Erasmus Universiteit Rotterdam

Taalbeheersing eerstejaarsstudenten Erasmus School of Law sterk verbeterd

Sinds het collegejaar 2008-2009 vormt de Taaltoets Nederlands een verplicht onderdeel van de bacheloropleidingen aan Erasmus School of Law (EUR). Waar vorig jaar 17,3% de volledige toets voldoende maakte, was dat in oktober jl. 42,6%. Een stijging van maar liefst 25,3%. Het aanvullend taalonderwijs en de trainingsprogramma's die de universiteit aanbiedt, lijken hun vruchten af te werpen.

Goed resultaat voor eerstejaarsstudenten
42,6% van de eerstejaarsstudenten aan Erasmus School of Law heeft dit studiejaar de Taaltoets Nederlands na de eerste toetsingsronde behaald. Dit is een aanzienlijke verbetering ten opzichte van het vorige jaar, toen 17,3% na de eerste toetsing (in oktober 2008) was geslaagd.
De Taaltoets Nederlands bestaat uit de onderdelen basis Nederlands, stijl, grammatica en spelling, waarvoor de studenten een voldoende moeten halen. Vergeleken met vorig jaar deden de studenten het op alle onderdelen beter, met de grootste verbetering op stijl (51,7% tegen in 2008 29,8%) en spelling(82,8% tegen 53,8%).
De reden van de verbetering ligt volgens onderwijsdecaan prof.dr. Dick Mentink grotendeels in de voorbereiding door de studenten: "We hebben duidelijk het belang gecommuniceerd van een goede taalbeheersing door de jurist. VWO-scholieren wisten al bij het maken van hun studiekeuze dat bij Erasmus School of Law de taaltoets een belangrijk onderdeel van het curriculum is. Daarnaast hebben we meer mogelijkheden gecreëerd voor de eerstejaarsstudenten om vooraf te oefenen en zo nodig de taalvaardigheid bij te spijkeren. Het programma Principen biedt hen ruime mogelijkheden voor zelftraining. In januari 2010 start bovendien een cursus Basis Nederlands, die de herkansers voorbereidt op de taaltoets in april a.s."

Tweedejaarsstudenten: nog 25% moet herkansen
De studenten hebben twee jaar de tijd om de Taaltoets te behalen. Voor de lichting 2008-2009 betekent het dus dat dìt studiejaar alle onderdelen voldoende moeten zijn gemaakt. Tot nu toe hebben 433 van de 690 gestarte studenten de toets volledig behaald. Als je meeweegt dat 115 studenten (van die 690) hun studie al dan niet gedwongen hebben gestaakt, betekent dit dat ruim 75% van de nu nog studerenden geslaagd is. 25% zal dus nog een of meer onderdelen moeten herkansen om in 2010 door te stromen naar het derde bachelorjaar.

Taaltoets Nederlands: motief en historie
Het feit dat het taalniveau van jongeren minder is dan enkele decennia geleden, wordt breed erkend. Echter, in juridische beroepen is - geschreven en gesproken - taal een belangrijk instrument. Daarom heeft Erasmus School of Law het initiatief genomen om de taalvaardigheid sterk te verbeteren. In het collegejaar 2005/2006 werd de taaltoets - bij wijze van experiment - voor het eerst afgenomen. Vanaf het studiejaar 2008-2009 is de toets een verplicht onderdeel van het onderwijscurriculum voor alle studenten die voor het eerst als bachelorstudent aan Erasmus School of Law staan ingeschreven. De Taaltoets Nederlands is gekoppeld aan het bindend studieadvies: om een positief advies te kunnen krijgen, en daarmee de studie te kunnen vervolgen, moet de taaltoets met een voldoende worden afgesloten. De taaltoets wordt twee keer per jaar georganiseerd. Prof.dr. Mentink: "Daarnaast onderzoeken we of er een verband is te leggen tussen de scores van de taaltoets en de scholen waarvan de studenten afkomstig zijn. Ook hebben we contact gelegd met VWO-scholen uit de Rotterdamse regio. Het is ons gezamenlijke probleem en bovendien opmerkelijk dat scholieren die slagen met een 7 voor het vak Nederlands, bij ons soms moeite met de taaltoets hebben.
Een andere maatregel, die mede beoogt het taalniveau te verbeteren, is het zogeheten juridisch vaardighedenonderwijs. Binnen de reguliere vakken oefenen studenten in de bachelorfase met vaardigheden die ze later in de beroepspraktijk moeten beheersen. Dit zijn bij voorbeeld het houden van een pleidooi, het schrijven van een requisitoir en het leiden van een debat. Taal is zoals gezegd een van de belangrijkste elementen in het juridische beroepspraktijk.