Datum 14 december 2009
Betreft Amendement TK 32 123 XIV, nr. 78 betreffende cofinanciering LFA's
Geachte Voorzitter,
Tijdens het Algemeen Overleg van woensdag 9 december jl. ter voorbereiding op
de komende Landbouw- en Visserijraad, heeft uw Kamer mij gevraagd schriftelijk
nadere informatie te geven over de afspraken die ik heb gemaakt met de provincies
over de cofinanciering van de LFA-gebieden de Noordelijke Friese Wouden en het
Westerkwartier in Groningen.
Comité van Toezicht Plattelandsontwikkelingsprogramma (CvT POP)
Het aangepaste Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP2) is op 15 juli 2009 door
mij aan de Europese Commissie ter goedkeuring aangeboden op basis van de
afspraken tussen provincies en LNV in het onder andere daarvoor ingestelde Comité
van Toezicht voor het Plattelandsontwikkelingsprogramma (CvT POP). Dit
goedkeurend Comité van Toezicht vond plaats op 29 juni 2009. Daaraan vooraf
gingen twee Algemeen Overleggen met uw Kamer op 27 mei en 10 juni 2009.
Over de cofinanciering van LFA-gebieden zijn afspraken gemaakt in het
bovengenoemde Comité van 29 juni. Op uw verzoek stuur ik u bijgevoegd het
verslag van het betreffende agendapunt. Aangezien het Comité sinds 29 juni niet
meer heeft vergaderd, zal het verslag tijdens de eerstvolgende vergadering formeel
worden vastgesteld. Het verslag is opgesteld door het Regiebureau POP, dat als
secretariaat fungeert van het Comité van Toezicht. Het Regiebureau POP is een
interbestuurlijke programmadirectie van de gezamenlijke provincies en het
ministerie van LNV.
In dit verslag vraag ik uw bijzondere aandacht voor de volgende passage: "De
minister geeft aan dat voor wat betreft het issue van de financiering van de LFA-
gebieden, die zij voortaan wil aanduiden als maatschappelijk waardevolle gebieden,
voor een andere oplossing gekozen zal worden: de nieuwe gebieden zullen
gefinancierd worden uit de zogenaamde `correctiegelden' en met 50% nationale
cofinanciering betaald gaan worden. De nationale cofinanciering dient door de
betreffende provincies verzorgd te worden." De aanwezige vertegenwoordiger van
de provincies heeft hiermee ingestemd.
Pagina 1 van 6
De wijziging van het POP2 om het extra budget als gevolg van de Health Check te GLB
programmeren, is in een notitie voor de vergadering van het Comité gedetailleerd
beschreven. In deze notitie is per maatregel uitgebreid aangegeven wat het doel
van de inzet is, welk budget hiervoor uitgetrokken wordt en door wie (EU, LNV of Datum
14 december 2009
provincies) dit wordt geleverd. Voor de twee LFA-gebieden is in deze notitie
aangegeven dat het om een budget zou gaan van 12,8 miljoen euro, waarvan de
EU 9,6 mln. (75%) en de provincies 3,2 mln. (25%) voor hun rekening zouden
nemen. In de stukken is bovendien aangegeven dat de Europese Commissie
ambtelijk al had aangegeven niet in te zullen stemmen met de keuze van
Nederland om de inzet op maatschappelijk waardevolle gebieden via het LFA-
instrument (maatregel 212) toe te rekenen aan de nieuwe uitdaging biodiversiteit.
Daarmee zou de mogelijkheid vervallen om gebruik te maken van het lagere
cofinancieringspercentage van 25%. Uit het bijgevoegde onderdeel uit het verslag
van het Comité van Toezicht kunt u opmaken dat de aanwezige vertegenwoordiger
van de Europese Commissie dit voorbehoud ter vergadering heeft bevestigd. De
provincies waren informeel al vóór de vergadering van het Comité van Toezicht op
de hoogte van de mogelijke terugvaloptie om de betreffende gebieden met 50%
cofinanciering te moeten bekostigen, waardoor mijn mededeling daarover voor hen
ook geen verrassing was.
Ik hecht eraan hier op te merken dat de wijzigingsvoorstellen van begin tot eind op
ambtelijk niveau intensief met de provincies zijn voorbereid en instemming hebben
gekregen.
Ontwikkelingen bij de uitwerking van het definitief ingediende voorstel
Na de instemming van het Comité van Toezicht met het gehele wijzigingsvoorstel
voor het POP2 is de wijziging verder uitgewerkt, waarbij ook de wensen van uw
Kamer zijn verwerkt (zoals de motie Waalkens om meer geld beschikbaar te stellen
voor akkerrandenbeheer; TK 28625, nr. 81). Voor de LFA-gebieden is rekening
gehouden met het standpunt van de Europese Commissie en is de verhouding
tussen Europese en nationale financiering aangepast naar 50/50. Maar de aan te
wijzen oppervlakte is ook naar beneden bijgesteld, op aangeven van de betrokken
provincies. Dat heeft ertoe geleid dat in het wijzigingsvoorstel dat ter goedkeuring
aan de Europese Commissie is aangeboden op 15 juli, een totaalbedrag van 7,5
mln. euro voor LFA is opgenomen, waarvan de helft voor rekening van de
provincies komt (3,75 mln. euro). Als gevolg van het naar beneden bijstellen van
de LFA-oppervlakte betekent de verhoging van het nationale
cofinancieringspercentage van 25 naar 50% dat de totale uitgaven voor de
provincies over een periode van 4-6 jaar met slechts 525.000 euro toenemen.
Vanzelfsprekend zijn deze uiteindelijk doorgevoerde wijzigingen in het POP2
voorafgaand aan de definitieve indiening met de provincies afgestemd.
Amendement
Het amendement van de leden Waalkens en Atsma (TK 32123 XIV, nr. 78) dat bij
de begrotingsbehandeling LNV is ingediend, vraagt om "extra uitgaven mogelijk te
maken voor nationale cofinanciering ter ophoging van de 25% cofinanciering tot
50%".
Pagina 2 van 6
De heer Waalkens heeft tijdens de tweede termijn van het AO op 9 december jl. GLB
aangegeven dat dit amendement gericht is op de extra cofinanciering, die van de
provincies wordt gevraagd doordat het cofinancieringspercentage 50% in plaats
van 25% bedraagt. Datum
14 december 2009
Uit bovenstaande beschrijving van het besluitvormingsproces en het bijgevoegde
verslag zal het uw Kamer duidelijk zijn dat van het begin af aan de afspraak gold
dat de provincies de nationale cofinanciering van de steun voor LFA-gebieden voor
hun rekening zouden nemen, ook toen duidelijk werd dat het nationale
cofinancieringspercentage 50% in plaats van 25% zou bedragen. In het Algemeen
Overleg over de Health Check dat wij op 10 juni hadden (TK 28625, nr. 83) meldde
ik uw Kamer overigens ook al expliciet dat de provincies de cofinanciering van de
LFA-vergoeding zouden dragen.
Tegen deze achtergrond heb ik uw Kamer aanname van het amendement
Atsma/Waalkens (TK 32 123 XIV, nr. 78) dat ertoe zou leiden dat de
cofinancieringslasten van aanwijzing van nieuwe LFA-gebieden, tegen de gemaakte
afspraken in alsnog ten laste van de LNV-begroting worden gebracht ten koste van
andere POP-maatregelen die reeds door de Europese Commissie zijn goedgekeurd
ontraden.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Pagina 3 van 6
Bijlage 1 GLB
Concept- Verslag vierde vergadering van het Comité van Toezicht POP NL,
d.d. 29 juni 2009 Datum
14 december 2009
Aanwezig:
Voorzitter: mevrouw Verburg, minister van LNV
Namens alle landsdelen: gedeputeerde Driessen (Limburg)
ambtelijke ondersteuning: mevr. Canjels (Limburg)
Namens het ministerie van LNV: de heer Lapperre (vervanging DG mevr. Wouters)
Namens het ministerie van VROM: de heer De Vries (vervanging DG dhr. Kuijpers)
Namens de Europese Commissie: de heer Vandamme
Namens de Vereniging van Nederlandse Gemeenten: mevr. Sleeking (vervanging
dhr. Vennevertloo)
Namens de Unie van Waterschappen: de heer Glas
ambtelijke ondersteuning: de heer van Bladeren
Namens de natuur- en milieuorganisaties: de heer Bos (Natuurmonumenten)
Namens de landbouworganisaties: de heer Van 't Klooster (LTO, vervanging
dhr. Maat))
Namens de sociale en economische partners: mevrouw Zevenbergen - Herweijer
Secretaris: de heer Zwetsloot en mevrouw Nap (Regiebureau POP).
1. Opening en vaststelling agenda
De voorzitter heet iedereen welkom en maakt excuses voor de agendatechnische
problemen die opgetreden zijn bij het organiseren van de vergadering, waardoor de
vergadering meerdere malen verplaatst is.
Agenda ongewijzigd vastgesteld
2. Mededelingen
Bericht van verhindering ontvangen van 3 gedeputeerden (de heren Evertse,
Hollenga en Jansen), de heer Maat (LTO), de heer Vennevertloo (VNG), de heer
Kuijpers (VROM) en de heer Tarno (Europese Commissie). Alle leden worden ter
vergadering vertegenwoordigd door een vervanger. Afwezige gedeputeerden
hebben mandaat verstrekt aan de heer Driessen.
7. Wijziging POP Health Check voorstellen
De voorliggende stukken worden toegelicht door mevrouw Remmers van het
ministerie van LNV. Er is door de Health Check besluiten en de besluiten inzake het
economisch herstelplan circa 97 mlj. euro extra europees geld beschikbaar
gekomen voor het plattelandsbeleid, te besteden aan door de op Europees niveau
vastgestelde uitdagingen. In een brief aan de Tweede Kamer van 27 april dit jaar is
de Nederlandse inzet omschreven: gelden zullen worden ingezet voor akkerranden,
water, milieuverbetering, innovatie in de landbouw, hernieuwbare energie en ter
ondersteuning van landbouwers in maatschappelijk waardevolle gebieden.
Pagina 4 van 6
De nu voorliggende voorstellen zijn een nadere uitwerking van de voorstellen die GLB
aan de Kamer zijn voorgelegd.
De Minister geeft aan dat de TK in twee termijnen over de betreffende voorstellen
gesproken heeft. Tijdens dat overleg is door de Kamer niets in de voorstellen Datum
14 december 2009
gewijzigd. Echter: donderdag a.s. staat het verslag van het overleg op de agenda
van de Kamer. Mogelijk dat er dan toch nog moties ingediend gaan worden en
enige aanpassing van de voorstellen noodzakelijk blijkt.
Mevr. Zevenbergen Herweijer meent dat het totale pakket aan maatregelen dat
voorgesteld wordt een aantrekkelijk pakket is. Voor wat betreft het voorstel inzake
akkerranden wil ze er op wijzen dat flexibiliteit bij de ontwikkeling en het
onderhoud van akkerranden van groot belang is. Daarnaast pleit zij ervoor om,
gelet op de samenhang daartussen, te stimuleren dat akkerrandenbeheer,
precisielandbouw en waterbeheer gecombineerd plaatsvinden. Stimuleren daarvan
zou bijvoorbeeld kunnen door een combinatie van die beheermaatregelen éxtra te
belonen.
De Minister geeft aan dat maatwerk op gebiedsniveau inderdaad zeer wenselijk is.
Daarnaast geeft zij aan dat het extra belonen van bepaalde combinaties van
beheermaatregelen in de praktijk zeer lastig zal zijn en extra bureaucratie met zich
zal brengen. Dat het wenselijk is dat beheermaatregelen elkaar niet `tegenwerken'
wordt van harte onderschreven.
De heer Glas merkt op dat voor een goede uitvoering van de SAN\SNL gerelateerde
maatregelen, een aanpassing doorgevoerd zal moeten worden van 12 provinciale
verordeningen. Het is van belang dat traject tijdig af te ronden.
De heer Driessen geeft aan dat de gezamenlijke provincies het voorliggende
voorstel positief ontvangen hebben. Hij vraagt of de Minister signalen heeft
ontvangen dat de Kamer nog grote wijzigingen in het voorstel aan wil brengen. De
Minister geeft daarop aan dat dat op dit moment niet duidelijk is, zeker gelet op de
relatie met de maatregelen in het kader van artikel 68 van de eerste pijler van het
gemeenschappelijk landbouwbeleid.
De heer van 't Klooster meldt dat LTO met tevredenheid kennis heeft genomen van
de voorstellen en met de voorstellen kan instemmen. Aandachtspunt is daarbij wel
dat de gelden voor innovaties vooral ook beschikbaar zouden moeten zijn voor het
invoeren van innovaties op de bedrijven zelf: zou niet alleen moeten gaan om
ontwikkeling van `nog iets beters', maar vooral ook om het steunen van bedrijven
bij daadwerkelijk toepassen van innovaties.
De Minister beaamt dat het primair van belang is dat innovaties in de praktijk
gebruikt worden.
Ook de heer Bos geeft aan positief te staan tegenover de voorstellen. Het is goed
om te lezen dat er ook inzet is voor Natura-2000. Hij ziet een en ander echter
weinig terugkomen in de voorstellen genoemd onder 3.1 tot en met 3.6. Hij
benadrukt het belang van voldoende financiële middelen voor Natura-2000: het
moet niet zo zijn dat alle gelden straks `belegd' zijn en er toch geen ruimte blijkt te
zijn voor Natura-2000 doelstellingen. Het moet mogelijk zijn het POP in de
toekomst zo aan te passen dat beschikbare gelden alsnog aan Natura-2000
gerelateerde zaken toebedeeld kunnen worden.
Pagina 5 van 6
De Minister beaamt dat dit een lastig onderwerp is: rond Natura-2000 is op dit GLB
moment nog niet alles uitgekristalliseerd. In zijn algemeenheid zal in het kader van
POP geld beschikbaar komen voor Natura-2000, maar hoe een en ander in
specifieke gevallen `uitpakt' is nog niet helder. Datum
14 december 2009
De heer Lapperre merkt op dat er ook in dit geval een relatie is met de
mogelijkheden die artikel 68 1e pijler GLB zal gaan bieden.
De heer Driessen merkt op, dat het duidelijk is dat de mate waarin financiële
middelen beschikbaar zijn voor Natura-2000 beperkt is. Daarbij is ook een
aandachtspunt dat het lastig is budgetten te reserveren voor toekomstige doelen.
Het gaat derhalve niet alleen om de (beperkte) omvang van de beschikbare
middelen, maar ook om de vraag hoe die middelen in de toekomst aan dit
onderwerp toebedeeld zouden kunnen worden.
De Minister geeft aan dat een en ander in het kader van de Mid Term Evaluatie van
het POP meegenomen zal worden.
De heer de Vries spreekt zijn waardering uit voor de voorliggende stukken en de
wijze waarop VROM bij het opstellen van de stukken betrokken is geweest.
Ook de heer Vandamme spreekt zijn waardering uit voor de wijze waarop de
stukken tot stand gekomen zijn en de grondige voorbereiding: goed dat in
Nederland zelfs de Kamer betrokken is bij deze wijziging van het POP! De
Commissie heeft het zeer gewaardeerd dat er in de voorfase van de stukken
overleg met hen is geweest. Hij vertrouwt erop dat voor de twee uit het
vooroverleg gekomen issues een goed alternatief zal worden gevonden, omdat de
Europese Commissie hiermee niet zal kunnen instemmen
De Minister geeft aan dat voor wat betreft het issue van de financiering van de LFA-
gebieden, die zij voortaan wil aanduiden als maatschappelijk waardevolle gebieden,
voor een andere oplossing gekozen zal worden: de nieuwe gebieden zullen
gefinancierd worden uit de zogenaamde `correctiegelden' en met 50% nationale
cofinanciering betaald gaan worden. De nationale cofinanciering dient door de
betreffende provincies verzorgd te worden. Texel zal als LFA-gebied worden
aangemeld, maar zonder financiering vanuit de correctiegelden. .
Wat betreft de wateropgave zal ingezet worden op de eerder aangegeven
alternatieve invulling via de maatregelen 214 (Agromilieubetalingen) en 216 (Niet-
productieve investeringen).
De Minister concludeert dat het resultaat van de bespreking in de Tweede Kamer
nog moet worden afgewacht en dat er nog een nadere uitwerking van de
wateropgave zal plaatsvinden. De verder uitgewerkte stukken zullen daarna worden
ingediend bij de Commissie.
11. Sluiting
De Minister dankt alle aanwezigen voor hun inbreng en sluit de vergadering.
---- --