Gemeente De Marne


Afscheidstoespraak burgemeester Stam, uitgesproken tijdens de raadsvergadering van 11 december 2009

In 1974 verscheen er een boek helemaal niet zo makkelijk te volgen was maar dat in die tijd een hype veroorzaakte, dat heette toen een rage, waarschijnlijk. Ik doel op Zen, en de kunst van het motorfietsenonderhoud. (Pirsig)
Een van de passages in dat boek gaat over het volgende: en ik citeer vrij vertaald

Een leerlinge komt bij de leraar, en zegt een opstel te willen schrijven dat gaat over de Verenigde Staten; een opstel van 500 woorden.
Ze kan echter niet op gang komen, want weet niet wat ze over het onderwerp moet zeggen, en ze vraagt om raad.

De leraar zegt: versmal het onderwerp tot de stad waar je vandaan komt, en schrijf daar over.

Na een week komt de studente terug met de sombere mededeling dat ze niets over het onderwerp weet te zeggen.

Dan adviseert de leraar: beperk je tot de hoofdstraat van de stad waar je vandaan komt.

Maar ook dat helpt niet. Weer een week later is ze in een toestand van ontreddering en tranen: ze weet werkelijk niet wat ze moet schrijven.

Dan wordt de leraar boos en zegt:
Je kijkt niet. Elk feit bevat een oneindigheid aan hypothesen. Hoe meer je kijkt,
hoe meer je ziet. Beperk je tot de voorgevel van één gebouw in de hoofdstraat van de stad waarin je woont, en begin met de eerste steen links boven.

Een week later komt de studente terug met een opstel van 5000 woorden.

Tot zover het citaat.

Nadenkend over mijn afscheid van de Marne, en mijn functie in het openbaar bestuur, en dit moment, waarop ik u zou toespreken, kwam ik op dit verhaal.

Iedere burgemeester oefent zijn vak uit op zijn eigen manier. Ik ook. En de passage waarmee ik begon, past bij de manier waarop ik heb gewerkt.

Nieuwsgierig (en hoe beter je kijkt hoe meer je ziet)

Maar ook: met gevoel voor spiritualiteit, en een licht filosofische aard,
gecombineerd met een praktische inslag.

En daardoor de concrete situatie kiezend als uitgangspunt en als bron van inspiratie.

De concrete situatie in Nederland en dus ook in De Marne is anders dan 11 jaar geleden, toen ik aantrad. De welvaart is intussen toegenomen, en het geluksgevoel van de Nederlander is onverminderd hoog. De discussie wordt echter bepaald door populisme in de politiek, vreemdelingenangst,
het failliet van het neoliberalisme
en het vermeende onvermogen van politici.
Daar komt nog bij: bezuinigingen en terugloop van bevolking.

Het is nogal wat. Maar het is wel de situatie waarin wij leven, en concrete feiten en opgaven moeten ook nu de inspiratiebron zijn voor ons handelen. Deze tijd is spannend, veranderingen zijn spannend en vragen moed.

Wanneer je voor het laatst kunt spreken, ligt er een keuze voor: moet het gaan over het verleden, (wat heb je allemaal beleefd,) of over de toekomst (wat geef je iedereen nog mee)
Ik heb besloten niet te gaan uitwijden over alle problemen die we hebben moeten oplossen in de afgelopen jaren, van hoog water tot mega-brand, en van MKZ tot vogelgriep, maar mij te bepalen tot het hier en het nu. Mijn afscheid.

In het college hebben we veel lief en leed gedeeld. En hoe lastig ook: we zijn er altijd goed uitgekomen. Dat hebben we met een dikke zoen kunnen bezegelen, afgelopen dinsdag. Dat kan alleen als je wat met elkaar hebt, of krijgt, en waardeert wat elk inbrengt, op zijn eigen wijze.

Een sterk bestuur heeft behoefte aan een sterke raad. Ik ben lang genoeg volksvertegenwoordiger geweest om niet te weten hoe lastig het is om daarin je weg te vinden. Ik heb me in die zin altijd van de raad gevoeld.
In een goede sfeer met elkaar tot zaken komen kan ook na een scherp debat.
U hebt mij altijd veel ruimte gegeven ik kon daarbinnen mezelf zijn met alle lastige kanten van een eigenwijs en als ze de kans krijgt sterk sturend mens.

Een leuke kant aan het dualisme is dat we een bijzondere vice-voorzitter hetbben gekregen.
Marinus, een halve heiligverklaring had ik van jou niet verwacht, maar zo uitweiden over alle minpuntjes had ook weer niet gehoeven.

Gisteren heb ik afscheid genomen van de organisatie, van de mensen met wie ik dagelijks werk.
Plezier in je werk ligt niet alleen in de aard van het werk zelf, het is ook: onderdeel te zijn van een groep die tesamen iets voor elkaar probeert te krijgen. Dat ga ik missen. Hen ga ik missen. U ga ik missen.

Hartstochtelijk heb ik het belang gediend van de gemeente, en van dit gebied,
Noord Groningen, alhoewel niet op elk onderwerp bevlogen, en vaak ook uit het zicht.

Het was een voorrecht hier burgemeester te zijn. 11 jaar lang voelde dit als mijn gebieden ik weet zeker : dat gevoel gaat niet meer weg. Ik ga hier niet meer weg.

Ik heb hier mensen leren kennen die deel zijn gaan uitmaken van mijn leven heel dichtbij natuurlijk Michiel maar ook anderen, en natuurlijk de vrienden om ons heen, en zo is deze periode in mijn leven heel gelukkig en vruchtbaar geworden.

Dit alles heeft mij het gevoel gegeven rijk te zijn: rijk door wat ik heb mogen doen,
rijk door wat - mede door mijn werk- tot stand is gebracht, rijk doordat ik zoveel interessante en leuke mensen heb leren kennen.

De mensen van brandweer en politie, hier en in de regio, de rampbestrijding, en daarin ook de Friese connectie; mijn collegas die zon vertrouwde groep geworden zijn; die liebe Freunden aus Dötlingen,
de vertegenwoordigers van Defensie;
de verenigingen van dorpsbelangen waarmee gestreden en gelachen werd; de clubs die ik geregeld meemaakte, in feesten en openingen, tentoonstellingen, kermis en carnaval, ondernemers, musea, iedereen die ik heb meegemaakt in besturen buiten mijn werk, van kunst tot corporatie,
iedereen die ik heb leren kennen bij vraagstukken rond het waddenbeleid,
van LNV tot waddenvereniging, en in het rcw ook de collegas uit Friesland en Noordholland.
de commissaris van de koningin
gedeputeerden en ambtenaren van de provincie Groningen de buren uit Friesland, en Winsum en Bedum
oude en nieuwe vrienden,
mensen met wie ik hier in het gemeentehuis heb gewerkt, collegeleden,
raadsleden
jullie maken me rijk, zo hier om mij heen
en ik dank jullie daarvoor allen uit de grond van mijn hart.

Ik voel mij ook rijk omdat zoveel mensen van wie ik hou hier zijn. Giel
Mijn kinderen
Judith die stoer op haar motor weekend na weekend kwam aanrijden en tijd en vrije dagen heeft opgeofferd om het gemeentehuis om te toveren tot een feestzaal,
Vybeke, Focko, Alexander en Jouk, en alle 4 de kleindochters mijn zus, mijn broers, en mijn schoonfamilie


- heerlijk dat jullie er bij wilden zijn.

Afscheid is een beetje sterven, zegt het Franse lied sterven aan alles wat je lief is
je laat een beetje van jezelf
in elk uur, op elke plek

het is altijd de rouw om wat je had gewild,
om het laatste vers van een gedicht;
afscheid is een beetje sterven
aan alles wat je lief is sterven.

Dan ga je weg, het lijkt een spel/ tot aan het laatst vaarwel; je zaait je ziel bij elk adieu
partir, cest mourir un peu.

Maar na het afscheid komt ook weer: het nieuwe begin. Koos Wiersma, de nieuwe burgemeester, die op zijn manier leiding gaat geven ; nieuwe input, en nieuwe inspiratie. Succes met elkaar! Voorwaarts in alle richtingen.

En ook ik ga verder.
Met oude dingen en met nieuwe vragen.
En ik heb er óók zin in.
Het begon al een beetje te tintelen, de afgelopen weken een nieuw leven én een nieuw begin dat langzaam nader komt.

Anna Achmatova, Russisch dichteres zegt het zo:

Vlak voor de lente zijn er van die dagen:
Het veld komt, onder dichte sneeuw, op adem,
Het is alsof de dorre takjes spelen,
De warme wind voelt soepel aan en teder.
Je lichaam is gewichtloos en verrassend,
en ook je huis is onherkenbaar anders.
En, wat je tot vervelens hebt gezongen
Klinkt nu weer nieuw je zingt uit volle borst.

(uit: In andermans handen (1913))

Dan is nu het moment voor de overdracht lijkt me zo.