Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap


Datum 14 december 2009
Betreft Onnodig lange en onduidelijke aanwijzings- en accreditatietrajecten voor onderwijsinstellingen voor een Leven Lang Leren

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Pechtold (D66) over onnodig lange en onduidelijke aanwijzings- en accreditatietrajecten voor onderwijsinstellingen voor een Leven Lang Leren.

de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

dr. Ronald H.A. Plasterk

a
na 1 van 4 Pagi





Vraag 1 Datum Kunt u aangeven waarom de Hogeschool Wageningen, ondanks positieve

adviezen van het Netherlands Quality Agency (NQA) en de Nederlands Vlaamse Onze referentie Accreditatie Organisatie (NVAO), nog steeds geen aanwijzing, respectievelijk HO&S/BL/163343 accreditatie, heeft verkregen?

Antwoord
De procedure tot aanwijzing van een hogeschool is beschreven in de beleidsregel aanwijzing instellingen hoger onderwijs. In die procedure is een rol gegeven aan de NVAO en aan de inspectie. De positieve adviezen van NQA en NVAO op zich zijn nog niet voldoende voor het verkrijgen van de status van aangewezen instelling met geaccrediteerd onderwijs. De NVAO speelt in de aanwijzingsprocedure een rol: zij beoordeelt het onderwijs op kwaliteit door het vereiste dat een opleiding gedurende een periode verzorgd moet zijn ( de zogenaamde cycluseis), gevisiteerd moet zijn en met positief resultaat een accreditatieprocedure moet kunnen doorlopen. De procedure die de NVAO hierbij volgt, wordt geregeld in de beleidsregel aanwijzing instellingen hoger onderwijs. Daarin is aangegeven dat een verzoek tot aanwijzing vergezeld moet gaan van een aantal stukken, waaronder een rapport van een Visiterende en Beoordelende Instantie (VBI). Dit is nader uitgewerkt in het Protocol aanwijzingsprocedure uit 2004.
Daarnaast is het voor aanwijzing van een instelling noodzakelijk dat de instelling van het vereiste niveau is en voldoet aan overige wettelijke eisen, zoals de voorschriften omtrent de examencommissie en de omvang van de opleiding. Voor aanwijzing moet daarom ook een advies van de Inspectie van het Onderwijs beschikbaar zijn en een besluit tot aanwijzing van de minister. De inspectie heeft de procedure nog niet afgerond.

Vraag 2
Is het waar dat het aanwijzings- en accreditatieproces van de Hogeschool Wageningen begin 2007 is gestart? Deelt u de mening dat het, mede gelet op de belangen van betrokken studenten, niet langer dan twee jaar zou mogen duren voordat een onderwijsinstelling dit proces kan afronden? Uitgaande van het belang van voldoende aanbod van goede opleidingen voor de Nederlandse ambities op het gebied van Leven lang Leren, deelt u toch de mening dat juist ook het gebruik van elders verworven competenties (EVC) een zeer belangrijke rol speelt?

Antwoord
Het is juist dat de visitatie van de hbo-bacheloropleiding Bedrijfskundige Informatica in 2007 door de Hogeschool Wageningen ter hand is genomen. Na het NVAO-advies van 10 juni 2008 is het verzoek om aanwijzing op 18 juli 2008 bij OCW ingediend. Toen vervolgens bij de voorbereiding van de advisering door de inspectie bleek dat de Hogeschool Wageningen niet zou voldoen aan de vereisten voor aanwijzing heeft de hogeschool zelf het verzoek ingetrokken. De genoemde periode die in 2007 is ingegaan is dan ook door de aanvrager onderbroken. Het aantonen van voldoende kwaliteit van het initiële onderwijs is een belangrijke voorwaarde voor aanwijzing. In verband met de cycluseis moet een hbo- bacheloropleiding gedurende een periode van ten minste drie jaren daadwerkelijk in de praktijk zijn verzorgd. Alleen al hierom kan het proces niet altijd binnen twee jaar worden afgerond. Het verkrijgen van een aanwijzing impliceert dat de

Pagina 2 van 4





instelling kwalitatief goed onderwijs verzorgt aan studenten en hen opleidt tot een Datum graad waaraan civiel effect is verbonden.

Dit is wat anders dan EVC. Bij EVC gaat het om individuen die hun bestaande Onze referentie kwaliteiten laten beoordelen en vastleggen in een Ervaringscertificaat. EVC is HO&S/BL/163343 inderdaad van grote betekenis bij het bevorderen van een Leven Lang Leren. Een

student kan met EVC vrijstelling verkrijgen voor het doen van een of meer tentamens. Daarmee wordt voor hem of haar een efficiënte, want kortere, leerweg gecreëerd. Dat is het belang van EVC. Doel van EVC is niet dat een instelling slechts een deel van een opleiding aanbiedt of hoeft aan te bieden.

Vraag 3
Wat gaat u doen om snel helderheid te geven aan de Hogeschool Wageningen? En wat gaat u doen om onnodig lange en onduidelijke combinaties van aanwijzings- en accreditatietrajecten voor alle onderwijsinstellingen voor Leven lang Leren in de toekomst te voorkomen, daarbij in aanmerking nemend dat ook onder de nieuwe wetgeving Versterking besturing er eenzelfde soort erkenningsprocedure voor de dan zogeheten rechtspersoon voor hoger onderwijs zal gaan gelden?

Antwoord
Zodra ik na het advies van de NVAO ook het advies van de inspectie heb ontvangen, zal ik zo spoedig mogelijk over het verzoek tot aanwijzing beslissen. Onderwijsaanbieders die na inwerkingtreding van het wetsvoorstel Versterking besturing opteren voor de status van rechtspersoon voor hoger onderwijs kunnen de `erkenningsprocedure' zonder vertraging doorlopen als zij zich tijdig vergewissen van het wettelijke vereiste over het daadwerkelijk verzorgen van initieel onderwijs gedurende de vereiste periode (de cycluseis). In de memorie van toelichting (Kamerstukken II, 2008-2009, 31821, nr. 3, pag. 40) is hierover het volgende opgenomen: "Net als in de huidige situatie zal sprake moeten zijn van `bewezen kwaliteit' vergelijkbaar met een accreditatieprocedure. (..) Deze bewezen kwaliteit impliceert dat de opleiding voorafgaand aan de aanvraag om een toets nieuwe opleiding al enige jaren verzorgd moet worden (feitelijke verzorging zonder formele erkenning, de huidige zogenoemde volkomen cycluseis)."
Met Versterking besturing veranderen de wettelijke vereisten waaraan de inspectie toetst weliswaar op een beperkt aantal punten, maar zal de inspectie opnieuw de toetsende rol hebben ten aanzien van de naleving van de wettelijke vereisten.
Hierna zal - net als in de huidige situatie - de minister blijven beslissen. Overigens zal de procedure voor een onderwijsaanbieder die reeds een verzoek heeft ingediend, zoals de Hogeschool Wageningen, worden doorlopen volgens de huidige aanwijzingsprocedure. Ik zal aandacht schenken aan de voorlichting over de nieuwe `erkenningsprocedure'.

Vraag 4
Kunt u garanderen dat aan de Hogeschool Wageningen op dit vlak geen zwaardere eisen worden gesteld in vergelijking tot die voor bekostigde en andere aangewezen instellingen? Zo ja, hoe verhoudt zich dat dan tot de bezwaren die de onderwijsinspectie in december 2008 voor het eerst heeft opgeworpen en die zijn gebaseerd op een restrictieve uitleg van de Wet hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW)?

Pagina 3 van 4





Antwoord Datum Ja, dat kan ik garanderen. Blijkens het eerdere onderzoek van de inspectie

voldeed de Hogeschool Wageningen op verschillende punten niet aan de Onze referentie wettelijke vereisten. Zo dient een hbo-bacheloropleiding een studielast van 240 HO&S/BL/163343 studiepunten te omvatten en dient dit programma daadwerkelijk te zijn verzorgd.

Ten aanzien van onderhavige casus verwacht ik spoedig het advies van de inspectie te ontvangen nu de NVAO op 22 september 2009 een nieuw advies heeft uitgebracht naar aanleiding van het door de Hogeschool Wageningen op 27 juli 2009 gewijzigde en verbeterde aanvraagdossier.

Vraag 5
Bent u het eens met deze restrictieve wetuitleg van de Inspectie en zo ja, waarom? Wat is in dat geval uw oordeel over de positieve oordelen van de NVAO en NQA?

Antwoord
Uw mening dat de inspectie zich baseert op een restrictieve uitleg van de WHW deel ik niet. De toets van de inspectie omvat de voorschriften die voor alle `erkende' instellingen gelden en die essentieel zijn voor het op verantwoorde wijze verzorgen van hoger onderwijs. Zij handelt daarbij in vergelijkbare gevallen op steeds dezelfde wijze. De positieve adviezen van de NVAO en NQA zijn één van de onderdelen van de aanwijzingsprocedure. De inspectie komt tot een eigenstandige afweging die bovendien meer omvat dan de beoordeling van de kwaliteit door de NVAO. Het is noodzakelijk dat naast een positief advies van de NVAO over de kwaliteit van de hbo-opleiding Bedrijfskundige Informatica de inspectie tot een positief advies komt over de naleving van de geldende voorschriften.

Pagina 4 van 4