Ingezonden persbericht


Persbericht

Pb 09-111

Nijmegen, 14 december 2009

Radboud Universiteit werkt samen met GGZ-instellingen aan nieuwe opleidingen voor hulpverleners en academische werkplaatsen voor geestelijke gezondheidszorg

'Gezondheidszorg wordt niet beter van wetenschap alleen'

Geestelijke gezondheidszorg wordt niet beter door toepassing wetenschappelijke richtlijnen alleen. Natuurlijk, de zorg kan niet zonder toepassing van wetenschap. Steeds meer interventies zijn 'evidence based', gebaseerd op bewezen werking. Maar het is naïef te veronderstellen dat vertaling van deze kennis naar de praktijk, de zorg automatisch beter maakt. Dat stelt Giel Hutschemaekers, hoogleraar geestelijke gezondheidszorg aan de Radboud Universiteit Nijmegen in zijn oratie op donderdag 17 december.

De geestelijke gezondheidszorg staat onder druk: veel vraag, lange wachtlijsten, te weinig goed geschoolde behandelaars en zorg die niet altijd passend is. Om tekortkomingen op te heffen, vinden binnen de GGZ op dit moment op grote schaal innovaties plaats. Nieuwe interventies worden geïmplementeerd en organisatievormen worden aangepast. Veelal zijn deze vernieuwingen gebaseerd op uitkomsten van wetenschappelijk onderzoek.

Hutschemaekers onderschrijft het grote belang van deze innovaties voor de praktijk. Maar, zo stelt hij, de resultaten zijn veel minder positief dan op basis van de oorspronkelijke studies verwacht had mogen worden. Dat verschil tussen ideaal en werkelijkheid staat in de literatuur bekend onder de noemer van efficacy versus effectiveness. Dit verschil heeft deels te maken met onmacht van professionals en organisaties, maar de oorzaak ligt ook dieper. Tussen wetenschap en praktijk gaapt nog een groot gat, waardoor sommige evidence based interventies het slechter doen in de praktijk en andere die minder evidence based zijn het juist beter doen. Als voorbeeld noemt Hutschemaekers de eerstelijnsgeneeskunde. Ook wijst hij op een aantal nare bijwerkingen van verwetenschappelijking zoals verminderde toegankelijkheid en beschikbaarheid van zorg. 'Sommige patiëntengroepen gaan er zelfs op achteruit'.

Ervaren hulpverleners diagnostiseren niet beter of slechter dan beginners maar vooral anders

Ook het opbouwen van klinische expertise door scholing en veel doen (ervaring) leidt niet automatisch tot verbetering van zorg. Voorbeelden daarvan zijn diagnostische en behandelvaardigheden van professionals. Onderzoek laat zien dat hulpverleners aan het begin van hun opleiding het gemiddeld genomen helemaal niet zo veel slechter doen dan ervaren diagnostici. Dat komt omdat ze nog volgens 'het boekje ' van de wetenschap werken. Hulpverleners in opleiding blijken ook goede resultaten te boeken met geprotocolleerde standaardbehandelingen. Hutschemaekers: 'Ervaren hulpverleners werken volgens een andere logica: ze vertrouwen meer op hun eigen klinische intuïtie, zijn meer gefocust op uitzonderingen en werken veel sneller en doelgericht. Daardoor lijkt dat ze minder systematisch te werk gaan en wat nonchalanter zijn in het toepassen van therapeutische regels. Ervaren therapeuten werken misschien meer intuïtief, ze weten vanwege hun ervaring om te gaan met complexe problematiek en patiënten die niet beter worden. Daarbij zijn ze in staat om in a split second een afweging te maken, hetgeen in complexe situaties nodig is. Op zo'n moment moet je snel en adequaat kunnen ingrijpen. Beide aanpakken zijn nodig, daarom is het leren in de praktijk van de geestelijke gezondheidszorg ook zo belangrijk '.

ProCES nieuw opleidings- en onderzoekscentrum GGZ instelling

Wetenschap en praktijk hebben elkaar nodig voor verbetering van zorg en verdieping van kennis. Juist in de erkenning van die verschillen liggen aanknopingspunten voor verbetering, meent Hutschemaekers . Onderzoek in de zorgpraktijk levert aanwijzingen voor een betere enting van evidence based richtlijnen op de zorgpraktijk. Directe feedback aan hulpverleners over de effecten van hun interventies stuurt het leren van professionals. Mediators zijn nodig om dat proces te faciliteren. ProCES, het nieuwe opleidings- en onderzoekcentrum van de geïntegreerde GGZ-instelling in de regio Arnhem Nijmegen, gaat die mediation ten uitvoer brengen, samen met het Academisch Centrum Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit. ProCES gaat onderzoek doen naar effectieve interventies, betere zorg voor langdurig zieke psychiatrische patiënten en systematische monitoring van voortgang en uitkomsten van individuele behandeltrajecten. Donderdag 17 december gaat ProCES van start.

Academische werkplaatsen voor angststoornissen, jeugdzorg en eerstelijnszorg

Het Academisch Centrum Sociale Wetenschappen van de Radboud Universiteit is het opleidingscentrum voor de beroepsopleidingen tot psycholoog. Het beschikt over een polikliniek en enkele instituten voor praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek. In het Academisch Centrum worden nieuwe academische werkplaatsen ingericht voor jeugdzorg, eerstelijnszorg en behandeling van angstoornissen. Ze brengen wetenschappelijke kennis en beroepservaring bij elkaar met als doel betere zorg voor patiënten, betere opleidingen voor hulpverleners en beter academisch onderzoek.

Giel Hutschemaekers (51), is hoogleraar geestelijke gezondheidszorg aan de Radboud Universiteit Nijmegen en directeur van het Academisch Centrum Sociale Wetenschappen. Hij is verantwoordelijk voor de post-initiële beroepsopleidingen en voor de polikliniek van de faculteit der sociale wetenschappen. Hutschemaekers is directeur van ProCES, het Pro Persona Centre for Education and Science. Pro Persona is een grote geïntegreerde GGZ-instelling in de regio Arnhem Nijmegen.