Aantekeningen maken in les niet effectief bij weinig voorkennis

15/12/2009 12:12

Open Universiteit Nederland

De beste manier om eerder opgedane kennis op te halen uit het langetermijngeheugen en te benutten voor het leren van nieuwe dingen, is afhankelijk van het voorkennisniveau. Het maken van aantekeningen werkt minder goed en soms zelfs nadelig voor mensen met een laag of een hoog voorkennisniveau. Wie veel van een onderwerp weet, kan beter gebruik maken van plaatjes om de bestaande kennis te activeren. Bij een gemiddeld kennisniveau helpt het maken van aantekeningen wel.

Dit blijkt uit het onderzoek van Sandra Wetzels, promovenda bij het Centre for Learning Sciences and Technologies (CELSTEC) van de Open Universiteit Nederland. Op 1 oktober rondde zij haar vier jaar durend onderzoek af naar 'Geïndividualiseerde strategieën voor het activeren van voorkennis'. Op 18 december promoveert zij.

Effectief gebruiken

Leren doe je in het werkgeheugen en bestaande kennis ligt opgeslagen in het langetermijngeheugen. Onderzoek heeft herhaaldelijk aangetoond dat die bestaande kennis een goede kapstok is om nieuwe informatie te begrijpen en een plek te geven. Om die kennis te activeren en te benutten worden bij mensen met weinig voorkennis de kleine brokjes informatie vanuit verschillende locaties in het langetermijngeheugen opgehaald en naar het werkgeheugen gebracht. Dit proces kost inspanning. Bij mensen met veel voorkennis kunnen grotere brokken in één keer met relatief weinig inspanning naar het werkgeheugen worden gebracht. 'Om ervoor te zorgen dat ieder van hen de beschikbare voorkennis het meest effectief gebruikt, lijkt het belangrijk om het activatieproces af te stemmen op het niveau van voorkennis', aldus Sandra Wetzels. Zij deed er onderzoek naar.

Animatieproces

Uit literatuuronderzoek en experimenten onder verschillende groepen scholieren en studenten concludeerde Sandra Wetzels onder meer dat het maken van aantekeningen tijdens het activeren een positief effect heeft voor mensen met een gemiddeld voorkennisniveau, maar minder goed of zelfs nadelig werkt voor mensen met een laag of hoog voorkennisniveau. Ook constateerde zij dat een laag kennisniveau baat heeft bij een brede, algemene instructie om voorkennis te activeren, terwijl een hoog kennisniveau meer heeft aan een gestructureerde aanpak door vanuit een bepaald perspectief te denken. Tot slot bleek dat mensen met een laag kennisniveau weinig hebben aan het activeren van voorkennis middels plaatjes. Dit vraagt om een mentaal animatieproces waar meer voorkennis voor nodig is. Samenvattend blijkt dus dat het activeren van voorkennis vooral voordelige effecten heeft op het leren, als het activatieproces is afgestemd op het kennisniveau.

Bij dit persbericht is een bijlage zichtbaar op www.perssupport.nl





http://www.ou.nl