragen is hiermee niet in strijd. Er is geen sprake van schending van het verbod op discriminatie vanwege godsdienst. Het is immers geoorloofd om op andere wijze uiting te geven aan de geloofsovertuiging.

LJ Nummer

BK6378
Zie het origineel

Bron: Rechtbank Amsterdam Datum actualiteit: 14 december 2009 Naar boven